Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Politiek

Rumsfeld heeft maar van een paar dingen spijt

** FILE ** President Bush, left, and Defense Secretary Donald H. Rumsfeld, attend the official dedication ceremony for the U.S. Air Force Memorial, in Arlington, Va. in this Oct. 14, 2006 file photo. Republican officials say Rumsfeld is stepping down. Word comes a day after the Democratic gains in the election, in which Rumsfeld was a focus of much of the criticism of the Iraq war. (AP Photo/Haraz N. Ghanbari, File)
** FILE ** President Bush, left, and Defense Secretary Donald H. Rumsfeld, attend the official dedication ceremony for the U.S. Air Force Memorial, in Arlington, Va. in this Oct. 14, 2006 file photo. Republican officials say Rumsfeld is stepping down. Word comes a day after the Democratic gains in the election, in which Rumsfeld was a focus of much of the criticism of the Iraq war. (AP Photo/Haraz N. Ghanbari, File) President George Bush en zijn minister van Defensie Donald Rumsfeld in 2006. (Foto AP / Haraz N. Ghanbari)

Over het geheel genomen wegen de baten van de Irak-oorlog, “een veiliger Midden-Oosten”, op tegen de kosten. Dat vindt Donald Rumsfeld. En over het geheel genomen is Donald Rumsfeld, de Amerikaanse minister van Defensie ten tijde van de Irak-invasie in 2003, behoorlijk content met zijn eigen handelen destijds.

Dat beeld schetst de Washington Post op basis van een exemplaar dat de krant in handen kreeg van zijn volgende week te verschijnen autobiografie Known and Unknown.

Natuurlijk, de opmerking “we weten waar ze zijn” over de nooit gevonden Iraakse massavernietingwapens zou Rumsfeld niet nog eens voor zijn rekening nemen. En zijn sneer naar het onwillige “oud-Europa” van Duitsland en Frankrijk, die de invasie niet steunden, hebben veel diplomatieke schade berokkend. Dat spijt hem.

En ja, zij die beweren dat er “momenten waren waarop meer troepen hadden kunnen bijdragen” aan een voorspoediger verloop van de oorlog, geeft Rumsfeld “met de kennis van nu” gelijk. Maar als de militaire top van mening was dat er inderdaad te weinig troepen werden ingezet, hebben ze dat hem in ieder geval nooit laten weten.

Rumsfeld wordt, ondanks de voelbare afkeer voor sommigen, nauwelijks persoonlijk in zijn afrekening met zijn collega-bewindslieden. Colin Powell (Buitenlandse Zaken) en Condoleezza Rice (nationale veiligheidsadviseur) moeten het wel ontgelden, maar worden louter zakelijk bekritiseerd. Powell zou met name bezig zijn met het ondermijnen van de politieke koers van president Bush en het uitdelen van anonieme steken richting het Pentagon via de media. Rice zou weinig eensluidende adviezen hebben gepresenteerd aan Bush.

En oh ja, hij heeft er spijt van dat hij niet is afgetreden na het schandaal rond vernedering en mishandeling van gevangenen in de Abu Ghraib-gevangenis in 2004. En over Guantanamo Bay zegt hij: “Terugkijkend kom ik tot de conclusie dat de regering met betrekking tot de detentie tijdens oorlogstijd de zaken anders en beter had kunnen aanpakken.”

Ruiterlijk van Rumsfeld. Toch kan hij niet laten aan te stippen dat Obama aan Guanatanamo Bay ook nog maar bar weinig heeft veranderd. Tja.