Zijn ‘mooiste titel’ en zijn ‘grootste prestatie’ zegt Louis van Gaal zelf over het nakende kampioenschap. Naar verwachting wordt AZ, een ‘modale’ voetbalclub uit Alkmaar, op zaterdagavond 18 april na bijna dertig jaar voor de tweede keer landskampioen. In de thuiswedstrijd tegen Vitesse.
Louis van Gaal is al vier jaar coach van AZ. Een kampioenschap staat garant voor nog meer uitnodigingen voor seminars en lezingen. De trainer/coach doceert over zijn hardnekkige wil om te presteren en de basisvoorwaarden van zijn succes. Daar kunnen managers – bij de huidige economische crisis – leren wat het geheim van de aanpak van Van Gaal is. NRC Weekblad doet alvast een voorzet.
In Search of Excellence (1982) van de organisatie-adviseurs Tom Peters en Bob Waterman is het meest gelezen managementboek onder leidinggevenden. Zij onderscheiden vier elementen voor succes: een sterke teamgeest, een perfecte uitvoering van de kerntaken, een vastomlijnd plan, en ten slotte duidelijkheid en geloofwaardigheid. Elementen die terugkomen in de ‘methode Van Gaal’. „Als je wat over leiderschap wilt leren, moet je het niet vragen aan de leider, maar aan de mensen die die leiding in de praktijk ervaren”, zei Bob Waterman. Wat is die ‘methode Van Gaal’ volgens mensen die met hem hebben gewerkt?
1. Het teambelang gaat boven alles
Een mantra van Louis van Gaal is: niet de beste spelers winnen, maar het beste team. Als trainer-coach is hij daar vierentwintig uur per dag en zeven dagen per week mee bezig. Het team gaat altijd voor, niemand is belangrijker dan het geheel. Wie dat niet begrijpt, past niet in het team. „Je kunt als speler een perfecte wedstrijd spelen” – zo houdt Van Gaal zijn spelers regelmatig voor – „en toch als team verliezen”.
Het ‘beste team’ blijft niet beperkt tot de elf spelers op het veld, maar omvat ook de technische staf, het bestuur, de vrijwilligers – de hele organisatie. Kort nadat hij in 1995 met Ajax de Champions League had gewonnen, liep Louis van Gaal met de beker langs de tribunes van De Meer. Bij de wasserij van het oude stadion in Amsterdam stapte de trainer naar binnen, zette de trofee op een droger en zei tegen de wasdames: „Zo, deze is ook van jullie.” Een week lang stond de beker tussen de wasmachines en de sokken. „De mensen die de shirtjes elke dag wasten, waren voor Louis net zo belangrijk als spelers en bestuurders”, zegt oud-voorzitter Michael van Praag. „Zo maakte hij van Ajax een eenheid, een team.”
Van Gaal organiseerde ook feestjes waarbij spelers, bestuursleden en hun vrouwen werden uitgenodigd, vertelt Van Praag. „Normaal is er altijd een grote afstand tussen bestuur en spelers, maar op dit soort avonden was het ijs na drie minuten gebroken.” De avonden bevatten altijd een spel- en competitie-element, een quiz. Van Gaal was de grote organisator. „Alles wat hij doet, heeft een functie. En alles had hetzelfde doel: Ajax. Wil je de top bereiken dan moet je als club één zijn. Louis is een meester om dat voor elkaar te krijgen.”
Bij teambuilding hoort, in de visie van Van Gaal, dat de trainer-coach niet op een voetstuk staat. Hij is één van de vele mensen van een club. Zo komt het voor dat Van Gaal aan het eind van een training met een net over het veld loopt om samen met zijn spelers de ballen te verzamelen. Hij maakt evenmin onderscheid tussen zijn spelers. Invallers worden op dezelfde manier behandeld als basisspelers, zegt speler Kees Luijckx. „Hij heeft geen voorkeuren, althans dat laat hij niet merken.”Jonge spelers gedijen onder deze aanpak beter dan oudere spelers, signaleert keeper Henk Timmer. „Van oudere spelers krijgt Louis meer tegenspraak. Zij hebben immers zelf ook de nodige ervaring. Louis houdt niet van vedettegedrag.”
