Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Economie

Unilever vecht tegen lagere marges

Unilever presenteerde vanochtend keurige cijfers. Maar omdat de marges onder druk staan, is de vraag of de winst blijft groeien.

Op het eerste gezicht maakten de jaarcijfers die Unilever-topman Paul Polman vanochtend presenteerde een keurige indruk. De omzet van het Brits-Nederlandse zeep- en voedingsmiddelenconcern steeg met 11 procent tot 44,3 miljard euro en de nettowinst eindigde ruim een kwart hoger op 4,6 miljard euro.

Maar zoals dat altijd gaat bij bedrijven die voor hun prestaties sterk afhankelijk zijn van nogal wispelturige consumenten, valt er nogal wat af te dingen op dit plaatje. Eén: gunstige wisselkoersen niet meegeteld, was de omzetgroei van Unilever slechts 3,8 procent. Twee: de hogere verkoop kwam er vooral door prijskortingen (1,6 procent voor het hele productengamma van de groep). Drie: het fors hogere bedrijfsresultaat (plus 26 procent) kon Unilever slechts bereiken door fors te besparen op de eigen organisatiekosten.

„We leverden een sterke groei af in verkoopvolume”, zei Polman vanochtend in Londen. „Vooral in opkomende landen die de groeimotor blijven.” Dat klopt, want in Azië en Centraal- en Oost-Europa kon hij de verkoop opvijzelen met ruim 10 procent: de enige regio waar Unilever een groeisprong maakte met dubbele cijfers. Maar die verkoop leverde wel 2 procentpunt minder winst op in vergelijking met het voorgaande jaar. De reden? Hogere kosten voor de marketing en promotie. Unilever kon dus meer verkopen, maar wel dankzij acties en prijskortingen. En dit vreet aan de marges.

Niet alleen een onzekere markt – Polman sprak eerder al van economieën die „stroperig” blijven – speelt het concern dat 63.000 mensen in dienst heeft parten. Ook aan de inkoopzijde staat er druk op de ketel. Thee, koffie, palmolie en andere basisingrediënten voor de voedsel- en verzorgingsproducten van Unilever zijn steeds duurder geworden. Ook dit hakt er stevig in, als het op de winstmarge aankomt. Als die hogere kosten worden doorberekend aan de klanten, dan loopt de omzet terug. De oplossing: nog verder reorganiseren en nog meer besparen op de kosten. In 2010 werd 589 miljoen euro op tafel gelegd om het bedrijf nog slanker en fitter te maken.

De financiële sokkel waarop het concern rust, oogt stevig. Unilever beschikt over een vrije kasstroom van 3,4 miljard euro: 15 procent minder dan in 2009, maar nog steeds comfortabel. Met acquisities als de Amerikaanse cosmeticafabrikant Alberto Culver (voor 2,8 miljard euro) en de lichaamsverzorgingstak van Sara Lee, poogt de groep haar positie in diverse markten te versterken. De verkoop van niet-kernactiviteiten – zoals de tomatenproductie in Brazilië en de afdeling diepvriesvoeding in Italië – brengt dan weer geld op.

Maar of koele besparingen en lagere verkoopmarges volstaan om de financiële markten te begeesteren? De koers steeg vanochtend amper: met 0,16 procent tot 22,14 euro.