Pinguïns komen alleen voor op de Zuidpool; ijsberen alleen op de Noordpool. Je zou dus denken dat op de Zuidpool ook heel andere soorten micro-organismen leven dan op de Noordpool. Maar dat is waarschijnlijk niet zo. Italiaanse, Zwitserse en Amerikaanse onderzoekers hebben nu althans overtuigend aangetoond dat een algemeen voorkomend trilhaardiertje uit Antarctica, precies dezelfde soort is als een algemeen voorkomend trilhaardiertje uit Groenland. De trilhaardiertjes van beide polen, met de soortnaam Euplotes nobilli, geven niet alleen levensvatbare nakomelingen, ze bezitten ook dezelfde feromonen die de cellen aanzetten tot seks. (pnas 7 februari).
De zee zit vol met eencellige plantjes en diertjes (plankton) waaronder ook trilhaardiertjes ofwel ciliaten. Deze zijn zo klein dat ze alleen duizend keer vergroot zijn te bestuderen. In een schepje zeewater kunnen wel 30 verschillende soorten trilhaardiertjes zitten, plus nog tientallen andere soorten micro-organismen. Daarmee lijkt de diversiteit in de oceanen eindeloos groot. Maar biologen vonden eerder ook al bij andere eencelligen dan de ciliaten, dat je in een zelfde ‘ecologische niche’ honderden kilometers verderop, ongeveer diezelfde soorten terug vindt. Dat deze ook echt soortgenoten waren, in de klassieke betekenis van samen kunnen ‘paren’, was echter nog nooit eerder bewezen. Daarvoor is te weinig bekend van de omstandigheden waaronder eencelligen het doen.
Bij deze trilhaardiertjes lukte dit onderzoek wel, omdat de biologen de feromonen (signaaleiwitten) kenden die de trilhaardiertjes aanzetten tot paring en vermenigvuldiging. Uit de driedimensionale structuur ervan bleek dat die kleine, in water oplosbare eiwitjes uit de Noord- en Zuidpooldiertjes qua structuur precies hetzelfde waren. Door totaal achttien kolonies uit beide polen aan elkaar en aan hun feromonen bloot te stellen, konden de onderzoekers ze ‘gemengde’ en gezonde nakomelingen laten krijgen.
De onderzoekers denken dat deze koud water minnende E. nobilli (de naam komt van het Griekse ‘goede zwemmer’) zich over de hele wereld beweegt via de zogeheten thermohaliene circulatie. Dat is het mondiale systeem van trage koude zeestromen onderin de oceaan, aangedreven door verschillen in dichtheid van het zeewater (die weer samenhangen met verschillen in temperatuur en zoutgehalte). De vondst bevestigt zo een al in 2002 geopperd idee, namelijk dat micro-organismen zich over de hele wereld verspreiden via krachtige water- en luchtstromen (zoals tornado’s).
Marianne Heselmans