En vedetten houden meestal niet van Van Gaal. Die willen op basis van prestaties uit het verleden hun positie en rechten afdwingen. Maar bij Louis van Gaal kan het voorkomen dat een vedette die niet in het spelsysteem past – zoals bijvoorbeeld stervoetballer Rivaldo bij Barcelona – op de bank belandt. En dan maakt het niet uit of je net Europees voetballer van het jaar bent geworden.
Het dieptepunt in Van Gaals carrière was 2001, als bondscoach van het Nederlands elftal. De spelers met wie hij grootse triomfen had gevierd bij Ajax, waren rijke mannen geworden – vedetten, die zich niet meer wensten te onderwerpen aan Van Gaal en zijn systeem. Oranje werd uitgeschakeld in de kwalificaties voor het WK van 2002. Van Gaal nam ontslag.
De coach heeft het nooit kunnen verkroppen dat zijn gewezen leerlingen hem juist toen sportief en disciplinair in de steek lieten. Hij was er „helemaal kapot van”, zegt zijn echtgenote Truus Opmeer. Zeker toen hij aan de vooravond van een interland ook nog eens tien prostituees uit het hotel moest verwijderen.
2. Discipline is de basis voor succes
In iedere organisatie – onderneming, voetbalclub, gezin – gelden regels die moeten worden nagekomen. In een gedisciplineerde organisatie worden de beslissingen van bovenaf geaccepteerd. En wie bepaalt de spelregels? „Ik bepaal de grenzen waarbinnen iedereen zich mag bewegen en waar veel individuele vrijheid heerst”, zei Louis van Gaal in de Volkskrant. „Maar die grenzen zijn wel bepaald. Als iedereen dat weet, voelt iedereen zich happy, want het is een veilige wereld.”
Van Gaal is opgevoed in een groot gezin met strenge regels en toen hij zijn trainerscarrière in 1986 bij AZ begon, paste hij die regels in de praktijk toe. „Er waaide direct een andere wind”, herinnert oud-speler Arnold Oosterveer zich. „Discipline werd het adagium.” De zweep ging erover. De spelers hadden leiding nodig, vond Van Gaal. „Geen buitensporigheden, simpelweg de taken uitvoeren. Te veel inspraak levert chaos op, zeker binnen een voetbalselectie. En ik ben nu eenmaal een leidersfiguur. Dat bedoel ik niet onbescheiden, maar zo is het gegroeid”, zei hij in Voetbal International.
Wie te laat op een training kwam, kreeg een boete, zegt Oosterveer. Auto’s moesten op het parkeerterrein staan en niet meer vlakbij de kleedkamer. Met de discipline kwam het plezier in het voetbal weer terug.
De trainer-coach Louis van Gaal heeft „iets vaderachtigs”, zegt Kees Luijckx. „Normen, waarden en discipline, enzo.” De spelers van Van Gaal moeten zich gedisciplineerd gedragen zowel tijdens de training en de wedstrijd als daarbuiten. Zijn spelers worden opgevoed, onderwezen in de kleine en grote dingen van het leven. Op ongepoetste schoenen lopen is er niet bij, de stropdas is goed gestrikt, fatsoenlijke omgangsvormen zijn verplicht.
„Wij hebben veel regels”, zegt Luijckx. Van Gaal ergert zich als mensen zich niet aan die regels houden, zoals het niet in de wasmand gooien van de was, de voetbalschoenen niet op het rekje zetten. Luijckx: „Hij wordt giftig op de spelers wanneer de schoonmaakdames een briefje ophangen met een klacht.” Bij maaltijden wordt gewacht totdat iedereen aan tafel zit en de krant lezen bij een gezamenlijk ontbijt is verboden. „Wij praten veel”, zegt Luijckx, „en de trainer is blij als we praten over voetbal”.
3. Iedereen moet stipt zijn taak uitvoeren
In een teamsport is succes alleen te bereiken wanneer iedereen zich aan zijn taak houdt. Bij Van Gaal gaan de spelers met een opdracht het veld op. Ron Groenewoud lacht om zijn eigen woorden. „Natuurlijk om te winnen, maar Louis geeft iedere speler een eigen opdracht mee. Aan de hand van die opdracht bepaalt hij of een speler goed of slecht heeft gespeeld. Dat is de norm.”
