Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Politiek

Het jaar van de Arabische Lente, deel een: Tunesië

A Tunisian demonstrator holds his bread stick like a weapon in front of riot police during a protest against the country's new government in Tunis on January 18, 2011. Riot police fired tear gas and clashed with protesters on January 18 at a small protest rally against Tunisia's new government in the centre of the capital, AFP reporters on the ground saw. Around 100 protesters chanted slogans against the RCD party of ousted president Zine El Abidine Ben Ali. "We can live on bread and water alone but not with the RCD," they said. Riot police dispersed the rally -- one of several expected on Tuesday. AFP PHOTO / FRED DUFOUR
A Tunisian demonstrator holds his bread stick like a weapon in front of riot police during a protest against the country's new government in Tunis on January 18, 2011. Riot police fired tear gas and clashed with protesters on January 18 at a small protest rally against Tunisia's new government in the centre of the capital, AFP reporters on the ground saw. Around 100 protesters chanted slogans against the RCD party of ousted president Zine El Abidine Ben Ali. "We can live on bread and water alone but not with the RCD," they said. Riot police dispersed the rally -- one of several expected on Tuesday. AFP PHOTO / FRED DUFOUR Een van de foto's die de essentie van de opstanden in Tunesië en de rest van de Arabische wereld lijkt te vangen. Een man richt een brood naar de oproerpolitie in hoofdstad Tunis tijdens een demonstratie tegen armoede, repressie en hoge voedselprijzen. Foto AFP / Fred Dufour

nrc.nl blikt in een zesluik terug op de Arabische Lente. Vandaag de eerste aflevering: Tunesië.

Niemand had eind 2010 kunnen voorzien wat er de afgelopen twaalf maanden voltrok in de Arabische wereld. Leiders die al tientallen jaren aan de macht waren, zwichtten voor de macht van de massa, terwijl andere regimes alles inzetten om veranderingen tegen te houden en aan de macht te blijven. Met gewelddadige gevolgen.

De laatste dagen van 2011 besteedt nrc.nl aandacht aan zes landen waar de Arabische Lente het meest ingrijpend was: Tunesië, Egypte, Jemen, Bahrein, Libië en Syrië. Vandaag op Tweede Kerstdag is als eerste Tunesië aan de beurt, het land waar het eind vorig jaar allemaal begon.

De dood van een straatverkoper zorgde voor de val van een president
Wat op 17 december begon met de zelfverbranding van een wanhopige fruitverkoper in het arme Sidi Bouzid in het zuiden van Tunesië, leidde op 14 januari tot het vertrek van president Zine al-Abidine Ben Ali.

De 26-jarige Mohamed Bouazizi overgoot zichzelf met terpentine voor het gemeentehuis nadat hij voor de zoveelste keer was getreiterd door de Tunesische politie. Met een aansteker in zijn hand vatte hij vlam en ontstak een revolutie. Bouazizi overleed drie weken later.

Zijn actie leidde tot grote verontwaardiging, eerst onder de plaatselijke bevolking, en toen beelden van demonstraties via social media verspreid werden, het hele land.

Niet de eerste zelfverbranding in Tunesië
Dat juist die demonstraties leidden tot het vertrek van president Ben Ali vindt NRC-buitenlandredacteur Carolien Roelants opmerkelijk. Begin januari waren de gevolgen van de massale opstand nog een raadsel. Roelants:

“ Waar ik me over verbaasd heb is dat de protesten in Tunesië aanhielden en net zo lang doorgingen totdat president Ben Ali noodgedwongen moest vluchten. Halverwege december begonnen de eerste rellen. Het begon allemaal met de zelfverbranding van Mohamed Bouazizi. Later bleek dat er al veel zelfverbrandingen waren geweest. Dat nu juist deze zelfverbranding aansloeg en de opstand in Tunesië ontketende – en zich later verspreidde naar andere Arabische landen – was opmerkelijk.”

Spanningen tussen seculieren en gelovigen in nieuwe Tunesië

Inmiddels is er in hoofdstad Tunis een nieuwe interim-regering aangetreden, geleid door de populaire gematigde islamistische partij Ennahda. Zij gaat de grondwet van het land herschrijven in het kader van de beloofde democratische hervormingen.

Tijdens de verkiezingen in oktober werden spanningen tussen de seculiere en islamitische stromingen nog pijnlijk duidelijk na het instellen van niqaab-verbod voor vrouwen en het vertonen van een film over de Iraanse revolutie waarin God werd afgebeeld. Duizenden gelovigen gingen de straat op en sommigen vielen onder andere het gebouw van de televisiezender aan die de beelden uitzond.

‘In het nieuwe Tunesië heeft economie de prioriteit’
Toch lijkt met de formatie van de nieuwe regering, waar ook de seculiere Congrespartij deel van uit maakt, de situatie in Tunesië te stabiliseren. Volgens Roelants staat het land er waarschijnlijk beter voor dan bijvoorbeeld een Egypte of Libie, maar staan de Tunesiërs voor de ingrijpende taak om de zwaargehavende economie te herstellen. Roelants:

“ Tunesië staat er het beste voor van alle Arabische landen waar zich een protestgolf heeft voorgedaan. Vooralsnog is het hier het beste afgelopen. Het is een klein land met tien miljoen inwoners, zonder problemen met sektes en dergelijke. Tunesië heeft een redelijk ontwikkelde economie met een redelijk hoogopgeleide bevolking. Ben Ali, een verschrikkelijk corrupte dictator, werd overboord gekieperd, maar wel zijn sommige ministers aangebleven. Bij de verkiezingen mocht iedereen meedoen. De fundamentalisten in Tunesië – vanuit fundamentalistisch spectrum het meest progressief – zijn aan de macht gekomen. Onder Ben Ali werd het land strikt seculier gehouden. Vooralsnog zie je dat iedereen redelijk verstandig opereert. De eerste prioriteit is de economie en de hoge werkloosheid die daarmee gepaard gaat. En niet bijvoorbeeld het doorvoeren van de Sharia. Door de opstand is de werkloosheid alleen maar gestegen. Dat vormt een grote bedreiging. De toekomst van Tunesië hangt daarom af van 1) of ze de economie weer op orde kunnen krijgen en 2) of ze de verleiding weerstaan om een fundamentalistische agenda door te voeren. Op dit moment is dat laatste in ieder geval nog niet aan de orde.”

Waar is Ben Ali?
Terwijl in Tunesie grote veranderingen hebben plaatsgevonden, bevindt Ben Ali zich nog altijd in Saoedi-Arabië. In absentia is hij al voor tientallen jaren gevangenisstraf veroordeeld voor drugs -en wapensmokkel en onrechtmatig bezit van grote sommen geld en juwelen, maar de vraag is of hij ooit daadwerkelijk zijn straf zal uitzitten.

Dat de angst voor (een nieuwe) dictatuur nog altijd leeft in Tunesie bewees de campagne van Engagement Citoyen, een onafhankelijke Frans-Tunesische NGO, in oktober. Zij hingen in het straatbeeld van Tunis een poster op van Ben Ali, zoals die onder zijn bewind op elke straathoek hingen. En de reactie van de inwoners was tekenend:

In samenwerking met Marije Willems (Twitter)