Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Politiek

Speelkwartier Occupy is voorbij. Tien adviezen om door te stoten

Demonstranten Occupy voor het Witte Huis, 6 november. Foto AFP

Het zal niet lang meer duren voordat Occupy als toeristische attractie wordt opgenomen in de VVV-gids. Gedoogd door stadsbesturen, vertroeteld door politici en uitgelachen door media, dreigen Occupisten later herinnerd te worden als pioniers van het stadskamperen in plaats van revolutionairen.

En dat is jammer, want de woede tegenover de ‘1 procent’ vindt weerklank in brede lagen van de bevolking. Banken die uitgekocht worden, rijken die relatief minder belasting betalen dan armen (VS), bedrijven die de wet naar hun hand zetten, bonussen voor falende bestuurders. Misstanden, kortom, die om aanpak vragen.

Ondertussen is Occupy vooral druk met zichzelf. Wie het gratis aangeleverde voedsel verdeelt, hoe je herrieschoppers tot de orde roept en wat voor melodieën je allemaal uit een verfblik kunt trommelen. Indrukwekkender is de General Assembly, een vergadering waarin iedereen zijn zegje mag doen maar helaas zelden een besluit genomen wordt. Neemt er een keer iemand het voortouw dan maken deelnemers met hun handen een hanenkamgebaar: leiderschap wordt afgewezen, ook op de eigen camping.

Microkosmos van kleine ergernissen

Als we de hervorming van het systeem aan Occupy overlaten hebben we tegen het einde van de eeuw nog geen alternatief. “We moeten ons oefenen in zelforganisatie”, zei een actievoerder vorige week tegen Vrij Nederland-redacteuren ter plaatse. Een ander: “Je moet oppassen dat het kamp niet een soort microkosmos van kleine ergernissen wordt.”

Daar lijkt het echter wel op: het is een rommelmarkt waarin iedereen zijn eigen protesten uitstalt, van anti-bio-industrie tot merkwaardige zorgen over sproeivliegtuigjes die burgers chemisch indoctrineren. Ook zwervers voelen zich thuis tussen het verontwaardigde gezelschap. “Eén van de daklozen rent voorbij, vervaarlijk zwaaiend met een pvc-buis”, merkte Vrij Nederland op. De geïnterviewde: “Natuurlijk zijn er hier mensen die je als warrig zou kunnen typeren. Maar ook zij maken onderdeel uit van ons protest: ze worden door de hele maatschappij al weggestuurd.”

Occupy zal ervoor moeten waken dat het een vereniging van dorpsgekken wordt. Van mensen die iedere vorm van controle of institutionalisering afwijzen. Het punt is gemaakt, de zorgen zijn geagendeerd, waarom dan niet de uitvoering overlaten aan degenen die hun macht aan kunnen wenden? Waarom zo mopperen op main stream media als die bereid zijn je boodschap miljoenen huiskamers in te slingeren? Waarom instituten diskwalificeren als die willen veranderen?

Doe aan fondsenwerving, schrijf van je af, registreer deelnemers

Leestip voor Occupisten is het boek Give Me Liberty: A Handbook for American Revolutionaries (Simon & Schuster, 2008). Daarin beschrijft Naomi Wolf wat het succes is geweest van bewegingen in het verleden. De schrijfster is solidair met Occupy - onlangs werd ze nog op Wall Street gearresteerd - maar heeft wel bedenkingen over het vrijblijvende karakter ervan. In The Guardian geeft ze daarom een aantal adviezen.

Advies 1: Houd vol. Neem een voorbeeld aan Mahatma Gandhi en Martin Luther King. Protesten mogen de dagelijkse gang van zaken ontregelen, maar blijf geweldloos en disciplineer jezelf. Relschoppers haken dan af, weet Wolf. En bedenk: winnende bewegingen uit het verleden deden er niet dagen over, maar maanden of zelfs jaren.

Advies 2: Verzamel geld om te procederen. Occupisten moeten aan fondsenwerving gaan doen, zodat ze advocaten kunnen inhuren. “De corporatocracy”, zoals Wolf de samenleving noemt waarin bedrijven veel macht hebben, schrikt pas als burgers gebruik maken van wettelijke mechanismen.

Advies 3: Schrijf van je af. Maak je eigen krantjes, luidt haar derde advies, zodat je verslag kunt doen van je eigen activiteiten. Doceer demonstranten in het schrijven van opiniestukken, persberichten en blogs. Documenteer politiegeweld op internet.

Advies 4: Registreer alle deelnemers. Creëer lokale e-maillijsten en synchroniseer die op landelijk niveau. Die contactgegevens kunnen door Occupy-sympathiserende politici gebruikt worden om stemmen te werven, schrijft Wolf. In ieder geval is het handig om de beweging met een enkele boodschap op te kunnen trommelen.

Kies vertegenwoordigers, werf studenten, houd het gezellig

Advies 5: Wijs vertegenwoordigers aan. Occupy wil zich niet laten vertegenwoordigen. En daarmee maakt ze een fout, meent Wolf. “Een Occupy-leider hoeft geen top-down-beslisser te zijn. Demonstranten kunnen vertegenwoordigers voor een bepaalde termijn kiezen, net als in elke democratie. Geef deze mensen mediatraining en leer ze hoe je met politici kunt onderhandelen. “Vertegenwoordigers kunnen uit alle lagen van de bevolking komen: jongeren, ouderen, truckers, leraren, zakenmensen. Het is lastig om een protest uit de verf te laten komen als er geen woordvoerders zijn.”

