Als het de politiek niet lukt om consensus te bereiken, schuift ze het vraagstuk door naar een commissie van wijzen. Journalist Joe Klein vindt dat zonde en breekt in Time Magazine een lans voor een meer democratisch alternatief: deliberatieve peilingen.
Op welke posten kan bezuinigd worden? En welke sectoren verdienen een investering? Voor die vragen stelde president Obama tijdens de kredietcrisis een begrotingscommissie in, omdat het Congres er niet uitkwam.
Klein stelt dat het beter is om hier de bevolking te raadplegen. Niet via een platte opiniepeiling - dan kiest iedereen ongeïnformeerd met zijn boerenverstand - maar met behulp van een beraadslagend instrument dat hoogleraar politieke wetenschappen James Fishkin in 1988 aan de Stanford University heeft ontwikkeld.
Toegang tot experts
Fishkins Deliberative Polling komt op het volgende neer. Neem een representatieve steekproef van een paar honderd mensen uit de bevolking, nodig hen uit voor een weekendsessie en informeer de mensen die toegezegd hebben over het probleem. Tijdens dat weekend kunnen de genodigden in kleine groepen discussiëren en krijgen zij toegang tot experts, lobbyisten en politici om vragen te stellen.
Na de beraadslaging (de deliberatie) worden de meningen van de burgers over concrete voorstellen gepeild. De uitkomsten zijn een advies aan de politiek. Het hele proces is transparant. Fishkins heeft het wereldwijd tientallen keren gedemonstreerd, zelfs op de Britse zender Channel 4, maar het is nog geen gemeengoed. Commissies zijn de geëigende weg.
Representatiever dan regulier wijkoverleg
Marc Pauly, onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen, introduceerde Deliberative Polling vorig jaar maart in Nederland. Bewoners van de Groningse wijk De Wijert liet hij in opdracht van de gemeente nadenken en beslissen over oplossingen voor veiligheidsproblemen en overlast. Het gemeentebestuur zegde toe dat het advies echt wordt uitgevoerd. Op Socialevraagstukken.nl benadrukt Pauly dat deze opzet representatiever is dan een gewone buurtbijeenkomst, omdat de steekproef geen onderscheid maakt tussen betrokken en afzijdige burgers. Wel constateerde hij dat bewoners negatiever over de veiligheidssituatie in hun wijk zijn gaan denken, omdat hun kennis daarover toenam.
Combinatie van Big Brother, Het Lagerhuis en Expeditie Robinson
Bas van Stokkom, socioloog en filosoof aan de Radboud Universiteit Nijmegen, merkt op dat het proces van Deliberative Polling meningsverschillen kan slechten. “Uit onderzoek blijkt dat burgers in 40 procent van de gevallen na twee dagen hun mening genuanceerd hebben.” Gewone burgers zijn volgens hem goed in staat om competent te oordelen en complexe problematiek te doorgronden. “Alleen moeten ze daar de tijd voor nemen”, zegt hij op de universiteitssite. “Ze moeten verantwoordelijkheid nemen.”
Mark Bovens, hoogleraar bestuurskunde aan de Universiteit Utrecht, noemt Deliberatieve Polling, zoals dat op Channel 4 werd gebracht, een combinatie van Big Brother, Het Lagerhuis en Expeditie Robinson. In 2006 schreef hij dat het een “inhoudelijk, diepgaande vorm van meerderheidstoetsing” is. Iets wat je van referenda niet altijd kunt zeggen.
Geïnformeerde opinievorming
Volgens Fishkin geven conventionele peilingen alleen een impressie van politieke soundbites die door kranten gekopt worden. Publiek dat zich daardoor laat leiden zou beslissen op basis van ‘rationele onwetendheid’. Denk bijvoorbeeld aan het referendum over de Europese Grondwet in 2005. De ene partij waarschuwde voor een ‘superstaat’, terwijl de andere stelde dat bij afwijzing ‘het licht uitgaat’.
Fishkin noemt zijn instrument daarom ‘geïnformeerde opinievorming’ en gaat er prat op dat een significant deel van mening verandert gedurende het proces. In Australië hield hij daarom een Deliberative Poll aan de vooravond van een referendum over de transitie van een monarchie naar een republiek. Voor de peiling wilde 50 procent een direct gekozen staatshoofd, erna hechtte slechts 19 procent daar belang aan.
Moe van de elite
Kritiek op deliberatieve peilingen is er ook. “Selecteer mensen, laat ze luisteren, vragen, debatteren en beslissen. Noemen we dat niet gewoon een parlement?”, reageert Frank Bruni op de website van Time. Daar heeft hij een punt. Maar dat neemt natuurlijk niet weg dat dit soort beraadslagingen de betrokkenheid vergroten (volgens Pauly het centrale doel in het Groningse experiment), politieke patstellingen doorbreekt (Fishkin), mensen genuanceerder maakt (Stokkom) en een breder mandaat oplevert voor de uiteindelijke beslissing. In de woorden van Fishkin: “Mensen zijn moe van elites die zeggen wat ze moeten doen. De tijd is rijp om het proces om te keren.”