Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Politiek

Onder het puin ligt Mahire Bal

De Koerden in het oosten van Turkije vermoeden dat ze om politieke redenen niet snel genoeg geholpen worden na de zware aardbeving. Maar hulp is nooit snel genoeg.

Ze zijn zelf maar begonnen. Met beitels en hakbijlen en tuinschoppen in het puin van de aardbeving. Sommige buurtbewoners graven zelfs met hun blote handen, in hun beste pak en hun zorgvuldig gepoetste schoenen. Ze halen hun handen open, trekken het leer van hun schoenen kapot. Het is onbegonnen werk tegen het gewapende beton, de zes verdiepingen die hier in Van, de meest zuidoostelijke stad van Turkije, zondagmiddag om even over half twee op elkaar werden geplet, alsof het pizzadozen waren. Maar wat kunnen ze anders, een etmaal later, terwijl hulp van elders nog op zich laat wachten?

Wat kan Ihsan Bal anders dan schreeuwen, zonder ophouden, tegen de handvol reddingswerkers, dat zijn dochter Mahire hier ligt, honderd meter van de plek waar zij nu aan het graven en het boren zijn. Negentien is ze, student schilderkunst. Ze zou lerares worden in Van, dat door de levendige handel met het buurland Iran is uitgegroeid tot een kleine metropool van driehonderdduizend inwoners.

Het verre oosten van Turkije is al even snel verstedelijkt als de rest van het land. Van is bezaaid met pas geverfde gebouwen die recent werden opgetrokken voor nog meer nieuwkomers van het platteland. Het gros van die gebouwen staat fier overeind, ondanks de kracht van de aardbeving: 7.2 op de schaal van Richter. Veel bouwondernemers blijken zich te hebben gehouden aan de verscherpte regelgeving die werd ingevoerd na de grote beving van 1999 ten zuiden van Istanbul, die bijna 18.000 Turken doodde. Deze nieuwe beving heeft 366 levens gekost.

Maar niet de huisbaas van Mahire Bal en haar medestudenten. Buurtbewoners hebben zijn naam achterhaald en lopen met kopieën van zijn identiteitspapieren rond. „Dit is hem”, zeggen ze en laten zijn naam zien: Nezir Bas. Hij deed niets toen de inspectie hem dit jaar nog vertelde dat zijn gebouw een grote aardbeving niet zou overleven. Ze vertelden hem dat hij niet zomaar een aantal steunpilaren kon weghalen om nog wat appartementen bij te bouwen. Maar Nezir Bas luisterde niet. Daar is hij niet het type voor, zeggen ze.

Bouwondernemers gaan vaak vrijuit, ook al blijken hun gebouwen massavernietigingswapens. Veli Gocer werd het gezicht van de ramp van 1999. Hij is de enige die de gevangenis inging voor zijn roekeloosheid. Begin dit jaar kwam hij vrij.

Het is chaos op de plek waar Mahire Bal onder het puin ligt. Graafmachines graven, generatoren loeien, toeschouwers schreeuwen. In die herrie manen reddingswerkers vergeefs tot stilte om te horen of ergens onder het beton nog leven is. „De buurt wil iets doen, ze willen helpen maar ze beseffen niet dat ze meer kwaad dan goed doen”, zegt Emraa Erbik, zijn gezicht bedekt met een dikke laag stof.

De buurt is boos, voortdurend. Aan de randen van de puinhopen breken voortdurend schermutselingen uit. Er wordt geroepen dat de graafmachines met veel te veel geweld te werk gaan, terwijl er nog levenden onder het puin kunnen liggen. „Ze sturen veel te weinig hulp, omdat ze niet om de Koerden geven”, zegt Ayhan Cemberlita, die vanuit Izmir naar Van reisde om zijn Koerdische familie te helpen.

Premier Erdogan wilde die klacht vermijden. Hij was al binnen twee uur na de aardbeving op weg naar het rampgebied. Oppositieleiders buitelen over elkaar heen om hun medeleven met de Koerden te betuigen. Maar in Van is niemand vergeten dat deze regering tienduizend soldaten over de grens met Irak heeft gestuurd met de strijders van de Koerdische PKK af te rekenen. Het nieuws meldt dat in die strijd „270 terroristen” zijn gedood. Hetzelfde leger dat aan de andere kant van grens doodt, helpt hier met zoeken naar overlevenden.

Tegen middernacht heeft vader Ihsan Bal het schreeuwen opgegeven. Enkele uren daarvoor was er heel even contact met de mobiele telefoon van zijn dochter. Er werd opgenomen met het toestel, maar er klonk geen geluid meer aan de andere kant van de lijn. Na zes seconden werd de verbinding opnieuw verbroken. Sindsdien is er niets meer van zijn dochter vernomen. Ihsan Bal gaat op een matras liggen naast de puinhopen en trekt een dekbed over zich heen. Hij sluit zijn ogen.