Na een ellendig 2011 is ook het nieuwe beursjaar roerig begonnen voor het Amerikaanse bedrijf Kodak. De koers van het aandeel klapte gisteren nog eens 28 procent in, nadat het foto- en printconcern vorig jaar al 88 procent van z’n beurswaarde had verloren. Gisteren sloot het aandeel op 47 dollarcent, waardoor het bedrijf nog geen 130 miljoen dollar (101 miljoen euro) waard is. In de hoogtijdagen van het concern, midden jaren 90, had het een waarde van ruim 18 miljard dollar.
Directe aanleiding voor het hernieuwde wantrouwen onder beleggers: het bericht in The Wall Street Journal gisteren dat Kodak zich voorbereidt voor surséance. Volgens anonieme, maar goed ingevoerde bronnen in de Amerikaanse krant zou het concern op het punt staan om via de zogeheten Chapter 11-regeling uitstel van betaling aan te vragen – een gerucht dat vorig jaar al eerder opdook. Een dergelijke status zou het bedrijf in staat moeten stellen om zonder druk van schuldeisers orde op zaken te stellen en met name rustig te kunnen werken aan de beoogde verkoop van een pakket van waardevolle digitale patenten.
Het bedrijf wilde niet op het „marktgerucht” ingaan, maar kwam gisteren wel met een ander slechtnieuwsbericht. Omdat de koers van het aandeel Kodak al dertig handelsdagen lager dan 1 dollar staat, heeft het een formele waarschuwing gekregen van de New York Stock Exchange – in beurstermen is dat het zogenoemde strafbankje. Als de koers niet binnen zes maanden op het minimale niveau van 1 dollar ligt zou het volgens de Amerikaanse beursreglementen definitief zijn notering kunnen verliezen.
Hoe dan ook is duidelijk dat het ooit zo legendarische fotomerk in het jaar waarin het zijn 120-jarig bestaan hoopt te gaan vieren in grote (financiële) problemen verkeert. De analyse is simpel en bekend: net als andere vermaarde foto- en filmmerken als Polaroid en Agfa heeft Kodak de slag naar digitale fotografie gemist. En dat terwijl het concern ooit de uitvinder van de digitale camera in huis had: ingenieur Steven Sasson ontwikkelde in dienst van de Kodak Eastman Company in 1975 de electronic still camera.
Deze technologische voorsprong heeft Kodak nooit kunnen vasthouden, laat staan blijvend succesvol kunnen exploiteren. Te lang bleef het bedrijf leunen op de aloude producten en diensten uit het vorige film- en fotografietijdperk: fotorolletjes, fototoestellen, fotopapier, ontwikkelvloeistof, ontwikkelcentrales en fotowinkels. In die wereld speelde Kodak tot aan het eind van de vorige eeuw een prominent rol. Het had als speler in de gehele fotoketen – van klikken tot fotoalbum – slechts concurrentie te dulden van het Japanse Fuji en het Duitse Agfa.
In de 21-ste eeuw is Kodak niet langer het dominerende fotomerk. Digitale camera’s komen van Canon, Nikkon of Olympus. Dat laatste merk wankelt overigens ook, maar dat kent andere oorzaken: mismanagement en boekhoudfraude.
Kodaks voormalige bestuursvoorzitter Daniel Carp besloot begin 2004 volledig in te zetten op digitale fotografie. Rijkelijk laat. Zijn opvolger in 2005, Antonio Perez, startte bij tegenvallende resultaten weer een nieuwe strategie. De man die succesvol was bij geweest Hewlett-Packard richtte zich op de ontwikkeling en verkoop van digitale printers. Maar ook dit bracht niet het succes waar de bedrijfstop op hoopte.
Sinds Perez de hoogste baas is werd er slechts één jaar (2007) winst gemaakt. De totale omzet daalde sinds 2006 met bijna een derde tot iets meer dan 7,1 miljard dollar in 2010. De cumulatieve verliezen, exclusief eenmalige boekwinsten op desinvesteringen, zijn sinds 2006 opgelopen tot ruim 2,6 miljard dollar. Ooit werkten er in Kodak Park, het eigen industrieterrein in Rochester in het noorden van de staat New York, 60.000 mensen. Tegenwoordig heeft het bedrijf ruim 18.000 mensen op de loonlijst.
Voor het afgelopen boekjaar verwacht het management een verdere daling van de omzet en opnieuw een negatief bedrijfsresultaat van 300 miljoen tot 400 miljoen dollar. Over drie weken presenteert Kodak zijn cijfers over 2011.
Intussen blijft de bedrijfstop optimistisch over de vorig jaar ingezette reorganisatie. Begin november meldde het nog „stabiele vooruitgang te boeken om een winstgevend en duurzaam digitaal bedrijf te worden”.