Van alle verslavende pleziertjes die een mens kan hebben zijn er weinig zo onschuldig als de verslaving aan kantoorartikelen: mooie mapjes, lekkere pennen, fijn papier. Er zijn dan ook opvallend weinig hoofdzonden bij betrokken. Ja, hebzucht natuurlijk en gulzigheid en misschien een beetje trots, als het eindelijk gelukt is om een notitieboekje te bemachtigen van precies het goede formaat, liefst A5 of A6, met niet te dun, niet te dik papier en met spiraalbinding.
Spiraalbinding is essentieel voor een goed notitieboekje. Wie kan er nou verder als zijn fouten of definitief afgeronde projecten alleen uitscheurbaar zijn op een manier die de hele structuur en het uiterlijk van zijn notitieboekje vernietigt? En wie kan er nou leven met (en zelfs een beetje in, want zo gaat dat) een notitieboekje vol doorgestreepte oude of slechte ideeën?
Romanschrijver Hilary Mantel bijvoorbeeld niet; zij is spiraalverslaafd, meldde ze vorig jaar in The Guardian. En Mantel is een autoriteit. Niet alleen omdat ze in 2009 de Booker Prize won voor haar honderden pagina’s dikke roman Wolf Hall – en dus vast erg goed notities kan maken. Nee, vooral omdat ze veel troost put uit kantoorartikelen, die ze aan huis laat bezorgen. Als zij en haar man op een dag zin hebben in bubbeltjesplastic, schreef ze, dan bestellen ze bubbeltjesplastic. Zo’n feestelijk idee! Maar Mantel is helaas ook een uitzondering in haar behoefte aan spiraalboekjes, want veel kantoorartikelenverslaafden zijn nog steeds in de ban van Moleskine en verwanten. Mooie notitieboekjes hoor, maar geen spiraal.
Nog een probleem bij de keus van een nieuw notitieboekje: moeten er nou lijntjes in of niet? Mét schrijft netter, maar er zijn dagen waarop je tijdens een saaie vergadering gemaakte tekeningen ineens verrassend goed lukken, en dan wil je ze kopiëren en voor een Valentijnskaart of weblog gebruiken, maar dan staan er van die lelijke lijntjes doorheen. Toestanden.
Maar ineens lag er in een hoekje van de papierwinkel een stapeltje van een onbekend soort notitieboekjes met spiraal. Een restpartij, want de distributeur had Nederland alweer opgegeven. Het papier is heel licht zachtgrijs en lief voor je ogen, met witte ruitjes of lijntjes. Als je erop tekent of schrijft en je kopieert of scant het, vallen de lijntjes weg en blijft alleen het getekende of geschrevene over. Briljant idee.
Olof Hansson heeft het bedacht, een Zweed. Een voormalig dirigent die op een dag bedacht dat hij een roestvrijstalen badstop wilde ontwerpen („want design is eigenlijk bevroren muziek” – hij zei het echt). Bij het kopiëren van zijn ruwe badstopschetsen ergerde hij zich eraan dat de lijntjes meekwamen. „Ik wil wel ondersteuning van de lijntjes tijdens het schetsen en schrijven, maar daarna moeten ze weg. Ik wilde eigenlijk onzichtbare lijntjes.” Zo kwam hij op het idee voor het papier.
Eerst kwam zijn badstop op de Zweedse markt en daarna richtte hij, in januari 2006, met twee vrienden het notitieboekjesbedrijf Whitelines op. „Want waarom zou je het niet noemen wat het is?” Een aanbod om de badstop in Amerika te distribueren sloeg hij af om zich volledig op Whitelines te richten. Het papier is milieuvriendelijk, het heeft een blog en het twittert en alles, maar je schrijft en tekent er vooral heerlijk op. Het zijn boekjes om met al je ideeën in te gaan wonen. En in Nederland zijn ze misschien niet meer te koop, maar nog wel op internet.
Zie www.whitelines.se voor verkoopadressen op internet (o.a. Amazon). En zie www.sinko.se voor de badstop.