Mijn zonen hebben herfstvakantie. Terwijl zij zich aan de keukentafel onledig houden met gogo’s, Donald Duck en Monopoly, doe ik hetzelfde aan het aanrecht. Zomaar een beetje klooien met ingrediënten. Zonder dat er vanavond per se iets eetbaars op tafel moet staan.
Een van de dingen die ik al een tijdje wilde testen is of je Japans sushi-zeewier kunt frituren tot krokante chips. Laat me dat even uitleggen. (Voordat je denkt dat ik compleet gaga geworden ben onder druk van een dagelijks kookstukje in de krant.)
Dit voorjaar was ik in Thailand. En in elke Thaise supermarkt lagen stapels aluminiumzakjes in alle kleuren van de regenboog. Er stonden Thaise letters op die waarschijnlijk essentiële informatie gaven over de inhoud, maar die ik natuurlijk niet kon lezen.
Drie weken lang negeerde ik die zakjes. Een mens kan alles wel willen proberen. Maar op de laatste dag van mijn vakantie pakte ik er toch eentje uit het schap. Het woog zo goed als niets en werd daardoor nog mysterieuzer. Onweerstaanbaar zelfs.
Nu koop ik wel vaker willens en wetens iets waarvan onduidelijk is of het geschikt is voor menselijke consumptie, puur en alleen omdat ik wil weten hóé smerig het precies is. Dus was het een tamelijk achteloos gebaar waarmee ik dat zakje in mijn winkelkarretje gooide.
Had ik geweten wat ik nu weet, dan had ik in dezelfde supermarkt een extra koffer gekocht en hem volgestouwd met die bewuste zakjes. Thuisgekomen maakte ik namelijk zo’n zakje open en wat bleek: dit was de lekkerste snack ever. Krokante, gezouten repen zeewier; als ik het zo opschrijf geloof je me niet, maar echt, ze zijn zwaar verslavend.
Uiteraard heb ik me in Nederlandse toko’s suf gezocht naar diezelfde zakjes. Tot ik bedacht dat ik ze misschien zelf kon maken, door nori te frituren. Alleen kwam het daar maar niet van, en op den duur begon ik die snacknori zo’n beetje te vergeten.
Juist op dat moment – zal je altijd zien – zag ik ze liggen bij Oriental in Den Haag (een Aziatische superketen met vestigingen in een aantal grote steden). Meteen tien zakken ingeslagen uiteraard. Ze bleken nog steeds uiterst bevredigend: een lichte, hartige en relatief gezonde snack. En tóch wilde ik ook nog weten of je ze zelf kunt maken.
Dat kan, zo blijkt. Alleen moet ik er eerlijkheidshalve bij zeggen dat ze een tikje vettig worden (snacknori uit de toko wordt geroosterd, niet gefrituurd). Niet minder lekker, maar de door-eetfactor ligt een stuk lager.
Nodig voor snacknori:
norivellen (Japanse zeewier voor sushi)
arachideolie
zout
Verhit een ruime laag arachideolie in een wok tot 175 graden. Knip de norivellen in repen en frituur ze 30 – 60 seconden. Laat uitlekken op keukenpapier en bestrooi lichtjes met zout.
Janneke Vreugdenhil
Vertel over jouw keukenexperimenten op nrcnext.nl/koken. Op nrc.tv maakt Janneke loempia’s.