De dode mier hiernaast (foto 1) leefde zijn laatste uren als een zombie. Dat concluderen biologen na jarenlang onderzoek in een Thais bos. Deze week schreven ze erover in BMCEcology. De mier stierf aan een schimmelinfectie –uit zijn kop groeit een paddestoel (foto 2). Al in de uren voor zijn dood gedragen geïnfecteerde mieren zich abnormaal. Het punt is: niet willekeurig abnormaal. Precies zo dat het voordelig is voor de schimmel, is de stelling van bioloog David Hughes en zijn collega’s. ‘Het gemanipuleerde individu lijkt nog wel op een mier, maar het is een schimmel geworden die zijn schimmelgedrag uit via een mierenlijf.’ Mieren als deze (Camponatus leonardi) leven in boomkruinen in het regenwoud. Op de grond zijn ze zelden te vinden. Alleen ‘zombiemieren’ lopen in hun eentje uren door de ondergroei, in een stuurloze dronkemanswandeling. Soms vallen ze van een blad af, maar altijd kruipen ze er weer op. Ze maken hun wandelingen alleen in de late ochtend. Dan, rond het middaguur, bijten ze zich vast aan de onderkant van een blaadje, in een grote nerf. Gezonde mieren doen dat nooit. De mieren komen niet meer los. In een paar uur kwijnen ze weg. De biologen zagen dat de koppen van besmette mieren vol zitten met schimmelsporen (microscoopfoto 3). De sporen tasten de kaakspieren aan (microscoopfoto 4). Dat kan verklaren waarom de kaak zich niet meer opent. Ook de plaats en het tijdstip van het vastbijten zijn een aanpassing van de schimmel, denken de Deense en Amerikaanse biologen. In de ondergroei, rond de middag, is het warm en vochtig. Dat bevordert de groei van de schimmel in het mierenlijf. Schimmels hebben een dagritme, maar hoe ze dit mierengedrag kunnen synchroniseren, blijft een raadsel. (HvS)
N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
/s3/tark/NH/201105/14/1491646.jpg)
Een versie van
dit artikel
verscheen ook in
NRC Handelsblad
van 14 mei 2011