Campagnes tegen pesten zijn leerzaam, maar veranderen nauwelijks het gedrag. Gelukkig maar, want pesten en gepest worden hoort bij het opgroeien. Een zero tolerance-beleid op scholen frustreert het probleemoplossend vermogen en creëert een slachtoffercultuur.
Dat betoogt Helene Guldberg, auteur van Reclaiming Childhood: Freedom and Play in an Age of Fear (Routledge, 2009), op opiniesite Spiked-online.com. De psychologe ageert tegen een nieuwe campagne van de Britse Anti-Bullying Alliance, waarin gesteld wordt dat één op de vier scholieren het afgelopen jaar gepest is.
Een cijfer dat Guldberg helemaal niet schrikbarend vindt, want de organisatie hanteert nogal een brede definitie van pesten: iemand herhaaldelijk kwetsen middels duwen, schoppen, schreeuwen, schelden, bedreigen, roddelen, negeren of het verklappen van geheimen.
Pesten is net zo normaal als spelen
De psychologe meent dat de ‘anti-pest-industrie’ de complexiteit van relaties tussen kinderen onderschat. Volwassenen houden zich in omdat ze bekend zijn met sociaal wenselijk gedrag, doceert Guldberg. Die zijn beter in staat, uitzonderingen daargelaten, om met negatieve emoties om te gaan. Dat is volgens Guldberg de uitkomst van een lang leerproces, een ontwikkeling die begint in het klaslokaal. Een school waarop pesten als de grootste misdaad wordt bestraft ontneemt het kind de kans op noodzakelijke ervaringen, betoogt Guldberg.
Bovendien, zo stelt de psychologe, is het delen van een gezamenlijke antipathie jegens een klasgenootje een normaal, sociaal verschijnsel. Kinderen die zich gezamenlijk afkeren van een ander kind, en dat kenbaar maken middels pesten, zouden minder tekenen van onaangepastheid vertonen. Het ‘slachtoffer’ leert vervolgens van die uitsluiting en krijgt de kans zich te revancheren of zich ertegen te wapenen. Een autoriteit, zoals een docent, doet er volgens Guldberg daarom niet goed aan te interveniëren.
Etiketteer kinderen niet als pesters of slachtoffers
De sociale, emotionele en morele ontwikkeling is een lange, hobbelige weg, besluit de psychologe. “Kinderen moeten leren zowel met positieve als met negatieve emoties om te gaan. We kunnen en mogen ze niet isoleren van negativiteit, zoals woede, verdriet, eenzaamheid, angst of schaamte.”
Ook is het volgens Guldberg een slechte zaak als kinderen de indruk krijgen dat emoties littekens voor het leven achterlaten. “Als het gedrag van één of meer kinderen negatieve emoties oproept in een ander kind - of het nu verlegenheid, verdriet, frustratie of angst is - betekent dat nog niet dat deze kinderen geëtiketteerd moeten worden als pesters of slachtoffers.”
Update:
“Pesten is nooit gezond. Pesten los je op in de groep”, schrijven Gijs Huitsing en René Veenstra (promovendus en hoogleraar bij de vakgroep Sociologie van de Rijksuniversiteit Groningen). Op de site van de universiteit bepleiten zij in reactie op Guldberg een succesvol antipestprogramma.
Eerder in deze serie:
Ouders komen tijd te kort. Houd kinderen daarom tot 17.00 uur op school
Kritiek onderwijsorganisaties: zwakke leerling niet gebaat bij talentenjacht
Goede docent is jaarlijks 400.000 dollar waard
Voorlichters, besef: niets is leuker dan jezelf bijna in coma zuipen
Beleefdheid is besmettelijk. Maar het virus is helaas groepsgebonden
SIRE infantiliseert de burger met doe-aardig-campagne
Een algeheel gebrek aan hoffelijkheid. Normvervaging in Nederland
De dubbele moraal en het alomvattend eindoordeel
Hoe dwing je als gezagdrager respect af?
Kabinet wil meningen over goed burgerschap
Pesten en snauwen vaak onderdeel van bedrijfscultuur