Advies 6: Geef het goede voorbeeld. Schop geen scènes op protestlocaties. Zorg dat het een plezierige plek is, naar voorbeeld van het Zuccoti Park in Manhattan. Daar hebben Occupisten een keuken gemaakt, kan voedsel gedoneerd worden, worden kinderen uitgenodigd om te overnachten en organiseert men workshops. Nodig ook muzikanten uit. En ruim de rommel zelf op. “Het idee is”, zo schrijft Wolf, “om een nieuwe stad binnen de corrupte de stad te bouwen. Toon aan dat dit de wens is van de meerderheid van de bevolking en niet een marginale, destructieve uiting.”

Advies 7: Benut de energie van studenten. Eliot Spitzer, voormalig gouverneur van New York, adviseert Occupy om studenten te werven. “Zij hebben de tijd, energie en het stemrecht om de beweging op gang te houden”, schrijft hij op Slate.com, een opiniesite van The Washington Post. 25 november, de vrijdag na Thanksgiving, lijkt hem een geschikte dag om studenten de straat op te sturen. “Vind op elk onderwijsinstituut iemand die honderd mensen kan verzamelen.”

Adresseer de politiek, word diverser, onderzoek gedeelde belangen

Advies 8: Organiseer je rondom politieke evenementen. In de eerste week van het jaar houden gouverneurs zogenaamde ‘State of the State’-toespraken. Dat zijn doorgaans redelijk voorspelbare verhalen. Een tegengeluid van Occupy zal dan veel media-aandacht krijgen, denkt Spitzer. Ook adviseert hij protesten te organiseren tegen specifiek beleid, zoals de belastingvoordelen voor rijken. Tienduizend demonstranten voor het Capitool maken indruk, verzekert de oud-gouverneur.

Advies 9: Maak de beweging diverser. De gelederen van Occupy zijn nogal homogeen, zegt Spitzer. Occupy doet er daarom goed aan mensen af te vaardigen naar plekken waar minderheden samenkomen, zoals religieuze instellingen. “Nieuwe supporters verbreden de basis.”

Advies 10: Vind gemeenschappelijke doelen. Een coherente maatschappijvisie acht Spitzer niet nodig. Maar er zijn volgens hem zeker ideeën te vinden die een breed draagvlak hebben onder de Occupisten. Zoals het belasten van rijken, het ter verantwoording roepen van mensen die rotzooi hebben gemaakt op Wall Street en het ‘publieker’ maken van de centrale banken.

Waar blijven de visionaire economen?

Stuk voor stuk adviezen om Occupy diverser, breder en krachtiger te maken. En niet te laten verzanden in een groep die marginaliseert tot een vereniging van werkschuwe flierefluiters.

Dat Occupy niet tot een politiek programma komt is begrijpelijk. Dat hoeft ook niet, schrijft Joseph Stiglitz, Nobelprijswinnaar in de economie, op project-syndicate.org. “Ze zijn een expressie van onvrede over het electorale proces. Een alarm.”

Ook de anti-globaliseringsprotesten van de jaren negentig zijn zo begonnen, weet hij. Uiteindelijk veranderde dat protest het beleid van instituten als het IMF. Hetzelfde geldt volgens Stiglitz voor de burgerrechtenbewegingen in de jaren zestig. De strijd tegen racisme is nog niet gestreden, erkent hij. “Maar de verkiezing van Obama toont het effect van dit soort protesten op de lange termijn aan.”

De Occupisten zijn niet de enigen bij wie het ontbreekt aan visie, schrijven de hoogleraren economie Roger Backhouse en Bradley Bateman in The New York Times. Economen, de mensen van wie we echt een visie verwachten, zijn lange tijd geleden opgehouden daarover na te denken. Ze handelen naar wat John Meynard Keynes ooit zijn beroepsgroep adviseerde: economen zouden zich meer als tandartsen moeten gedragen, bescheiden mensen die slechts een klein deel van het lichaam behandelen, maar wel in staat zijn veel pijn te verdrijven.

Maar zelfs Keynes had een krachtige visie op het kapitalisme, stellen de auteurs. En aan dit soort “wereldlijke filosofen” ontbreekt het nu juist, klagen zij. Adam Smith, John Stuart Mill, Karl Marx – denkers van dit kaliber hebben we momenteel niet, stellen de hoogleraren. De grote econoom van de 21ste eeuw moet nog geboren worden.

Eerder in deze serie:
Democratie en kapitalisme gaan scheiden. Ontferm je over kind Occupy
Wijs dit euroakkoord af. Het roept losbandige regeringen niet tot de orde
Houd op met dat gejammer, Occupy. Luister naar de 53%-beweging
Wijzig uw koers, Occupy. Pak de adverteerder, verwekker van de hedonist
Maak die arme drommels niet zo belachelijk. Chaos Occupy is de crisis
Geef communisme een tweede kans. Echt, nu zijn we er wel klaar voor
Koop goud, koop goud, zegt iedereen. Dat is eigenlijk heel raar
Facebook sloopt democratie. Gemeenschap breekt uiteen in kwetsbare enkelingen
Er is genoeg voor iedereen. Op naar de 10 miljard mensen
Er is werk zat. Maar workaholics slokken arbeidsplaatsen op
Wat de koningin wijselijk voor zich hield: er is geen uitweg voor deze crisis
Wees niet bang. De samenleving is veiliger dan ooit
Eindelijk verzoening? Tea Party schiet Occupy Wall Street te hulp