Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Politie, recht en criminaliteit

‘Hier staat een man die 24 uur geleden iets gruwelijks heeft meegemaakt’

Bedrijfsleider Luc Vlaardingerbroek van het Albert Heijn-filiaal in winkelcentrum De Ridderhof vanmorgen in kerk De Goede Herder, Alphen aan den Rijn. Foto Evelyne Jacq.

Bedrijfsleider Luc Vlaardingerbroek van het Albert Heijn-filiaal waar gisteren de schietpartij plaats had, was vanmorgen bij de dienst in De Goede Herder, een protestantse kerk in Alphen aan den Rijn. Verslaggever Jannetje Koelewijn van NRC Handelsblad schreef het volgende verslag:

Die hoge lach na elke zin die hij uitspreekt. Die drukke gebaren waarmee hij zijn woorden begeleidt. Luc Vlaardingerbroek probeert zichzelf en zijn omstanders te laten geloven dat hij alles weer onder controle heeft, maar het is niet zo. Hier staat een man die – hij kijkt op zijn horloge – precies 24 uur geleden iets gruwelijks heeft meegemaakt.
Het is zondagochtend tien over twaalf. De dienst in De Goede Herder, Alphen aan den Rijn, is een halfuur geleden afgelopen en alle broeders en zusters van de protestants-christelijke gemeente staan nog met elkaar te praten. Buiten, bij de ingang van de kerk, drommen de persmensen samen. Zo worden ze hier binnen genoemd: persmensen. Moet je voor uitkijken.
Luc Vlaardingerbroek gaat anders altijd naar de dienst van half tien in De Bron, de kerk naast winkelcentrum De Ridderhof. Maar die is zondagochtend op last van de politie gesloten: plaats delict. Dominee Nieuwenhuis wacht op de stoep in de zon zijn gemeenteleden op en verwijst ze naar de dienst van tien uur van dominee Van Stralen.
Zomerjurken, lichte broeken, overhemden met korte mouwen. Als je alleen zou kijken, zou je denken dat er zo een trouwpartij begint – ook door het drukke, opgewonden gemurmel. Maar luister naar wat mensen tegen elkaar zeggen.
“Ik denk: zal ik eerst boodschappen gaan doen of zal ik naar de bieb. Ik naar de bieb, word ik gebeld door mijn man: waar ben je, waar ben je?”
“Normaal ben ik op dat uur altijd bij de Albert Heijn, maar uitgerekend gisteren moest ik mijn dochter wat vroeger naar korfbal brengen.”
“Tien minuten daarvoor was ik nog bij de C1000. Zit ik thuis koffie te drinken, hoor ik opeens die helikopters. Je weet waarvoor je gespaard wordt, hè.”
Doodse stilte als dominee Van Stralen binnenkomt. Hij draagt een zwarte toga. Hij spreidt zijn handen uit en bidt: “Een mooie, zonnige zaterdag kantelde in chaos…” Hij preekt over Johannes 11. Het verhaal van Lazarus die door Jezus uit de dood wordt opgewekt. Maar die tekst heeft de dominee niet voor deze dienst uitgekozen. Die stond op de liturgische agenda.
Na het Heilig Avondmaal en het slotlied (‘Een mens te zijn op aarde in deze wereldtijd […] dat is op deze aarde de duivel wederstaan’) geven de gemeenteleden een voor een de dominee een hand. En daarna lopen ze, in kleine groepjes, naar Luc Vlaarderingerbroek. Hij is de manager van de Albert Heijn op De Ridderhof. Hij was in de winkel toen hij de schoten hoorde. Hij rende naar de ingang en daar zag hij ze liggen. Het lichaam van de vrouw van de modewinkel aan de overkant, voorover op het plaveisel, met kogels in haar rug. En het lichaam van de schutter. Maar dat wist hij toen nog niet. Hij zag een jonge man die een kogel door zijn hoofd gekregen had. Hij zag vooral enorm veel bloed.
Luc Vlaardingerbroek vertelt zijn verhaal telkens opnieuw. Hoe de caissières en de klanten naar achteren renden, naar de dienstruimten. Hoe ze daar verbijsterd met elkaar bleven wachten – maar waarop? Hoe ze daarna naar De Bron werden gebracht en gehoord werden door de politie.
“Het leek wel oorlog”, zegt hij. “Maar mijn mensen hebben zich goed gehouden. Niemand raakte in paniek.”
De gemeenteleden luisteren naar hem en strijken hem over zijn arm. Ze halen koffie voor hem en zeggen dat hij zich ook goed gehouden heeft. En als ze alles gehoord hebben, zeggen ze “sterkte Luc” en maken plaats voor een volgend groepje gemeenteleden.
Een van hen zegt: “Heb je de kassa’s nog kunnen afsluiten?”
“Nee”, zegt Luc Vlaardingerbroek. “Daar maak ik me wel zorgen over. Ik ben ook zakenman. De kassa’s zijn niet afgesloten. Ik hoop maar dat de politie ze goed bewaakt.”
Om kwart voor een, de kerk is bijna leeg, loopt hij naar de kapstok om zijn jas te pakken. Hij kijkt zoekend om zich heen: zijn er nog mensen die zijn verhaal niet gehoord hebben? Ja, daar, nog twee. “Luc, man, hoe gaat het met je?” Dominee Van Stralen, weer in zijn bruine pak, wordt geïnterviewd door een Frans televisiestation. “Le soleil eh… brillait. Un homme qui eh…”