Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Economie

Ben Mandemakers gaat niet zitten kniezen

Een van de grootste keukenbedrijven van Nederland is een familiebedrijf. Baas Ben Mandemakers regeert met strakke hand en wil van geen recessie weten.

rechts distributiecentrum Foto’s Willem Sluyterman van Loo Waalwijk, 15 juni 2009. DMG, het keukenconcern van Ben Mandemakers. In Waalwijk is het landelijke distributiecentrum gevestigd, waar wekelijks zo'n 1100 keukens worden doorgesluisd naar hun bestemming. Foto: Willem Sluyterman van Loo
rechts distributiecentrum Foto’s Willem Sluyterman van Loo Waalwijk, 15 juni 2009. DMG, het keukenconcern van Ben Mandemakers. In Waalwijk is het landelijke distributiecentrum gevestigd, waar wekelijks zo'n 1100 keukens worden doorgesluisd naar hun bestemming. Foto: Willem Sluyterman van Loo Sluyterman van Loo, Willem

De persoonlijke smaak van oprichter en eigenaar Ben Mandemakers keert overal terug in het nieuwe hoofdkantoor van keukenbedrijf De Mandemakers Groep in Waalwijk. Het gebouw heeft een entree met acht fonteinen, vloeren van natuursteen, loopbruggen en is afgewerkt met veel glas en roestvrij staal. Selfmade man Mandemakers regeert als een keizer over zijn bedrijf en is zelfverzekerder dan ooit. „Het woord recessie wil ik hier niet horen”, zegt hij in zijn directiekamer, met een flinke Herman Brood aan de muur. „Als je over recessie gaat praten, gaat iedereen zitten kniezen en dan gaat het vanzelf slechter.”

Volgens Mandemakers gaat het nog lang zo slecht niet met zijn bedrijf. Hij zegt het „veel beter dan de markt” te doen. De vraag hoeveel beter, levert slechts een grijns op. Mandemakers laat zich niet graag in de kaarten kijken. Dan neemt hij het woord weer: „Wij willen vooruit, de crisis accepteren wij niet. Natuurlijk gaat de verkoop iets minder, maar ik word er niet onrustig van.” Even later laat Mandemakers zich ontvallen dat hij „1.200 keukens in de week” verkoopt.

De keukenbranche heeft het moeilijk. Consumenten stellen de aanschaf van een nieuwe keuken in crisistijd liever even uit. „Dit jaar worden er in Nederland minimaal 20.000 minder keukens geplaatst”, zegt Mandemakers. „En het zou nog verder kunnen terugvallen.” Mandemakers wist in het verleden telkens te profiteren van neergang in de keukenmarkt. Zo nam hij in 2001 Brugman Keukens over en viel in 2003 Hans Verkerk Keukens in zijn handen. In juni dit jaar kwam ook het failliete Morres Wonen uit Hulst erbij.

Ben Mandemakers zegt dat hij „elke week” bedrijven krijgt aangeboden om over te nemen, kleine en middelgrote. „Wij maken heel zorgvuldig de keus of we het wel of niet doen, alleen als het bedrijf goed bij ons past zeggen we ja. De laatste twee jaar zijn heel veel keukenondernemers gestopt en die trend zet zich door. Ik verwacht dat de komende twee jaar minimaal nog eens 150 tot 250 keukenzaken verdwijnen.”

Mandemakers is naar eigen zeggen nooit in de buurt van een faillissement geweest sinds hij als 21-jarige voor zichzelf begon. „Vooral de eerste vijf jaar waren zwaar. Ik begon met een startkapitaal van 7.000 gulden in een schuurtje achter het huis van mijn vader in Kaatsheuvel. Met mijn Kevertje vol monsters van deurtjes ging ik langs de huizen om mijn keukens aan de man te brengen.” Meteen kreeg hij te maken met de crisis van de jaren tachtig.

[Vervolg Mandemakers: pagina 14]

De baas bemoeit zich met alles

[Vervolg Mandemakers van pagina 13]

‘Ik begon in ’78 en begin jaren tachtig kampte Nederland ook met een grote recessie”, vertelt Mandemakers. „Maar wij kwamen met goede actiekeukens en lieten de markt voor ons werken. Dat jaar ging 22 procent van de keukenboeren failliet, maar wij overleefden.”

