Veertig Nieuwegeinse Romakinderen, notoire spijbelaars, gaan sinds kort weer naar school. Een succesje voor de gemeente Nieuwegein? Wethouder Carla Curvers (wijken en welzijn, PvdA) aarzelt. „Daar ben ik heel voorzichtig mee.”
Er is „een zekere moedeloosheid” ontstaan, rapporteert Nieuwegein over de Roma. De problematiek is fors: zo heeft slechts één van de vierhonderd Roma er een baan. Vrijwel alle vijftig zigeunergezinnen hebben schulden. Een kwart van de jongeren heeft een strafblad, onder volwassenen is dat driekwart. Van de kinderen volgt 40 procent geen onderwijs, wie het wel volgt, stopt vaak vroegtijdig. Geen enkel meisje ouder dan twaalf komt op school.
De gegevens zijn gebaseerd op schattingen van Nieuwegein; etniciteit wordt niet geregistreerd.
Nieuwegeiner Rade Duric gelooft er niet in, vertelt hij in zijn rijtjeshuis met grote flatscreen-tv. Hij is zelf Roma en initiatiefnemer van een nooit gerealiseerd sociaal-cultureel centrum voor zijn bevolkingsgroep. „Soms wordt van een mug een olifant gemaakt. Er zijn geen cijfers, niks.” Duric probeert „als eerste Roma” een schoonmaakbedrijf op te zetten en benaderde de gemeente om de eerste opdrachtgever te worden. Maar orders heeft hij nog niet: „Als Roma kom je niet aan werk. We zijn zwartgemaakt.”
De moeilijkheden begonnen eind jaren zeventig, toen een groep van zo’n 550 staatloze Roma door Nederland zwierf. Ze mochten blijven, mits ze hun wagen verruilden voor een huis. De ‘pardongroep’, nu zo’n 3.000 mensen, kwam terecht in Nieuwegein, Utrecht, Amsterdam (Zuidoost), Enschede, Oldenzaal, Veldhoven, Lelystad, Capelle aan den IJssel, Ede en Spijkenisse. Al deze gemeenten kennen vergelijkbare problemen.
Toen de Roma in Nederland kwamen, zegt de Nieuwegeinse wethouder Curvers, dacht iedereen dat ze binnen een paar jaar geïntegreerd zouden zijn. Dertig jaar later blijkt dat volledig mislukt, ondanks een stortvloed aan „geldverslindende” projecten.
Lokale bestuurders bundelen sinds juni hun krachten in het Platform Roma-gemeenten, dat om financiële steun vraagt van de landelijke overheid. Minister Van der Laan zegde de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) 60.000 euro per jaar toe. „Volstrekt onvoldoende”, reageert de VNG. Er is geld nodig om bijvoorbeeld gezinscoaches in te zetten.
Daar begon Nieuwegein dit jaar mee. Aanleiding waren vernielingen en vechtpartijen in het uitgaansleven. Hulpverleners, agenten en ambtenaren werden weggehoond. Ze gedoogden overtredingen uit onmacht.
De gezinscoaches proberen nu de Roma op de rails te krijgen. Gedogen is er volgens Nieuwegein niet meer bij. Een speciale leerplichtambtenaar moet Romakinderen naar school krijgen. Ook is extra personeel beschikbaar om uitkeringsfraude op te sporen en om mensen aan werk te helpen.
„Die nieuwe aanpak stelt niks voor”, zegt Duric. „Het heeft geen toekomst, want wij zijn nergens bij betrokken. Samen zouden we een stap verder kunnen komen, maar zonder de Roma zelf lukt dat niet.” Hij voelt zich onbegrepen. „Kinderen gaan niet naar school, maar staat de gemeente wel stil bij de oorzaak? Hebben ze wel mogelijkheden om te gaan? Is er wel geld voor goede kleren bijvoorbeeld?”
De twaalfjarige dochter van Duric’ neef Gianni zit in groep acht. Dat zij naar de middelbare school gaat, is onwaarschijnlijk. Haar vader wil voorkomen dat het meisje jongens leert kennen of op een andere manier de familie-eer beschadigt. „Als ze geen maagd meer is als ze trouwt, kan ik mijn gezicht nergens meer laten zien. Daarom gaan meisjes niet naar school.”
Culturele factoren spelen vaker een rol bij moeilijkheden met Roma. Hun taal, het Romanes, is een spreektaal zonder schriftelijke traditie. Lezen en schrijven zijn niet belangrijk. Overlast zou mede ontstaan doordat gezinnen rondreizende familieleden opvangen, wat leidt tot overbewoning. Eeuwenlange vervolgingheeft de Roma bovendien wantrouwig gemaakt tegenover de buitenwereld.
Duric: „Natuurlijk moeten we ons aanpassen, maar we willen ook onze eigen cultuur behouden.” Gianni, zelf afgehaakt in de eerste klas van de middelbare school, nu werkloos, maar „handelaar om te overleven”: „Je kunt niet ineens alle kinderen naar school krijgen.” Dat heeft tijd nodig, zegt hij, omdat school voor Roma eeuwenlang geen rol speelde. „Die veertig kinderen gaan maar tijdelijk. Als er een klein probleem is, blijven ze weer weg, omdat de ouders nooit ergens bij betrokken zijn.”
De leerlingen hebben intensieve begeleiding en controle nodig, erkent de gemeente. Of wethouder Curvers er na dertig jaar nog in gelooft? „Ik vind dat je een groep mensen nooit mag laten vallen. We moeten in de Roma blijven investeren, alleen al omdat iedereen zich aan de wet moet houden. Niets doen is niet acceptabel.”