De bar waar Miguel en Alex deze avond een joint staan te roken, lijkt een Spaanse doorsneekroeg. Er is een biertap, er is een kleine menukaart, achter de toog staan flessen sterke drank. In een hoek hangt een gedroogde ham.
Maar al meters buiten de voordeur ruikt de bar naar een typisch Nederlandse coffeeshop. En wie binnenkomt, ziet gasten die vooral druk in de weer zijn met wiet, vloeitjes en tabak. Een zoet ruikende mist van rook hangt boven hun hoofden.
„Ik ben de afgelopen zestien jaar 22 keer in Amsterdam geweest. Na elk bezoek zei ik tegen mezelf: dit was echt de laatste keer”, zegt de 31-jarige Miguel. „Nu kan ik die belofte eindelijk waarmaken. Ik heb mijn eigen coffeeshop om de hoek.”
Toch is de Private Cannabis Club in Paracuellos de Jarama, een voorstadje van Madrid, geen coffeeshop, legt medewerkster Alicia Mendez uit. Zij houdt kantoor achterin het pand, voorbij de ontspanningsruimte met banken, een tv en spelcomputer, tafeltjes, een poolbiljart en een tafelvoetbaltafel. „Sinds we drie maanden geleden open zijn gegaan worden we vaak ‘de eerste coffeeshop van Spanje’ genoemd”, zegt Mendez. „Maar wij zijn een besloten sociëteit. Niet iedereen kan hier dus binnenwandelen en wiet kopen.”
Ook kan niet iedereen zomaar lid worden. „We willen geen probleemgebruikers, mensen met psychische problemen of minderjarigen. En ook geen mensen die ons alleen als afhaalpunt zien. We willen leden die sympathiek staan tegenover onze sociale strijd voor een realistischer omgang met cannabis in Spanje.”
Uit enquêtes blijkt al jaren dat nergens in Europa zo veel wordt geblowd als in Spanje. Vooral in de warme maanden van het jaar waait over pleinen, terrasjes en in parken geregeld de weeë lucht van joints.
Veel gebruikers kweken hun eigen wiet en er is een omvangrijke zwarte markt. In Madrid en andere grote steden staan op vaste punten ook straatdealers, die door de politie ongemoeid worden gelaten.
Mendez: „Het is in Spanje makkelijker om aan drugs te komen dan aan een blikje cola. Met het huidige verbod mystificeren we het gebruik van wiet onnodig. Dat verleidt jongeren tot gebruik op jonge leeftijd, terwijl het veel beter is als ze zouden wachten tot hun achttiende.”
De wietclub is geen nieuw fenomeen in Spanje. Er zijn honderden sociëteiten waar mensen in huizen of garages samen blowen, maar het gebeurt altijd enigszins in het geniep en onder het mom van ‘medicinaal gebruik’. De Private Cannabis Club is de eerste club die de openbaarheid heeft gezocht en het medisch alibi achterwege laat. Mendez: „Wij houden ons aan de wet. Die verbiedt alleen de handel en het vervoer van verdovende middel, niet het bezit ervan. Zolang het maar voor persoonlijk gebruik is.”
Wie door de ballotage van de clubleiding komt, betaalt 120 euro voor een jaarlidmaatschap. Dat geeft onbeperkt toegang tot het clubhuis en het recht wiet te kopen uit de ‘gezamenlijke voorraadkist’. De marihuana hiervoor wordt rechtstreeks ingekocht bij kwekers. „Zoveel mogelijk zonder tussenkomst van de maffia.” Hoewel de blowers daarmee via een omweg toch de wet overtreden, laten de autoriteiten hen vooralsnog met rust. Cannabisliefhebbers uit heel het land hebben inmiddels interesse getoond, en hebben plannen binnenkort soortgelijke clubs te openen.
Merijn de Waal