In Syrië zijn in verschillende steden opnieuw anti-regeringdemonstranten door het Syrische leger doodgeschoten. Ooggetuigen en rechtenactivisten spreken van zeker elf doden.
Naar verluidt zijn zijn vandaag na het vrijdagsgebed een miljoen mensen de straat opgegaan om te protesteren tegen het autocratische regime van president Bashar al-Assad. De demonstraties vonden plaats in verschillende delen van het land.
Vijf burgers vonden in Homs de dood, een stad ten noorden van hoofdstad Damascus, toen tanks werden ingezet om protesten in de kiem te smoren. In Damascus kwamen nog eens zes mensen om het leven.
In de Koerdische regio zijn tientallen mensen gewond geraakt nadat de politie en regeringstroepen traangas inzetten om de demonstranten uiteen te drijven, aldus ooggetuigen.
De onrust in Syrië speelt al sinds maart. Nu de conflicten in hevigheid toenemen, veranderen de demonstranten hun eisen. Naast meer vrijheid en een einde aan het geweld door het regeringsleger, wensen zij nu ook de omverwerping van het regime van Bashar al-Assad.
Omdat vrijwel geen buitenlandse journalisten toestemming krijgen in Syrië te werken, is het moeilijk om onafhankelijke bevestiging te krijgen van nieuws uit het land.