Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Duurzaamheid

Protest tegen klimaattop in de hitte van Cancún

Terwijl in Cancún meer dan 190 landen onderhandelen over een klimaatverdrag, demonstreren critici buiten het conferentieoord tegen het verwachte resultaat.

„Ze praten daar niet over oplossingen voor het klimaatprobleem, maar over hoe ze klimaatverandering kunnen gebruiken om nog meer geld te verdienen.” De Baskische boer Paul Nicholson wijst boos naar het Moon Palace Resort in Cancún, waar wordt onderhandeld over een klimaatverdrag. Met enkele duizenden anderen eist hij dat ze de belangen van boeren en andere gemarginaliseerde groepen boven die van bedrijven stellen.

Oude boeren met stokken en cowboyhoeden, Boliviaanse indianen, Mexicaanse studenten met beschilderde gezichten en een oude bus vol Noord-Amerikaanse hippies. Een bonte stoet vertrok gisterochtend vanuit het centrum van Cancún in de richting van het conferentieoord net buiten de stad. Daar onderhandelen vertegenwoordigers van 194 landen over oplossingen voor het klimaatprobleem.

Slechte oplossingen, vinden de demonstranten, met te veel aandacht voor emissiehandel. „Bedrijven kopen het recht om te vervuilen”, zegt Gustavo Castro van Friends of the Earth. „Niet alleen om zelf door te kunnen gaan met het uitstoten van CO2, maar ook om te speculeren met die rechten. Deze handel dient slechts de belangen van degenen die de klimaatcrisis hebben veroorzaakt, zoals de oliebedrijven en grote industrieën. De uitstoot wordt er niet minder door.”

De zon staat hoog en de weg die naar het eindpunt leidt, is lang en zonder beschutting. De organisatoren delen flesjes water uit. „Het afval niet op de grond gooien”, roept een van hen door een mobilofoon als hij ziet dat Mexicaanse boeren de flesjes achteloos laten vallen.

De demonstranten maken zich vooral boos over het feit dat bedrijven op dezelfde voet door kunnen gaan als ze tegelijkertijd bijdragen aan schone energieprojecten. Ze investeren in stuwdammen of windmolenparken en krijgen daar emissierechten voor terug. „Maar weten ze in Europa wel dat er mensen wonen op de plaatsen waar die projecten moeten komen?” vraagt Rodolfo Chávez Galindo zich af. Hij komt uit Guerrero, waar de bouw van de grootste stuwdam van Latijns-Amerika gepland is. „17.000 hectare land zou onder water komen te staan als de stuwdam er komt. Ikzelf en 25.000 anderen worden daar het slachtoffer van. Ze verjagen me van mijn land zodat de Europese bedrijven door kunnen gaan met vervuilen.”

Octavio Rosas Landa, een van de organisatoren van de demonstratie, is tevreden over het verloop en de opkomst. Het is een manier om te laten zien wat de ‘gewone mensen’ vinden. „De regeringen en bedrijven op de klimaattop hebben de oorlog verklaard aan de boeren van deze wereld door met valse oplossingen te komen”, zegt hij terwijl hij driftig met een vlag zwaait. Ze zouden er beter aan doen naar hen te luisteren, vindt hij.

Rosas Landa pleit voor drastisch minder consumeren en een hervorming van het voedselsysteem. „We moeten terug naar een systeem met lokaal geproduceerd voedsel. De huidige industriële manier van landbouw en veeteelt bedrijven, is een van de belangrijkste bronnen van CO2-uitstoot. En dan heb ik het nog niet eens over de hoeveelheid verpakkingsmateriaal en brandstof om het voedsel de wereld over te vliegen.”

Rond twee uur stuiten de demonstranten op een politieversperring van honderden zwaarbewapende agenten. Stoïcijns kijken ze toe hoe een jongen, gekleed in een wit laken, met een doornenkrans op het hoofd en met verf aangebrachte bloedvlekken op zijn lichaam, vlak voor hen gaat staan en een betoog houdt over het verkopen van de ziel aan de duivel.

Een stukje verderop staat de inmiddels roodverbrande Bask Nicholson. „De aarde, de lucht en het water zijn niet te koop”, zegt hij. „En zolang ze dat daar binnen niet begrijpen, zullen we ons hier buiten laten horen.”