Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Opvoeden

'Vroeger vond ik hardlopen tien keer niks'

Abdi Nageeye (21) had nooit gedacht dat hij topsporter zou worden. Hij ontvluchtte Somalië om te studeren. Maar inmiddels behoort hij tot de beste atleten van Nederland.

Abdi Nageeye, Nederlands kampioen veldlopen van 2009: "Ik heb geluk gehad." Foto Rien Zilvold, NRC Handelsblad nijmegen veldloper apdi [appie] foto rien zilvold
Abdi Nageeye, Nederlands kampioen veldlopen van 2009: "Ik heb geluk gehad." Foto Rien Zilvold, NRC Handelsblad nijmegen veldloper apdi [appie] foto rien zilvold

Abdi Nageeye was dertien jaar toen de uitzichtloosheid van zijn bestaan tot hem doordrong. Op een dag tuurde de Somalische jongen over de akkers waarvan hij nog vele hectares moest ploegen. Hij verbeet de pijn van de blaren in zijn handen en dacht na over zijn toekomst. Wilde hij de rest van zijn leven bij zijn familie in Sablaale blijven? Dat nooit. Abdi Nageeye voelde zich niet thuis in het dorp. Waarna hij tegen zichzelf zei: ‘Wat er ook gebeurt, ik ga terug naar Nederland.’ Op dat moment begon zijn lange terugreis.

Leunend op de ploeg riep hij herinneringen op aan Nederland. Abdi Nageeye dacht aan zijn basisschool in Den Helder, aan juf Henriëtte, aan zijn klasgenoten, aan de schoolvoetbaltoernooien waaraan hij zo veel plezier had beleefd, aan de gezelligheid rond Kerst. Hij besefte dat hij vervreemd was van Somalië, het land dat hij als vijfjarige had verlaten en waar hij na tussenstops in Nederland en Syrië acht jaar later was teruggekeerd. Nee, niet vrijwillig. Wat had hij als kind ook te willen? Niets. Abdi Nageeye was door familieleden de halve wereld over gesleept en een ontheemd mens geworden. Niet dat hij Nederland zalig verklaarde, maar daar was het vertrouwd en kende hij de taal. Vanuit die plek kon hij aan zijn toekomst werken.

Met de smoes dat hij wilde studeren in Mogadishu verleidde Abdi Nageeye zijn strenge vader tot toestemming voor vertrek. Eenmaal in de hoofdstad kocht hij van gesmokkeld geld valse identiteitspapieren en vroeg hij een oom vervoer te regelen voor zijn vlucht naar buurland Ethiopië, waar wel een Nederlandse ambassade is en waar hij zijn paspoort hoopte terug te krijgen. Het werd een lange reis van drie weken, via de noordgrens naar de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba. Rechtstreeks vanuit het zuiden kon niet: te gevaarlijk in het door strijdende partijen ontwrichte Somalië.

„Ik heb geluk gehad”, zegt Abdi Nageeye over zijn geslaagde vlucht. „Ik ontmoette onderweg een vrouw die het verdacht vond dat een jongen van dertien alleen op reis was. Ik heb haar in vertrouwen genomen en mijn verhaal verteld. Zij stuurde me naar haar zus, die een man had van dezelfde stam als ik. Dat echtpaar gaf me geld en regelde onderdak bij een Somalische familie in Addis Abeba. Ik kon mee met vrachtwagenchauffeurs die de uitdrukkelijke opdracht kregen mij alleen aan betrouwbare collega’s aan te bieden. Bij aankomst in Addis Abeba had ik niemand, maar wel een goed gevoel. En nog steeds had ik geen enkele twijfel over de juistheid van mijn beslissing.”

Daar dacht Abdi’s vader anders over. Toen diens zoon hem onderweg telefonisch over zijn vlucht inlichtte, sommeerde hij hem terug te keren. „‘Anders ben je mijn zoon niet meer’, riep hij. ‘Dan maar niet’, zei ik. Waarmee ik alle grenzen overschreed, want het is not done zoiets tegen een Somalische vader zegt.”

Maar Abdi Nageeye is een ondernemende jongen, die zich had voorgenomen in het Westen te slagen. Met behulp van de Nederlandse zendeling Dirk-Jan van der Steen, de voormalige buurman van de Somalische familie waar Abdi Nageeye verbleef, kreeg hij zijn Nederlandse paspoort terug. „De ambassade deed erg moeilijk, terwijl ik recht had op een paspoort, omdat ik vijf jaar in Nederland had gewoond. Uiteindelijk lukte het. Met geld van Dirk-Jan en mijn vader, die toch trots was dat ik Addis Abeba had bereikt en me mijn vlucht had vergeven, kon ik een vliegticket kopen.”

