Vorige week schreef ik dat Vasili Ivantsjoek na het toernooi op Gibraltar de zesde plaats op de virtuele wereldranglijst innam, maar ik denk dat zijn overwinning in de laatste ronde nog niet was meegerekend. Toen ik een dag later keek stond hij vijfde.
Ik merk dit niet op uit een perverse behoefte om elk onnauwkeurigheidje te verbeteren, maar om nog eens te kunnen wijzen op zijn geweldige prestaties.
In juli 1988 stond de toen negentienjarige Ivantsjoek voor het eerst bij de toptien. Ik keek nog eens naar die oude lijsten. Behalve Ivantsjoek is er niemand van de toptien uit 1988 die er nu ook nog bij is. Niet verwonderlijk natuurlijk, want wie kan 23 jaar bij de toptien staan? Jan Timman was toen net van de derde naar de vijfde plaats gezakt, maar in 1990 zou hij weer even op de derde plaats terugkomen. Anand moest nog tot juli 1991 wachten voor hij bij de beste tien kwam.
Kort geleden gaf Ivantsjoek een mooi interview op een Oekraïense website, dat door verschillende Engelstalige sites werd overgenomen. Waarom was hij nooit wereldkampioen geworden? Ivantsjoek zei: „Ik denk nog steeds dat ik wereldkampioen kan worden, op voorwaarde dat ik dat kampioenschap en de kwalificatietoernooien als normale toernooien beschouw, niet als iets bijzonders. Ik ken mezelf – als een toernooi heel belangrijk is kan ik me er niet goed op instellen, niet voor de computer en ook niet aan het bord. Als de spanning minder wordt, komt de zin om te spelen weer terug en komen er nieuwe ideeën. Waarom is dat zo? Ik weet het niet.”
Het is een verschijnsel waar meer mensen last van hebben en dat me uit eigen ervaring zeer bekend is. Als het succes te belangrijk voor je is, dan komt het niet, ook al ligt het voor het grijpen. Freud noemde het am Erfolge scheitern en had het idee dat de patiënt zichzelf het ultieme succes verbood. Ik denk niet dat Ivantsjoek zich nog tot een ander mens kan maken.
Geen moderne schaker is zo vaak een genie genoemd als hij. Hij is excentriek, maar niet zoals het cliché van de rare schaker die zich voor niets anders interesseert. Ivantsjoek spreekt vele talen, zelfs Turks, hij gaat naar het theater en naar musea en hij scharrelt urenlang op de boekenmarkt in Lviv op zoek naar nieuwe aanwinsten.
Maar toch, als hij in de stad wandelt denkt hij aan schaken en hij zegt dat hij veel openingsnieuwtjes heeft bedacht terwijl hij luisterde naar de gebeden in de kerk.
Hij overweegt om schaatsen te kopen om meer in de frisse lucht te zijn en zijn conditie te verbeteren. Als hij schaatst zal hij het doen met de tomeloze inzet waarmee hij alles doet. We kunnen nog veel van hem verwachten.
Vasili Ivantsjoek-Viktor Erdos, Gibraltar Masters
In een volledig vastgelopen Franse stelling was er al een tijdje vruchteloos gemanoeuvreerd. Door zwarts laatste zet 39...De7-a7 kan Ivantsjoek nu toch overgaan tot een actie die makkelijk voorkomen had kunnen worden, maar waar de zwartspeler kennelijk totaal niet aan gedacht had. 40. Txd5 exd5 41. e6+ Kh6 42. Txd5 Wit heeft een toren voor slechts twee pionnen gegeven, maar hier geldt de wet dat je niet moet kijken naar wat er van het bord verdwenen is, maar naar wat er nog opstaat. Alle overgebleven witte stukken werken opeens perfect. 42...Tbd8 Als zwart zijn f-pion dekt met 42...Pe7 volgt mooi 43. Td7 Lxd7 44. De5 en wit wint in de aanval. 43. Txd8 Txd8 44. Lxf5 Nu heeft wit drie pionnen voor zijn toren en zijn centrumpionnen staan klaar om op te stomen. 44...Dc7 45. g3 Td1+ 46. Kf2 Dd8 47. Lc2 Td3 Zwart is gedwongen om een kwaliteit te geven, want hij moet de lijn van wits loper onderbreken. 48. Lxd3 Dxd3 Na 48...cxd3 49. f5+ Kh7 50. fxg6+ Kxg6 51. De4+ heeft wit een mataanval. 49. f5+ Dxe3+ 50. Kxe3 Pe7 51. Ke4 Zwart heeft nog maar een stuk voor drie pionnen die nu door de witte koning beslissend ondersteund worden. 51...Lc6+ 52. Ke5 Pd5 53. b5 Pxc3 54. bxc6 Pb5 55. e7 Pc7 56. Kd6 Pe8+ 57. Kd7 Pf6+ 58. Ke6 Pe8 59. Kf7 Pc7 60. e8D Zwart gaf op. Na 60...Pxe8 61. Kxe8 c3 wint wit het snelst met 62. c7 c2 63. c8D c1D 64. Kf7.