Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Media

Rumoerig op straat? Claim die revolutie dan snel op internet

Wael Ghonim, de Egyptische Google-werknemer die vanwege zijn internetprotest twaalf dagen vastzat, initieerde eerder een campagne op Twitter om zijn Tunesische equivalent Slim Amamou vrij te krijgen. Beiden zijn ervan overtuigd dat de revolutie dankzij Twitter en Facebook uitbrak. Een controversiële gedachte.

De internetactivisten Wael Ghonim (kader) en Tunesiër Slim Amamou (achtergrond)

Wael Ghonim, de Egyptische Google-topman die vanwege zijn internetprotest twaalf dagen vastzat, initieerde eerder een campagne op Twitter om de Tunesische internetactivist Slim Amamou vrij te krijgen. Beiden zijn ervan overtuigd dat de revolutie dankzij Twitter en Facebook uitbrak. Een controversiële gedachte.

Op het eerste gezicht hebben Ghonim (twitter.com/ghonim) en Amamou (twitter.com/slim404) het gelijk aan hun zijde. Beiden zijn na hun internetprotest en detentie door klassieke media op het schild gehesen. Sterker, Amamou is na president Ben Ali’s vertrek gepromoveerd van blogger en Piraten Partij-activist tot staatssecretaris Jeugd en Sport van Tunesië. En Ghonim is na een emotioneel tv-interview vandaag één van de gezichten van de Egyptische protesten geworden. Dankzij hem stroomt het Tahir-plein weer vol. Wie maakt deze twee nog wijs dat het een revolutie ‘van de straat’ was?

Twitter je moerstaal!

Gisteravond stuurde Amamou, die door Ghonim al begin januari werd geroemd als één van de grootste Arabische Twitteraars, een tweet van Ghonims werkgever Google door. “Enorme opluchting. Wael Ghonim is vrijgelaten. Alle goeds voor hem en zijn familie.” Beiden zaten al weken te broeden op een internetrevolutie voordat de straatprotesten in hun land daadwerkelijk op gang kwamen. Ook de geschiedenis is dus op hun hand.

Maar de invloedrijke journalist Malcolm Gladwell gelooft niet in internetrevoluties. Velen met hem trouwens. Toen er vorig jaar over een ‘Twitter-revolutie’ in Iran werd gesproken, wees Gladwell er in The New Yorker op dat vrijwel alle tweets in het Engels zijn, terwijl de Iraniërs Farsi spreken en bovendien nauwelijks op Twitter zitten. Niet technologie maakt de revolutie, schreef Gladwell, maar de mensen en hun problemen.

Vergeet de menselijke stem niet

Zo gaat het al eeuwen, betoogde Gladwell wederom op 2 februari 2011. “In het Oost-Duitsland van de jaren tachtig had vrijwel niemand een telefoon. Toch kwamen honderdduizenden mensen in het centrum van Leipzig tezamen om een regime ten val te brengen waarvan we dachten dat het nog honderd jaar stand zou houden. En tijdens de Franse Revolutie werd er gecommuniceerd via iets dat ooit bekend stond als de menselijke stem.”

Gladwell zit zelf ook op Twitter. Vijf dagen voordat hij de Egyptische internetrevolutie relativeerde kreeg hij een tweet van Ghonim. “Hey @Gladwell. #Jan25 bewijst dat je fout zat”, schreef de internetactivist, doelend op zijn essay van oktober. “Revolutie kan wel degelijk een Facebook-evenement zijn. Eén die gesteund, gedeeld en ge-tweet wordt.”

Het ‘grote claimen’ begon eigenlijk al op de eerste dag van het Egyptische protest. Ghonim uitte via Twitter zijn irritatie over politici die de revolutie naar zich toetrekken en suggereren dat ze namens het volk spreken. “Rot op. 25 januari is van ons!”

De geschiedenis twitteren

Wie heeft er nu gelijk? Gladwell heeft een punt. De turbulentie op Twitter en Facebook mag dan parallel lopen met de protesten op straat, maar dat wil niet zeggen dat de eerste de oorzaak is van het tweede. Een katalysator, misschien. Onderschat de menselijke stem niet: de mannen die hun vrienden in het theehuis optrommelen en de vrouwen die elkaar op de markt enthousiasmeren voor een mars naar het centrum.

Maar, en dat moet Gladwell de twee internetactivisten nageven, datzelfde volk ziet Amamou en Ghonim nu wel op televisie. De demonstrant die obsessief zijn Twitter- en Facebook-accounts bijwerkt valt op bij media en regering. Hij schrijft misschien niet figuurlijk, maar wel letterlijk de geschiedenis. Die eigenmarketing, geholpen door een geruchtmakende arrestatie, wordt beloond met invloed in het echte leven. Self-fulfilling prophecy of niet, uiteindelijk gaat het er niet om of je achter de revolutie zat maar of ze aan je toegeschreven wordt. Daarin troeven Wael Ghonim en Amamou iedereen af. Gladwell inbegrepen.

Lees ook Protesteren tegen het regime in Egypte? Noem jezelf Khaled Said, Actiewijzer voor Egyptenaren en sympathisanten, Zo zet een dictator het internet uit, Chinees blog van New York Times-columnist gewist.