Rechtbanken moeten in beginsel altijd tv-camera’s in de rechtszaal toelaten, en alleen beperkingen opleggen om de privacy van verdachten, getuigen en slachtoffers te beschermen of om veiligheidsredenen. Een landelijk themakanaal waarop rechtszaken live zijn te volgen is een optie.
Dat schrijft een commissie onder voorzitterschap van Yvonne van Rooy (voorzitter college van bestuur Universiteit Utrecht) die op verzoek van de Amsterdamse rechtbank het proces tegen Geert Wilders heeft geëvalueerd. Het bestuur van de Amsterdamse rechtbank bespreekt het rapport vandaag.
De berechting van de fractievoorzitter van de PVV op beschuldiging van discriminatie was afgelopen jaar live op televisie te volgen. Volgens sommige rechters leidde dat tot onnodig spektakel, zoals herhaaldelijke verzoeken tot wraking van rechters. Oud-raadsheer en getuige Tom Schalken vindt dat rechters „geen regie voerden” en klaagde over een „schandalige en respectloze” behandeling door de rechtbank.
Volgens de commissie-Van Rooy moet de Raad voor de Rechtspraak, het bestuursorgaan van de rechters, bekijken of een themakanaal Rechtspraak TV mogelijk is. Via internet kan de publieke omroep dan rechtszaken live uitzenden. Een aantal rechters denkt dat daardoor „meer evenwicht in de beeldvorming ontstaat”, zegt de commissie. Het beeld dat over de rechtspraak bestaat wordt nu vooral door de „uitzonderlijke, geruchtmakende zaken” bepaald. Tegenstanders binnen de magistratuur van het toelaten van tv in de rechtszaal vrezen te hoge kosten van een Nederlandse ‘Court TV’ en vragen zich af of ‘gewone’ zaken niet te saai zijn voor de kijker.”
De commissie, waarvan ook het voormalige hoofd van de Rijksvoorlichtingsdienst Jaap van der Ploeg deel uitmaakt, adviseert bij nieuwbouw standaard rechtszalen uit te rusten met ingebouwde camera’s. Rechters moeten wel met omroepen afspraken maken over de regie van de zittingen.
De commissie merkt in haar rapport op dat het debat over wel of niet meer openbaarheid in de rechtspraak zich voordoet in een tijd „waarin het gezag en de autoriteit van de rechterlijke macht niet vanzelfsprekend zijn”.
Daarom is goede informatievoorziening belangrijk, zegt de commissie. Ze stelt voor dat ervaren rechters en communicatiedeskundigen rechters voorafgaand aan de behandeling van spraakmakende zaken trainen in „toegankelijk taalgebruik en het omgaan met de media”. Ook in de opleiding tot rechter moet er aandacht zijn voor optreden voor de camera en contacten met journalisten. Ervaren rechters moeten hierin worden bijgeschoold.
De commissie adviseert rechters om bij de media steun te zoeken bij de kwestie van openbaarheid. Tegenstellingen tussen rechters en journalisten op dit gebied „leiden tot een maatschappelijk debat dat het imago van rechtbanken kan schaden”. In dat licht oppert de commissie een vereniging van professionele rechtbankjournalisten op te richten.