Het is al weken een dingetje op Twitter, de #bonenestafette. Nu ja, onder culitweeps dan, een clubje mensen dat dagelijks en onvermoeibaar met elkaar converseert wat ze eten, waar ze eten, met wie ze eten, enzovoort. Een aantal van hen, onder wie culinair journalisten Onno Kleyn en Lizet Kruyff, heeft onlangs bedacht dat het geinig zou zijn om via dit sociale netwerk de consumptie van bonen eens een zetje te geven.
„De boon”, zo valt te lezen op nieuwvers.nu, de website waar de bonenestafette is ondergebracht, „is impopulair geworden. Er kleeft nog steeds het imago aan van een wat troosteloos product dat ten tijde van de jaren zeventig populariteit genoot in chili con carne, witte bonen in tomatensaus uit blik of ‘moederaarde’-achtige schotels met linzen. Terwijl de boon (pardon, peulvrucht) juist perfect zou passen in de hedendaagse en duurzame eetcultuur.”
Niets tegenin te brengen, en dus zei ik volmondig ja toen men mij vroeg of ik het bonenstaakje ook een stukje wilde dragen. Maar dat was voordat ik de spelregels had gelezen. Die regels luiden: 1. eet minimaal een dag en maximaal drie dagen bonen bij het ontbijt, de lunch, het avondeten en op drie momenten tussendoor. En 2. praat, schrijf en Twitter erover.
Drie dagen zes keer per dag bonen eten? Dat trekt toch geen enkele dikke darm? Zelfs wanneer je voor peulvruchten met een lager gehalte aan oligosacchariden (de gasgevers) kiest, zoals linzen, mungbonen en sojabonen, lijkt me zo’n dieet rijkelijk zwaar te verteren.
Dus laat ik hier maar gewoon toegeven: aan spelregel 1 heb ik me niet gehouden. Wel kwamen vorige week drie keer peulvruchten op tafel. En dan tel ik de tofu en Chinese gefermenteerde zwarte boontjes (beide gemaakt van sojabonen) in de ma po dou fu niet eens dubbel.
Aan spelregel 2 voldoe ik graag en bij deze. Het recept voor mijn ma po do fou is te vinden op nrcnext.nl/koken, net als het lam met witte bonen in tomatensaus dat vorige week op tafel kwam. Hierbij het derde peulvruchtenrecept: een salade van linzen, kerstomaatjes, rucola en geitenkaas.
Voor 4 personen:
250 gram niet-stukkokende linzen (zoals linzen uit Puy of Dupuislinzen uit de natuurvoedingswinkel)
1 eetlepel rodewijnazijn
1 theelepel mosterd
3 eetlepels extra vergine olijfolie
300 gram (tros-) kerstomaatjes, gehalveerd
2 lente-uitjes, in ringetjes
75 gram rucola
een klein handje verse korianderblaadjes
200 gram jonge, zachte geitenkaas
Kook de linzen in 20 tot 30 minuten beetgaar in royaal water met een snuf zout. Spoel ze koud en laat uitlekken. Klop een dressing van de azijn, mosterd, olie en versgemalen peper en zout naar smaak. Meng de linzen, kerstomaatjes, lenteui, rucola, koriander en dressing en verdeel over 4 borden. Verbrokkel de geitenkaas erboven.