In de grote steden lopen de afdelingen techniek van het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) leeg.
Op de drie scholen in Amsterdam doen nog maar iets meer dan vierhonderd middelbare scholieren techniek, in Utrecht zijn dat er nog maar honderddertig en in Rotterdam driehonderdvijftig. Tussen 2006 en 2010 daalde het aantal vmbo-techniekleerlingen in Nederland van 41.000 naar 29.000, schrijft NRC Handelsblad vandaag.
Buiten de grote steden is er echter wel een relatief grote belangstelling voor techniek. Zo heeft de Zuid-Hollandse gemeente Schoonhoven meer vmbo-leerlingen techniek dan Amsterdam en Rotterdam bij elkaar en is de interesse voor techniek in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe nog altijd groter dan bijvoorbeeld economie.
Middelbare scholieren in de grote steden kiezen liever voor economie en zorg en welzijn dan voor techniek. Bovendien blijkt het onderwijsniveau te hoog voor veel leerlingen, zo is de afdeling autotechniek van het Bredero Beroepscollege in Amsterdam-Noord gesloten omdat de leerlingen het niveau niet aankonden. Bij de afdeling bouw van het Bredero Beroepscollege is vooral rekenen een groot probleem voor de leerlingen.
In het hele vmbo is het aantal leerlingen in enkele jaren tijd fors gedaald. Bij de invoering van het vmbo in 1999 ging zestig procent van alle derdeklassers hier naartoe, tien jaar later was dat nog maar de helft. Het aantal middelbare scholieren bleef echter ongeveer gelijk. De krimp zit vooral in de praktijkgerichte opleidingen op het vmbo. De basisberoepsgerichte leerweg krimpt het snelst: van 64.000 leerlingen in 2006 naar 46.000 in 2010.
Lees meer in de papieren of digitale editie van NRC Handelsblad.