Meestal is het maar een uitdrukking, maar Janelle Monáe kreeg iedereen in de zaal werkelijk op de hurken. Na een spetterende, theatrale show met zeventig minuten messcherp synchrone dans van haar achttienkoppige band was het publiek klaar gestoomd om mee te gaan in de aanwijzingen van de zangeres. Zelf zong ze door, liggend op het podium.
Het was de apotheose van een geweldig, energiek optreden. Het einde had je niet willen missen, maar bij het begin moest je ook zijn. Na een klassiek getinte ouverture, ingeleid door een heuse spreekstalmeester kwam de zangeres op als één van drie in monnikspijen vrouwen. De hele band, in zwart-wit gekleed, stortte zich vervolgens in de jachtige songs van haar album The ArchAndroid. Het nummer Faster kreeg een opzwepende uitvoering, begeleid door in zwart catsuits gestoken danseressen met witte laarsjes.
De turborockfunk van Monaé leent zich niet voor subtiele melodieën, maar leunt op de stompende ritmesectie en de gladde vocalen van Monaé, waarbij blazers, een gierende elektrische gitaar en keyboards de liedjes verder opstuwen.
Janelle Monáe duikt het publiek in tijdens haar show op North Sea Jazz 2011
Maar halverwege frappeerde Monáe met een ballade en het kalme Mushrooms & Roses, die het tempo uit het concert haalde. Langzaamaan past Monaé niet, maar des te meer kon je je vergapen aan de coolness van de jonge Amerikaanse. Haar uitrusting is een eigentijdse versie van Metropolis (de film) en de gay jaren twintig (de jazzclubs), zoals haar muziek een sciencefictionverhaal is over androids en de overlevingskansen van de liefde.
Monaé speelde ook twee verrassende covers: ABC van The Jacksons en I’m Just a Girl van No Doubt, waarbij vooral haar versie van de jeugdige falset van Michael Jackson een klein wondertje was.
Ondanks alle opwinding was het lang een geheel beheerste show. Theater berust op een pakket afspraken en dat korset beperkt Monáe ook. Pas de laatste drie nummers ging de zwarte stropdas af, het boordknoopje open en ging Monáe los. In de optredens die ik de voorafgaande jaren van haar zag, hing haar hoge kuif al snel voor haar ogen, nu kwam dat moment pas toen ze wild dansend Cold War inzette. ‘Do you know where you fighting for’, riep ze, waarna de band tot een fenomenaal crescendo kwam.
Met dezelfde inzet volgde een uitgesponnen, rijk versierd Tightrope en het daverende slotstuk Come Alive. Monáe is allesbehalve het cliché van de wulpse zwarte vrouw uit hiphopvideo’s, maar hier ging ze zo mee in de muziek dat ze zo maar enkele heupstoten ten beste gaf.
Dit wordt het concert waar iedereen het over zal hebben de komende dagen. Wat een strakke show, wat een dansers, jammer van die covers. Janelle Monáe is supercool. En ja, ze speelde de zaal plat, in iedere betekenis.