Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

Cultuur

Linkshandige violisten, bestaan die wel?

Jan Lohmeijer uit Leiderdorp vraagt zich af of mensen die linkshandig zijn ook een strijkinstrument kunnen bespelen. En gaat dat dan ook in orkestverband?

Links- of rechtshandigheid maakt bij musiceren in principe niet uit. In de popmuziek zijn talrijke voorbeelden van linkshandige muzikanten die uitstekend overweg kunnen (of konden) met instrumenten die eigenlijk voor de rechtshandige medemens zijn gemaakt, zoals Paul McCartney, Jimi Hendrix of (surfrocker) Dick Dale. Zet de snaren er omgekeerd op (van dun naar dik), draai het instrument om, zodat de dikke snaar toch boven zit en je bent klaar. Of doe zoals Dick Dale: laat de snaren omgemoeid en speel alle akkoorden ‘op de kop’.

Linkshandig viool spelen is dus ook heel goed mogelijk. Het gebeurt alleen nauwelijks en wordt door vioolleraren afgeraden, simpelweg omdat het een hoop ellende scheelt. De leden van een orkest zouden elkaar lelijk in de weg zitten als ze in verschillende richtingen zouden strijken. En een linkshandige violist tussen een batterij rechtshandige collega’s – dat ziet er gewoon niet uit.

De Finse dirigent Paavo Berglund (82) weet er alles van. Berglund, die zijn carrière als violist begon, werd wegens zijn linkshandigheid naar verluidt naar de achterste rijen van het orkest verbannen. „In een orkest kan het eigenlijk niet”, zegt Alexander Oosten, vioolbouwer te Rijswijk. „Het komt eigenlijk alleen voor in kwartetten, of bij solisten.”

Er zijn ook veel praktische problemen. Vioolinstructies zijn gemaakt voor rechtshandigen, je kunt niet zomaar een instrument van collega’s oppakken en uitproberen, de keus aan instrumenten is veel kleiner. Strijkers die linkshandig spelen (dus met de strijkstok in de linkerhand), doen dat meestal uit noodzaak. Bijvoorbeeld omdat ze door een ongeluk vingers missen.

Nog een probleem: anders dan op het eerste gezicht lijkt, is een viool bepaald niet symmetrisch. Zo zit er aan de binnenkant, onder de dikste snaar, een zangbalk, een lat die de trillingen op een bepaalde manier over het blad verdeelt. Je kunt dus niet zomaar de snaren andersom aanbrengen en gaan spelen. Om van een rechtshandige viool een linkshandige te maken die net zo goed klinkt, moet van alles worden verbouwd. Een kostbare grap.

Stéphane Alonso