Drie Marokkaanse Nederlanders hebben vandaag een klacht over Nederland ingediend bij het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties. Volgens hun advocaat, Ties Prakken, is de staat te kort geschoten in het beschermen van haar burgers tegen haat zaaien door Geert Wilders.
‘Staat dient te beschermen tegen haat zaaien’
De drie klagers, onder wie oud-politicus Mohamed Rabbae, hadden zich ook als benadeelde partij gevoegd in het strafproces tegen Wilders dat in juni in vrijspraak eindigde. Direct hierna kondigde Prakken al aan zich namens haar cliënten te zullen wenden tot de VN.
Er is bewust niet gekozen voor de Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Dit omdat het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR) van de VN volgens Prakken “expliciet” stelt dat een staat zijn burgers dient te beschermen tegen haat zaaien.
Niet bindend, wel gezaghebbend
Voor een klachtenprocedure bij het Mensrechtencomité van de VN is vereist dat alle rechtsmiddelen in het land waar het om gaat, uitgeput zijn. Volgens Prakken is dat in deze zaak het geval. “Omdat het OM en Wilders niet in beroep zijn gegaan, is de uitspraak definitief.”
Een klachtenprocedure bij het VN-comité kan jaren in beslag nemen en uitspraken zijn niet bindend, maar wel gezaghebbend. In 2009 kreeg de Nederlandse staat te horen dat de diens euthanasiewetgeving patiënten te weinig bescherming bood. Geert Wilders hoeft zelf geen rol te spelen in de klachtenprocedure.