Over de Catshuiskwestie is in het collectieve geheugen niet veel meer opgeslagen dan dat bij een felle brand in de ambtswoning van de premier een schilder omkwam. Die brand werd veroorzaakt door een verboden oplosmiddel (thinner), waarvoor het schildersbedrijf werd beboet. Daarna was er nog enig kortstondig rumoer in de Tweede Kamer.
De kwestie is echter veel ernstiger en ook een stuk politieker. Met dank aan RTL Nieuws, dat stug doorzocht en een Rijksrechercheonderzoek afdwong dat nieuwe, verontrustende informatie opleverde. Er zijn aanwijzingen voor een klassieke doofpotaffaire op het hoogste niveau.
Het Openbaar Ministerie is onvolledig ingelicht en de rechter is misleid, evenals de nabestaanden. Met medeweten van topambtenaren is een cruciaal TNO-rapport in de kluis van de landsadvocaat verstopt. Daarin stond dat de wandbekleding in het Catshuis zo brandgevaarlijk was dat die „mogelijk in significante mate medeverantwoordelijk [was] voor het schadeniveau en aard van de verwondingen van de in de ruimte aanwezige schilder”. Had daar dus iets anders op de muur gezeten, dan leefde de schilder mogelijk nog.
Dat betekent ten minste aansprakelijkheid voor degene die de ondeugdelijke wandbekleding aanbracht, namelijk de Staat. Het kabinet had dus de plicht om daarvoor prompt en volledig verantwoording af te leggen. Als het kabinet dat had gedaan, dan was gebleken dat de wandbekleding zo brandgevaarlijk was dat de Staat er een gebruiksvergunning voor had moeten aanvragen, hetgeen ten onrechte niet was gebeurd.
Wie zo’n rapport met opzet weghoudt bij de officier van justitie, de schuld legt bij een verboden oplosmiddel en het schildersbedrijf voor schut laat gaan, heeft iets uit te leggen. Intussen ook over veel meer dan destijds.
Van falend ambtelijk toezicht op een verbouwing is het nu een politieke kwestie geworden over de integriteit van de ambtelijke top, het leiding geven door de premier en over het vertrouwen van het parlement.
De premier tracht alsnog verantwoording af te leggen. Achteraf was het beter geweest het rapport wel toe te zenden aan het OM, gaf hij toe, hoewel zijn ambtenaren het toen „niet voldragen” vonden. Die mooie term betekent ‘niet rijp’, maar is in het Haagse jargon vooral een eufemisme voor ‘ongewenst’.
Het jongleren met dergelijke rapporten is onder Haagse topambtenaren een kunst. Maar wie er de kluis van de landsadvocaat voor nodig heeft, overtreedt alle marges van het politieke spel. En weet dat ook.
Het OM was zo vriendelijk achteraf vast te stellen dat dit voor het toekennen van blaam weinig uitmaakt. Maar dat is niet overtuigend. Het onderzoek had er immers een andere richting door kunnen krijgen. Ook de rechter had ervan moeten weten toen hij de boete voor het schildersbedrijf bepaalde. En de weduwe had recht op deze informatie toen ze instemde met een schikking met het Rijk.
Het gebruik van die kluis was achterbaks.