„Deze vissen zijn zichtbaar blij.” Rop Petit kijkt met een liefdevolle blik naar zijn tilapia’s die in plastic bakken rondzwemmen. De 20.000 vissen van Rop Petit en zijn compagnon Stephan Dingemans hebben weinig ruimte, maar volgens de kwekers is dat niet zielig. Want „vissen met stress zouden afwijkend gedrag vertonen”.
Petit en Dingemans zijn eigenlijk paprikatelers. In 2007 besloten ze het over een andere boeg te gooien en te investeren in het kweken van tilapia’s, toen nog een relatief onbekende vissoort. De twee producten blijken goed samen te gaan. De restwarmte van de kas waarin de paprika’s staan, houdt het water waarin de vissen zwemmen op temperatuur. Het viswater wordt hergebruikt in de kas, en vissenpoep is geschikt om de paprika’s mee te bemesten.
Het bedrijf past goed in het streven van de Europese Commissie om van het kweken van vissen een innovatieve, concurrerende en duurzame sector te maken. Omdat de oceanen niet in de groeiende vraag naar vis kunnen voorzien en veel vissoorten met uitsterven worden bedreigd, zoekt de EU een oplossing in het kweken van vissen. Al bijna de helft van alle vis voor menselijke consumptie komt uit deze ‘aquacultuur’.
Het Europarlement wil daarom meer subsidie voor Europese kwekers om de sector te ontwikkelen. Ook komen er gemeenschappelijke regels op het gebied van dierenwelzijn en duurzaamheid. Gisteren stemde het parlement in Straatsburg voor een resolutie die deze zaken mogelijk moet maken.
De tilapia’s uit Vierpolders krijgen geen medicijnen en worden niet met hormonen behandeld. „Het resultaat is een gezonde, biologische tilapia”, zegt Dingemans. Toch gaan de zaken niet goed. Supermarkten begonnen begin 2009, precies het moment dat de eerste vissen te water gingen, met het aanbieden van bevroren witvis uit Thailand en Vietnam. Petit: „Die vissen liggen gefileerd en vacuümverpakt in de supermarkt voor een prijs waar wij ze niet eens voor kunnen kweken.” Met milieu en dierenwelzijn nemen Aziaten het volgens Dingemans ook niet altijd even nauw.
Europarlementariër Lambert van Nistelrooij (CDA) is groot voorstander van strengere regels: „We moeten voorkomen dat vis wordt geïmporteerd die gekweekt is op een manier die hier niet is toegestaan. De EU zal maatregelen nemen om dit soort oneerlijke concurrentie tegen te gaan. Alleen vis die aan de Europese eisen voldoet, kan dan nog in de EU verkocht worden.”
Paul Denekamp, bestuurslid van de Stichting Vissenbescherming, vindt de eisen die Europa stelt te beperkt. Hij vindt dat er meer aandacht moet zijn voor het welzijn van vissen. „De vissen leven in gevangenschap, dicht op elkaar en ze worden vaak op dieronvriendelijke wijze gedood.” Vis kweken is volgens Denekamp bovendien geen oplossing voor overbevissing. „De meeste soorten zijn carnivoren en eten visolie of vismeel. Om kweekvissen te voeden, moet je dus alsnog veel wilde vissen vangen.”
Tilapia is relatief gemakkelijk duurzaam te kweken, omdat die van nature vooral plantaardig eet. Bij paling is dat anders. Palingen zijn roofvissen die veel vismeel nodig hebben. De dieren planten zich bovendien niet voort in gevangenschap. Om paling te kunnen kweken, moeten de jonge glasaaltjes uit rivieren worden gevangen. Deze vangst is omstreden; de paling is met uitsterven bedreigd.
In Nijmegen staat de grootste palingkwekerij van Nederland, Nijvis BV. Eigenaar William Swinkels vertelt dat de lage palingstand meerdere oorzaken heeft. Twee miljoen aalscholvers in Europa eten grote hoeveelheden aaltjes. En jaarlijks wordt volgens hem 50 ton paling vermorzeld door gemalen en stuwdammen.
Van elke vier palingen die Swinkels kweekt, zet hij er één terug in de natuur. Daarmee redt hij de paling van de ondergang, zegt hij. Swinkels haalt ze uit de rivier voordat ze door een gemaal aan hun einde komen en kweekt ze groot en sterk. Vervolgens zet hij een deel ervan op een veilige plaats weer uit, waardoor ze een grote kans hebben de Sargassozee te bereiken, waar ze zich voortplanten.
Een hoop gedoe, beaamt Swinkels. Daarom financiert de EU een onderzoek waarbij stamcellen van zebravisjes in aaltjes worden ingebracht. Dat wekt de voortplantingsdrift van de dieren op, waardoor ze zich op termijn wellicht in gevangenschap voortplanten. Dat zal het kweken gemakkelijker maken.
Paul Denekamp van de Vissenbescherming vindt het schandalig dat Europa dit subsidieert. Als dieren zich niet van nature voortplanten, wijst dat er volgens hem op dat ze in gevangenschap niet gelukkig zijn. „Daar moet je conclusies uit trekken, in plaats van alles in het werk stellen om steeds meer vis te kunnen eten.”