Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Economie

Zij werkt over, hij doet de kinderen. En baalt daarvan.

De ‘papadag’ is compleet geaccepteerd, maar daar houdt het ook wel op met de emancipatie. Vrouwelijke kostwinners zijn bijna even zeldzaam als tien jaar geleden. Niet alle mannen kunnen er tegen als hun vrouw meer verdient.

Achteraf gezien heeft ze de oerinstincten misschien wel onderschat, denkt Suzanne van Tilburg. Mannen willen diep in hun hart dat hun vrouw tegen ze op kijkt. Haar ex ook. „Hij riep ooit: ‘Je kijkt op me neer! Je hebt geen respect.’ Daar had hij wel een punt. Alleen had dat niets te maken met zijn rol als huisman, maar alles met zijn worsteling met de invulling van die rol.”

Van Tilburg, hoofd van de afdeling landbouw op de Nederlandse ambassade in Moskou, was jarenlang kostwinner. Zij maakte carrière op ambassades in Kiev, Brussel en Washington, hij deed de kinderen. Dat ging lang goed.

Eenmaal terug in Nederland kwam de omslag. „In de VS is het veel normaler dat vrouwen fulltime werken en mannen soms thuiszitten. Er was een compleet At-Home-Dad-netwerk, inclusief een jaarlijkse conferentie”, vertelt Van Tilburg. „In Nederland waren wij ineens de uitzondering. Werd mijn man argwanend bekeken. Hij ging twijfelen aan zijn bestaan als huisman en reageerde dat op mij af. Ik vluchtte in mijn werk. Dat werd een negatieve spiraal.” Uiteindelijk kwam het tot een scheiding en vertrok Van Tilburg naar Moskou, mét de kinderen.

Mannen die thuisblijven om voor de kinderen en het huishouden te zorgen terwijl hun vrouw de kost verdient, maken een grotere kans om depressief te worden, stelde de Amerikaanse onderzoeker Boadie Dunlop onlangs vast in het toonaangevende British Journal of Psychiatry. Ook blijken deze mannen meer conflicten binnen hun huwelijk te hebben dan mannen die zichzelf wel als kostwinner zien. Mannen zijn, meer dan vrouwen, voor hun eigenwaarde afhankelijk van wat de buitenwereld van hen denkt. „Als ze thuis zitten, hebben ze minder gelegenheid zich te profileren ten opzichte van hun concurrenten: andere mannen”, zegt Claudi Bockting, psychologe en onderzoekster van de Rijksuniversiteit Groningen.

Niet voor niets staat bovenaan het lijstje ‘mannelijkheidscoderingen’ van Transact, landelijke expertisecentrum voor huiselijk geweld: Het hebben van een betaalde baan is het belangrijkste in het leven van een man. Een man moet de kost verdienen voor zichzelf en voor degenen die afhankelijk van hem zijn.

„De kans op een depressie neemt toe, zodra iemand een gebrek aan vrijheid ervaart om zijn of haar eigen keuzes te maken. Dat geldt ook voor vrouwen”, zegt Claudi Bockting.

Bij vrouwen wordt twee keer zo vaak als bij mannen een depressie geconstateerd. Geen baan kunnen vinden, gedwongen thuis zitten, voor de kinderen móeten zorgen, gevoelens van minderwaardigheid: „Precies de veelvoorkomende verklaringen voor depressiviteit onder vrouwen. Ze kiezen zelf niet voor die situatie en dus worden ze somber.” Bij mannen komt daar dus nog bij dat ze zich voelen aangetast in hun eigenwaarde, als het hun vrouw wél lukt om een leuke baan met dito inkomen te vinden.

Omgekeerd willen de meeste vrouwen nog altijd het liefst een man die meer én sneller carrière maakt dan zij. „Dat zijn hardnekkige, diep ingesleten patronen”, zegt Wil Portegijs. Zij doet voor het het Sociaal en Cultureel Planbureau onderzoek naar de economische zelfstandigheid van vrouwen. „Een deel van de vrouwen die ik spreek voor mijn onderzoek zien hun eigen inkomen als ‘een mooi extraatje’ en dat van hun man als substantieel. Zélfs als ze meer verdienen! Dat proberen die vrouwen dan een beetje te camoufleren.” Op zich logisch, denkt Portegijs. „De opmars van vrouwen op de arbeidsmarkt is nog maar net begonnen. Je moet niet te snel te veel verwachten.”

De cijfers over het aantal vrouwelijke kostwinners in Nederland geven haar gelijk. Elk jaar komen er een paar duizend vrouwelijke kostwinners bij, maar het aantal blijft laag. Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek was in 2000 van alle hoofdkostwinners met partner 11 procent vrouw; in 2010 is dit gestegen naar 15 procent.

Vrouwen zijn sinds de jaren negentig weliswaar massaal buiten de deur gaan werken, maar verreweg de meeste vrouwen kiezen voor een deeltijdbaan. Het ‘anderhalfverdienersmodel’ is de norm: hij werkt fulltime, zij hooguit drie dagen. Vrouwen verdienen minder, omdat ze minder uren per week werken. Daarnaast zijn ze bijna altijd enkele jaren jonger dan hun man. Tot slot komt hier nog bij dat vrouwen in hun beroepskeuze vaker neigen naar de publieke sector. En daar zijn de salarissen nu eenmaal minder hoog.

Vrouwen verdienen bij hun eerste baan al minder dan mannen, stelt Wil Portegijs. Zelfs als ze precies dezelfde opleiding hebben gedaan. „We zien wel dat vrouwen steeds hoger opgeleid zijn, maar dat vertaalt zich dus nog niet naar hogere lonen.”

De hogere opleiding van de Nederlandse vrouwen kan er uiteindelijk wel toe leiden dat het taboe over vrouwen die voor hun gezin de kost verdienen, sneller wegvalt dan je op basis van de cijfers zou verwachten. De man-verdient-de-kost-traditie zit inderdaad diep ingesleten in de Nederlandse maatschappij, zegt hoogleraar arbeidseconomie Joop Schippers, maar dat was met wel meer zaken het geval. En die veranderden ook: „Tot zo’n vijftien jaar geleden was het nog not done om je kind naar de crèche te sturen. Nu is het eerder gek om het niet te doen.”

Zo snel kan dit proces ook gaan: in een vriendengroep zal de eerste jonge man die met een hogeropgeleide vrouw aankomt misschien nog worden uitgelachen. Maar bij de derde of vierde vriend zal het al veel normaler worden. Als dat fenomeen maatschappelijk geaccepteerd raakt, zal automatisch ook het aantal vrouwelijke kostwinners in een stroomversnelling raken. Joop Schippers: „Ik zie nu op een doordeweekse ochtend tientallen jonge vaders met hun kinderen door de stad fietsen. Dat was tien jaar geleden ook wel anders.”