Op zaterdag 29 januari is Zahra Bahrami opgehangen in Iran. Dit tot grote verontwaardiging van veel Nederlanders. Zij was ter dood veroordeeld voor drugshandel en contacten met de oppositie. Minister Rosenthal sprak zelfs van een barbaarse daad.
Het is voor ons niet te beoordelen of zij een eerlijk proces heeft gehad en of zij inderdaad schuldig was aan de feiten die haar ten laste werden gelegd. Wel is duidelijk dat minister Rosenthal door de Iraanse autoriteiten niet goed is geïnformeerd over het proces tegen haar en de ophanden zijnde executie.
Toch is naar mijn mening de berichtgeving nogal hypocriet. Nergens wordt erop gewezen dat het wel erg merkwaardig is dat iemand die zijn of haar land (in dit geval Iran) ontvlucht is en in Nederland asiel heeft gekregen, toch weer teruggaat naar dat land, maar nu met een Nederlands paspoort. Dat is toch vragen om moeilijkheden. Wij vinden dat kennelijk normaal.
Een ander voorbeeld is oud-Kamerlid Farah Karimi. Zij was in Iran lid van een terroristische verzetsbeweging. Na haar vlucht uit Iran kreeg zij uiteindelijk in Nederland asiel op grond van een gedeeltelijk vals vluchtverhaal. Toch werd in Nederland verontwaardigd gereageerd toen zij in 2005 na een bezoek aan de Iraanse oppositie door de Iraanse autoriteiten op het vliegveld van Teheran werd ondervraagd.
Om in de toekomst moeilijkheden te voorkomen, lijkt het wenselijk dat de Nederlandse overheid in ieder geval aan asielzoekers die in het bezit zijn van een Nederlands paspoort, een negatief reisadvies geeft voor het land waaruit zij zijn gevlucht. De overheid moet hun duidelijk te kennen geven dat zij niet op steun van de Nederlandse overheid behoeven te rekenen wanneer ze toch teruggaan naar het land waaruit ze gevlucht zijn.
E.K.A. Winckers
Zeist