Turkije heeft aangegeven alle Israëliërs die betrokken waren bij de bestorming van het Turkse schip Mavi Marmara vorig jaar mei te willen vervolgen. Israël weigert excuses aan te bieden voor de negen Turkse doden die daarbij vielen.
Eerder vandaag gaf Ankara aan dat de Israëlische ambassadeur voor woensdag het land moet vertrekken en schortte het de militaire samenwerking met het land op.
In een verklaring laat de Turkse ambassade in Washington weten dat Turkije “juridische stappen” gaat ondernemen tegen de “Israëlische soldaten en alle andere betrokkenen voor de gepleegde misdaden”, meldt de Israëlische krant Ha’aretz.
Vorig jaar mei enterden Israëlische commando’s het schip Mavi Marmara dat de blokkade van Gaza wilde doorbreken. Bij de aanval werden negen Turken gedood. Turkije eist excuses voor de inval, maar tot op heden heeft Israël geen spijt betuigd. Daarbij voelt Israël zich gesterkt door een VN-rapport, dat al in handen is van The New York Times, dat stelt dat de bestorming door Israëlische commando’s terecht en legaal was.
Volgens The New York Times stelt het VN-rapport dat Turkije en Israël hun diplomatieke betrekkingen en samenwerking moeten herstellen, “in het belang van de stabiliteit in het Midden-Oosten en de internationale vrede en veiligheid”.
De beslissing van Turkije om alle militaire akkoorden met Israël op te schorten en alle Israëlische diplomaten met een hogere positie dan tweede ambassadesecretaris naar huis te sturen, laat zien dat het VN-rapport de kloof tussen Jeruzalem en Ankara heeft vergroot. De Turkse verklaring benadrukt dat alleen Israëlische excuses deze kloof weer kunnen dichten.