Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Economie

De familie Piccard

Wat een prachtige machine! Ik bedoel de Solar Impulse SIA, werkend op zonne-energie, ontworpen door de Zwitser Bertrand Piccard, waarmee vorige week de piloot André Borschberg 26 uur in de lucht is gebleven. Het bewijs is geleverd: je kunt ook ’s nachts op energie uit de zon vliegen. De lange vleugel (63 meter) en de slanke romp geven het vliegtuig een functionele sierlijkheid. Ik kreeg zin om mijn krachten ook eens op de bouw van zo’n zonnemachine te beproeven. En waarom niet? Er zijn elektriciteitswinkels waar je kleine zonnepanelen en motortjes kunt kopen. Even zag ik mezelf al aan de slag, passend, metend, lijmend, en ten slotte, op een vroege zonnige zondagochtend was het tijd voor de proefvlucht. De aanvechting was al voorbij, maar het bewijs was weer geleverd: een uitvinding die deugt, werkt aanstekelijk.

Is Bertrand Piccard familie van Auguste en Jacques? Dat zou me niet verbazen. Auguste (1884-1962) heeft zich voor mij in 1932 onvergetelijk gemaakt, toen hij in zijn stratosfeerballon tot 16.940 meter boven de aarde steeg. Ik was toen vijf, ik was jaloers, niet omdat hij die geweldige hoogte had bereikt, maar op die ingewikkelde ballon. Of waren het ballonnen, die met speciale gassen waren gevuld om het stijgvermogen in de hogere luchtlagen te garanderen? Zoiets staat me voor de geest. Wikipedia geeft geen uitsluitsel.

In ieder geval, toen kwamen Auguste en zoon Jacques met hun Batiscaaf, een onderzeeboot waarmee de diepste diepten van de planeet konden worden bereikt. Dat is bewezen in 1960. Jacques en de Amerikaanse luitenant Don Walsh zijn toen 10.911 meter in de Marianentrog gedoken. Deze trog ligt in de Stille Oceaan, tussen Japan en Nieuw Guinea. Stel je voor, zei mijn moeder, dat op die diepte een lek ontstaat. Het dunste straaltje treft je als een dolkstoot. Dat is alles wat ik van die expeditie heb onthouden. Onderzeeboten spreken ook wel tot de verbeelding (denk aan de Russische, de 4711, die nog altijd aan de overkant van het IJ ligt, ga kijken) maar prikkelen niet tot zelf aan de slag gaan.

De onderzeeboot waaraan ik de beste herinneringen heb is de K XVIII, waarop onze zwaartekrachtgeleerde Felix Vening Meinesz de aarde is rondgevaren. Hij deed daar onder andere slingerproeven. Wat daarvan de betekenis is, weet ik nog steeds niet, maar voor mij was het in 1934 belangrijker dat van de reis een film is gemaakt, en later heeft hij er een boek over geschreven, Klaar voor onder water dat bij ons thuis in de kast stond. Ik herinner me mooie foto’s. Zo wordt een kinderziel door wetenschap en techniek aangesproken. Later in de jaren dertig veranderde dat. De oorlog drong het dagelijks leven binnen. De Spaanse burgeroorlog, de Italiaanse aanval op Abessinië. Wij jongetjes begonnen de militaire luchtvaart te bestuderen, kochten de tijdschriften De Vliegwereld, The Aeroplane en Der Adler. Leerden alles over Spitfires, Hurricanes, Heinkels, Messerschmidts, de Fokker D21 en de G1, een tweemotorige jachtkruiser met vier mitrailleurs in de neus. Mijn lievelingsvliegtuig. Op 10 mei 1940 zagen we ze voor het eerst in het echt; live zoals we nu zeggen.

Terwijl ik dit schrijf, vaart een eindje verder door de gracht een sloep, afgeladen met ritmisch bewegende, op de vuvuzela toeterende oranjesupporters. Bij de buren staat de televisie aan, hard. Daar wordt verslag gedaan van de glorieuze intocht van onze voetbalhelden in Amsterdam. Boven mijn hoofd daveren de veiligheidshelikopters. Het Parool van 12 juli heeft over twee binnenpagina’s een luchtfoto van het Museumplein op de avond van de nederlaag, met de meer dan honderdduizend supporters. Al die mensen staan in de hoogste graad van opwinding niets te doen.

Als die mensen zich in het oranje willen uitdossen, toeteren, schreeuwen, juichen, huilen, moeten ze het zelf weten. Verder doen ze totaal niets. Door de Solar Impulse kom ik voor de zoveelste keer tot de conclusie: sport is improductief.