Het bedrijf groeide als kool. Tien jaar geleden had Mandemakers een jaaromzet van omgerekend 60 miljoen euro. Nu haalt het bedrijf 1,1 miljard euro omzet in binnen- en buitenland en de groei is er nog niet uit, verwacht Mandemakers. Vooral internationaal zijn er nog mogelijkheden voor expansie, via de joint venture die Mandemakers twee jaar geleden aanging met het Zweedse Nobia. Met de Zweden exploiteert Mandemakers 110 winkels in Duitsland. „Daar willen we groeien tot 200, 250 keukenzaken.” Ook in Tsjechië, Polen en België heeft Mademakers expansieplannen.

In Nederland is Mandemakers marktleider. „Een op de drie keukens in Nederland komt bij ons vandaan.” Met nieuwe formules als Woonexpress en SVEA (meeneemkeukens) wil Mandemakers de strijd met IKEA aanbinden. Ook wil hij keukens via internet gaan verkopen.

Waarom blijft Mandemakers het relatief goed doen terwijl veel concurrenten wegkwijnen? „We maken de goede keuzes en nemen geen risico’s. Wat ik verdien, stop ik in mijn eigen zaak terug. Dat maakt ons minder kwetsbaar in de recessie.”

Op discussiefora op internet wemelt het klachten over Mandemakers. Hoe zit dat? Mandemakers veert op uit zijn stoel: „Ik ben niet gauw kwaad, maar dáár kan ik mij echt over opwinden. Ik weet wie het zijn, het zijn altijd ex-collega’s die kwade verhalen over ons proberen te verspreiden. Ik vind het oneerlijk. Iedereen kan anoniem klachten op internet zetten, maar niemand weet wie erachter zit.” Volgens Mandemakers is het onvermijdelijk dat er bij het installeren van een keuken weleens iets verkeerd gaat, maar problemen lost hij „per direct” op. „Bij al onze keukens die wij verkopen is 70 tot 80 procent in één keer 100 procent goed. In de andere gevallen lossen we 90 procent van de problemen binnen 2 à 3 weken op.” Die service kost wat, maar levert uiteindelijk meer op, zegt Mandemakers: „We profiteren nu enorm van wat we de afgelopen dertig jaar voor onze klanten gedaan hebben.”

Het gigantische magazijn van Mandemakers achter het hoofdkantoor staat tjokvol keukens. De hal meet 45.000 vierkante meter, zegt Mark Strijbos, algemeen directeur van de Keukenman, een van de vele werkmaatschappijen van Mandemakers. „Alles wat hier staat is binnen een week vervangen. Er is plaats voor ongeveer 1.100 keukens, maar de capaciteit kan nog verdubbeld worden.”

De keukens staan opgesteld in smalle ‘parkeerplaatsen’ die met gele lijnen op de betonnen vloer zijn afgetekend, allemaal voorzien van een nummer en een barcode. De keukenkastjes, het werkblad, plinten en de inbouwapparatuur van verschillende leveranciers worden hier verzameld totdat de keuken compleet is.

De monteurs worden in het bedrijf zelf opgeleid. Schuin aflopende vloeren, wanden met een bocht erin, dat zijn zo de uitdagingen voor keukenmonteurs in opleiding. „Dit zie je niet bij onze concurrenten”, zegt Strijbos. „Daar lopen leerling-monteurs gewoon mee met klussen en leren ze het vak in de praktijk. Maar wij willen onze mensen goed opleiden, ook als ze al elders ervaring hebben.”

Mandemakers behoort met 5.000 medewerkers tot de grootste familiebedrijven van Nederland. Directeur-oprichter Mandemakers bemoeit zich nog met alles binnen het bedrijf. Zo geldt voor de designmeubels die overal in het kantoorpand staan opgesteld één maatstaf, vertelt Strijbos: „Als Ben erop uitgekeken is, worden ze vervangen.”

Mandemakers blijft voorlopig nog wel een familiebedrijf. „Ik vind het belangrijk dat mijn zoons in het bedrijf werken.” Maar van opvolging wil de 53-jarige Mandemakers nog niets weten. „Ik stop nooit, ik ga het wel een keer rustiger aan doen, maar dat is nog ver weg. Ik hoop nog zeker tien, twaalf jaar te blijven.”