Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Politiek

Universele thema's van Albert Hahn

Albert Hahn, tekenen om te ontmaskeren. Stedelijk Museum Zutphen, t/m 13/6. museazutphen.nl ****

Hangwangen, een gefronst voorhoofd, pruilende mond en een afgezakt brilletje onder donkere, priemende ogen. Wie iets van de geschiedenis van het opkomend socialisme weet, herkent hem direct: Abraham Kuyper, verklaard tegenstander van ‘de rooien’. Zo werd hij in satirische bladen vereeuwigd. Kuyper, leider van de orthodoxe vleugel van het Nederlands protestantisme en oprichter van de eerste politieke partij in Nederland (de Anti Revolutionaire Partij) was een geliefd onderwerp van politieke tekenaars. In 1901 werd hij eerste minister, nadat hij een coalitie had gesmeed met de katholieken van dr. Schaepman, een priester notabene. Samen hielden zij de opkomende arbeidersbeweging onder de duim.

De jonge tekenaar Albert Hahn (1877-1918), bevlogen door het socialisme, stond erbij en legde het vast in groteske vormen. Hij werd er de grootste Nederlandse politieke tekenaar mee. Tussen 1902 en zijn vroege dood in 1918 maakte hij 3600 tekeningen en bijna 800 omslagen voor de geïllustreerde bijlage van de linkse krant Het Volk.

In Zutphen is nu een tentoonstelling ingericht over Albert Hahn en zijn werk. Helaas zijn de figuren op de prenten van Hahn niet altijd in een context gezet. Want als je ze nu bekijkt liggen de zaken waar Hahn zo fel op was betrekkelijk eenvoudig. Natuurlijk moet iedereen kiesrecht hebben. Natuurlijk is het zielig als arme stadskindertjes in krotten wonen, niet naar zee kunnen en als enige vertier met een stokje in een vieze gracht zitten te roeren. Natuurlijk is het schande als vakbonden niet erkend worden. Maar het knappe van de prenten van Hahn zit hem nou juist in de felheid, de directheid van de aanklacht en in het sterk tijdgebonden realisme.

De twee thema’s zijn propaganda voor de arbeidersbeweging en het aan de kaak stellen van regering en kapitalisten. De iconografie is helder. Een arbeider is een stevig gebouwde, eenvoudig geklede figuur. Hij is zeker van zich zelf en er valt licht op hem. Op één van de tekeningen zie je de lange weg die de kameraden nog te gaan hebben, maar in het verschiet is een opkomende zon. Het is gemakkelijk te begrijpen vormentaal, ook voor wie niet kan lezen.

Scherper was Hahn over het beleid van de regeringscoalitie. Voor de tentoonstelling werden vooral beelden van Abraham Kuyper gekozen. Juist daarbij is het jammer dat de aanleiding voor al die spot niet altijd wordt toegelicht. Je ziet de minister als een ingezakte pudding (wat was er mis gegaan?), als een bullebak op een gebarsten ei (hoe zat het dan met die arbeiderswet die in dat ei zit?). De kluif die Kuyper op een andere tekening als een hond in zijn bek houdt is kennelijk een voorstel voor een wet op het hoger onderwijs.

Gelukkig zijn het mooie, krachtige tekeningen en als universele boodschappen zijn ze geestig en sterk. Niet iedereen vindt dat, blijkt uit het bezoekersboek: ‘Volgende keer liever grappige spotprenten!’