De Amerikaanse druk op Nederland om in Afghanistan te blijven was “onfatsoenlijk”, zegt oud-minister Ben Bot van Buitenlandse Zaken (2003-2007) in een interview met de NOS.
Op 14 januari schreven Juurd Eijsvoogel en Leonie van Nierop in NRC Handelsblad dat de Amerikaanse minister van Financiën Geithner werd ingeschakeld om de druk op te voeren op toenmalig minister van Financiën Wouter Bos. Zij baseren zich op gelekte ambtsberichten van de Amerikaanse ambassade in Den Haag:
Nederlandse topambtenaren hebben Amerikaanse diplomaten in 2009 aangespoord om toenmalig PvdA-leider Bos onder druk te zetten. Ze gaven ook aan hoe dat het beste kon. Met Amerikaanse hulp hoopten ze dat Bos (destijds minister van Financiën) zou instemmen met verlenging van de Nederlandse missie in Uruzgan.
In een gesprek onder vier ogen vroeg de directeur-generaal politieke zaken van het ministerie van Buitenlandse Zaken, Pieter de Gooijer, aan de Amerikaanse ambassadeur bij de NAVO om de Amerikaanse minister van Financiën Geithner in te schakelen om Bos over de streep te trekken. Geithner zou Bos kort daarop treffen op de G20 in Pittsburgh. Daar zou hij de PvdA-leider moeten zeggen dat Nederland zonder de Nederlandse militaire bijdrage in Afghanistan geen zetel bij de G20 zou hebben.
Volgens Bot is het gebruikelijk en begrijpelijk dat een ambassadeur probeert zoveel mogelijk te doen om een regering te overtuigen van standpunten die belangrijk zijn voor zijn of haar land. Maar “niet alle beïnvloedingen zijn geoorloofd”.
Hij ziet het dreigement dat Nederland niet mocht aanschuiven bij een vergadering van de G-20 als de missie niet verlengd werd als chantage. Bot: “Dat miskent ook de rol die wij gespeeld hebben. Zodra je met dit soort dreigementen wordt geconfronteerd, is er maar een antwoord: daar is de deur.”