Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Economie

Griekse bank vreest afschrijving

Veel Griekse banken hebben eigen staatsobligaties in portefeuille. Voor hen zou een gedwongen afschrijving van de schuld een regelrechte ramp zijn.

Athene. - Het wegstrepen van 50, misschien wel 60 procent van de Griekse staatsschuld klinkt royaal. Maar Grieken hebben niet bepaald het gevoel dat ze gematst worden. Ze houden hun hart vast voor de toekomst van hun banken en pensioenfondsen.

Bijna eenderde van de 347 miljard euro aan Griekse obligaties die centraal staan in het Europees topoverleg over de omvang van de Griekse staatsschuld, is in Griekse handen. Als daarop fors moet worden afgeschreven, zal de regering opnieuw moeten lenen om te voorkomen dat Griekse banken, verzekeraars en pensioenfondsen omvallen. Dat doet de schuldvermindering weer voor een groot deel teniet.

Bankiers praten liever niet hardop over doemscenario’s. Ze weten hoe gevoelig financiële markten reageren. Maar de afgelopen weken waarschuwt de ene na de andere Griekse bankier tegen wat hen mogelijk boven het hoofd hangt: bezitters van Griekse obligaties moeten misschien meer dan de helft van de waarde afschrijven.

De besprekingen in Brussel gaan niet over de totale staatsschuld van ongeveer 347 miljard euro. De noodleningen door de landen van de eurozone, de ECB en het IMF – eenderde van het totaal – zijn ervan uitgezonderd. Dat maakt een schuldafschrijving in hoge mate een sigaar uit eigen doos, want een groot deel van de Griekse obligaties is in Griekse handen. Ruim 70 miljard staat op de balans van Griekse en Cypriotische banken, nog eens zo’n 26 miljard bij Griekse pensioenfondsen en verzekeraars. Die hebben het al moeilijk door de effecten van de recessie en stijgende werkloosheid, waardoor de fondsen minder binnen krijgen, maar wel meer moeten uitkeren.

Een grote, niet vrijwillige afschrijving kan leiden tot de volledige ineenstorting van de lokale bankensector, waarschuwt de Alpha Bank in een rapport van 13 oktober. Met alle gevolgen van dien voor de rest van de eurozone.

In een ingezonden stuk in de Financial Times schrijft de Griekse econoom en voormalig tweede man van de ECB Lucas Papademos deze week dat een grote gedwongen schuldafschrijving een ongewenst effect kan hebben doordat het vertrouwen in de Griekse financiën voor lange tijd weg zou zijn, wat herstel van de economie sterk bemoeilijkt.

Het netto effect van een schuldafschrijving op de omvang van de staatsschuld is relatief klein, rekenen financieel experts voor. De banken zullen gedwongen zijn bij de staat aan te kloppen voor redding. Het Helleens Financieel Stabiliteitsfonds, opgericht in het kader van het IMF-programma voor Griekenland, heeft daarvoor onvoldoende in kas.

Om banken en pensioenfondsen overeind te houden, zal Griekenland dus opnieuw van Europa moeten lenen. Een vijftig tot zestig procent ‘haircut’, zoals de gedwongen afschrijving in het jargon heet, zou daardoor slechts leiden tot een schuldvermindering van zo’n twintig procent van het totaal en in het zwartste scenario: tot nationalisering van vrijwel alle Griekse banken.

De waarschuwingen zijn deels onderhandelingstechniek en een pleidooi voor zo groot mogelijke garanties voor banken. Maar ze illustreren ook de complexiteit van het Griekse drama, dat in sommige gevallen het spiegelbeeld is van de crisis elders.

Zo stond het tentenkamp van ‘verontwaardigden’ die voor de zomer wekenlang in het centrum van Athene en Thessaloniki kampeerden niet voor het beursgebouw, zoals bij de Occupy-beweging in New York en Amsterdam. De Griekse kampeerders kozen ervoor hun tenten recht tegenover het parlement op te slaan. De bankiers worden niet als hoofdschuldigen van de crisis gezien. Ze worden hier en daar zelfs slachtoffer genoemd.

Voor de schuldencrisis vormden de Griekse banken een van gezondste en meest succesvolle takken van de Griekse economie. Ze bankierden behoudend, hadden weinig gevaarlijke financiële producten in portefeuille en expandeerden op de Balkan. De globale financiële crisis liet ze relatief onberoerd.

In Griekenland hoefden de banken niet door de politiek gered te worden. Maar het was wel de politiek die er met onverantwoorde staatsuitgaven voor heeft gezorgd dat banken moeten vrezen voor nationalisatie. Bankiers staan nu in het debat soms zelfs aan dezelfde kant als de vakbondsleiders, die waarschuwen voor de effecten van gedwongen afschrijving op het vermogen van de Griekse pensioenfondsen en dus voor de hoogte van de pensioenen.

Wat Griekenland boven alles nodig heeft is groei, zeggen Griekse analisten, zoals George Kirtsos, eigenaar van een gratis krant en veel gevraagd politiek commentator. Een grote schuldafschrijving ‘symboliseert’ de wil van de EU dat Griekenland deel blijft uitmaken van de eurozone, zegt hij en dat zorgt voor enige stabiliteit. Maar een oplossing voor de crisis is het allerminst.

Een grote afschrijving drijft de banken in een nog benardere positie, leidt mogelijk tot nationalisaties en verkleint de kans voor Griekse ondernemers op krediet zo mogelijk nog verder, somt hij op tijdens een gesprek in zijn kantoor in Athene.

Hij neemt zijn eigen uitgeverij als voorbeeld. Steeds meer adverteerders betalen hun rekeningen niet, de belastingdienst klopt voortdurend aan, de bank geeft niet thuis, en de economie blijft krimpen. „De private sector in Griekenland overleeft dit niet”, voorspelt Kitsos.

Daar zou volgens de uitgever door Europa geld in moeten worden gepompt, want ‘zolang het land niet uit de recessie komt is het gedoemd’. „ Als je sowieso niet kunt terugbetalen maakt het in feite niet uit of je 360 of 250 miljard schuldig bent.”