Maar waar kon Abdi Nageeye heen? De redding kwam van Jos Boeve uit Oldebroek, een vriend van Dirk-Jan van der Steen die indertijd toevallig op bezoek was. Of hij Abdi geen onderdak wilde bieden, vroeg de zendeling. Dat was goed. En zo belandde een Somalische tiener in een Noord-Veluws dorp met een in zijn ogen grappige naam.

En dus was Abdi Nageeye terug in het land waar hij acht jaar eerder, samen met broers Ali en Saïd, naar toe was gestuurd. „Op voorspraak van mijn halfbroer Mohammed die in Nederland woonde” vertelt Abdi Nageeye. „Hij zag het als zijn familieplicht een aantal van de negen kinderen van mijn vaders tweede vrouw onderdak te bieden. Maar wij hadden het gevoel naar een andere planeet te worden gestuurd. Ik herinner me nog het hartverscheurende afscheid van mijn moeder; een van mijn broers werd zo hysterisch dat hij – letterlijk – van haar weggerukt moest worden.”

Zes jaar later kwam er abrupt een einde aan het onbekommerde bestaan in Den Helder. Mohammed vond dat zijn broertjes wel erg snel waren geïntegreerd en besloot hen met zijn vrouw en twee dochters naar Syrië te sturen. „Voor een herwaardering van onze cultuur en ons geloof”, zegt Abdi Nageeye, die te horen kreeg dat het om een vakantie ging. Schaterlachend: „We hadden speciaal onze zwembroeken meegenomen.”

Ondanks de heimwee naar Den Helder vond Abdi Nageeye Syrië „best leuk”. Hij leerde Arabisch, maar de Somalische en islamitische waarden kregen nooit vat op hem. „Ik vind het geloof niet zo belangrijk”, zegt hij nu. „Maar als ik dat tegen familieleden zeg krijg ik gedonder.”

De aanslagen op 11 september dwongen de Nageeye’s Syrië te verlaten. „Iedereen uit het Westen was verdacht, dus ook wij met onze Nederlandse paspoorten. Mijn broers en ik begrepen het niet. We waren toch geen spionnen. We bezochten keurig de moskee. Maar in plaats van een terugkeer naar Nederland reisden we naar Somalië. Zo had mijn broer Mohammed besloten. Pfff, wat een cultuurschok. Wij moesten erg lachen om de mensen daar en zij vonden ons vreemd. Het was fantastisch om mijn vader en moeder terug te zien, maar na enige maanden vond ik het genoeg.”

Eenmaal in Nederland veranderde het toekomstperspectief van Abdi Nageeye. In plaats van een leven met een goede baan na een academische opleiding is de geboren Somalië fulltime atleet geworden. Een opmerkelijke stap voor iemand die vier jaar geleden nog riep dat „hardlopen tien keer niks is”. Voetballen, dat vond Abdi Nageeye leuk. Maar hij was zo snel, dat hem voortdurend werd geadviseerd te gaan hardlopen. Uiteindelijk liet hij zich overhalen. Na een aantal snelle successen op regionaal niveau kreeg Abdi Nageeye de smaak te pakken en besloot hij zich aan te melden bij atletiekvereniging AV’34 in Apeldoorn. Onder trainer Johan Voogd maakte hij een snelle ontwikkeling door. Binnen een half jaar was hij de beste Nederlander in de Warandeloop en werd hij uitgezonden naar de EK veldlopen in Spanje. „Ik was helemaal verliefd geworden op atletiek.”

Sedertdien is Abdi Nageeye een keer Nederlands kampioen veldlopen geworden, overgestapt naar trainer Theo Joosten in Nijmegen – „ik werd gek van Johans strakke schema’s; het leek wel een militair kamp – en heeft hij ambities voor EK’s, WK’s en Olympische Spelen. Maar op termijn wil Abdi Nageeye een succesvol marathonloper worden. „Omdat het de koningsafstand is. Of je loopt de 100 meter of de marathon.”

En wat vindt zijn familie? Die zal toch wel trots op Abdi zijn? Allerminst. „Mijn moeder zegt steeds: ‘Jongen, ga toch werken’. En mijn broers, die ook naar Nederland zijn teruggekeerd en in Zwolle een winkel in Somalische artikelen runnen, tonen evenmin respect. Ze bellen of sms’en ook nooit als ik succesvol ben geweest. Zelfs niet nadat ik in 2009 Nederlands kampioen was geworden. Ze begrijpen me gewoon niet.”

Alleen zijn oudere broer, die in Italië woonde, leefde met hem mee. Maar Ahmed is vorig jaar plotseling overleden. „Hij zei ooit: ‘Abdi, je kunt de Kenianen en Ethiopiërs verslaan. Ik kan niet wachten om dat mee te maken.’ Maar toen ik in het voorjaar bij een wedstrijd over tien kilometer sneller was dan alle Kenianen, kon ik hem dat helaas niet vertellen. Hoe Ali en Saïd reageren als ze me op televisie zien? Nuchter. Wat ze zeggen? ‘Shit man, je was weer serieus bezig.’”