Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Wetenschap

Meer jaloezie bij gearrangeerde huwelijken

In huwelijken die zijn gearrangeerd door ouders is meer angst voor ontrouw, schrijft redacteur Dirk Vlasblom vandaag in NRC Handelsblad. Dat partners in gearrangeerde huwelijken jaloerser zijn, blijkt uit de onderzoeken van de Groningse sociaal-psycholoog Bram Buunk en zijn Argentijnse collega Alejandro Castro Solano die deze maand verschijnen in het wetenschappelijke tijdschrift Personal Relationships.

De twee onderzoekers vermoedden dat een veelvoorkomend verschijnsel in de dierenwereld nauw samenhangt met deze jaloersheid, het zogenoemde mate guarding. Dit is het nauwlettend in de gaten houden van de partner, zodat deze niet aan de haal gaat met een ander mannetje of vrouwtje. Als mannetjes zulk gedrag vertonen, heeft dat als doel om hun vaderschap te garanderen.

Bij mensen komt bijna in elke samenleving partnerbewaking voor. Maar er bestaan grote culturele verschillen: weinig westerse mannen verbieden hun vrouw contact te hebben met andere mannen, terwijl in Saoedi-Arabië getrouwde vrouwen niet de straat op mogen zonder hun man.

Onderzoekers Buunk en Castro Solano veronderstelden dat de vrijheid van partnerkeuze een belangrijke rol speelt bij partnerbewaking. Zij formuleerden daarom de volgende hypothese: hoe meer invloed ouders hebben op de partnerkeuze van hun kinderen, hoe meer zorgen de partners zich maken over vreemdgaan van de ander.

Buunk hield een steekproef van tachtig studenten uit dertig verschillende landen met een vragenlijst over de invloed van ouders op de partnerkeuze en hun neiging om een oogje te houden op de eigen partner. Hij kwam tot de conclusie dat er hier sprake was van een krachtig verband.

Maar ook binnen een cultuur blijkt de ‘waaksheid’ van partners afhankelijk te zijn van ouderlijke invloed op de keuze van een huwelijkskandidaat, concludeerde Castro Solano. Hij vroeg aan 242 studenten in Buenos Aires in hoeverre zij invloed van hun ouders bij het kiezen van een partner wenselijk vonden en of, en in welke mate, zij zelf partnerbewaking nodig achtten. Wat bleek? Degenen die de rol van de ouders belangrijk vonden, hadden ook een sterkere neiging hun partner in de gaten te houden.