Groenewoud leerde Van Gaal de basisprincipes van het trainingsvak. „Iedereen binnen de complete selectie kent zijn taak. Daarom wisselt AZ ook zo gemakkelijk. Elke speler weet wat de taak is die hoort bij een bepaalde positie op het veld. Van Gaal kan de wedstrijd rustig volgen met een blocnote op schoot om bij te houden of zijn opdrachten worden uitgevoerd.”
„Voetballen doe je met je hersens”, zei Van Gaal in een interview met Vrij Nederland. „Instinctmatig handelen hoort er wel bij, maar de bedoeling is steeds het intuïtieve in dienst te stellen van het rationele. Dan ben je verder. Voetbal je louter intuïtief dan doe je het kunstje ook op de verkeerde momenten.”
Critici zeggen dat het zo strikt uitvoeren van een taak ten koste gaat van de creativiteit. „Verdedigers en middenvelders hoeven ook niet echt creatief te zijn”, zegt Kees Luijckx, „die moeten gewoon hun taak uitvoeren”. Taakuitvoering en creativiteit kunnen heel goed samengaan, vindt oud-speler Danny Blind. „Er was bij Van Gaal absoluut ruimte voor creativiteit, maar primair ging het om het uitvoeren van je taak.”
„Spitsen kunnen excelleren als ze twee man achter zich hebben die nooit falen”, zegt Pieter Winsemius. Dat geldt ook in het bedrijfsleven, je moet risico’s durven te nemen, creatief zijn. „En dat wordt makkelijker als je in een team werkt waarin 98 procent van de werknemers stipt zijn taken uitvoert.”
4. Gebruik feiten om je methode te onderbouwen
Louis van Gaal streeft ernaar zijn aanpak wetenschappelijk te onderbouwen. Een voorbeeld. Van Gaal had een natuurlijke afkeer tegen duurlopen, ook omdat hij zelf als speler een slechte loper was. De intussen overleden oud-bondscoach van België Guy Thys zei over Van Gaal in hun tijd bij FC Antwerp: „Hij kon goed koppen. Technisch was hij een begaafde voetballer. En tactisch inzicht had hij ook. Alleen was Louis wat aan de zeer trage kant, dat had met zijn morfologie te maken. Het was moeilijk om met hem op de tegenaanval te spelen. Daar was hij te langzaam voor.”
Als trainer sprak Louis van Gaal in 1992 met inspanningsfysioloog Jos Geijsel over een alternatieve conditietraining bij Ajax. Geijsel beschikte over wetenschappelijk bewijs dat sporters door duurlopen traag worden. „Het verhaal klonk Louis als muziek in de oren”, zegt Geijsel. „Hij hoorde op wetenschappelijke wijze onderbouwd wat hij als speler altijd al had geweten.”
Van Gaal en Geijsel achtten juist het kweken van snelle spiervezels van groot belang voor een sport waarin het aankomt op snelheid op de eerste meters. Per training werd maar een kwartiertje intensief aan de conditie gewerkt, en verder werd het uithoudingsvermogen opgebouwd met tactische en technische oefeningen.
„We waren ontzettend blij met de nieuwe methode, want voetballers houden niet van duurlopen”, zegt oud-speler Frank de Boer. In juli 1993 begon Ajax op conditie te trainen zonder duurlopen. Intussen hebben de meeste toptrainers van voetbalclubs de duurloop afgeschaft.
Inspanningsfysioloog Geijsel wordt nog steeds door Van Gaal geconsulteerd. „Een paar weken geleden belde hij mij nog. Aan het einde van de competitie neemt de scherpte van teams af. Concentratie en conditie worden minder. Maar juist dan komen de beslissende wedstrijden. Hoe hou je je ploeg tot het eind toe scherp? Daar hebben we uitgebreid over gesproken.” Over de inhoud van dit gesprek wil Geijsel niks inhoudelijks zeggen. „De concurrentie leest mee.”
5. Perfectionisme maakt het verschil
Het onderscheidende kenmerk van de ‘methode-Van Gaal’ is perfectionisme. Werken met Louis van Gaal betekent elke minuut van de dag scherpte. Die eist hij van zichzelf en die eist hij van anderen. Tijdens de KNVB-opleiding voor coaches wilde hij alles tot in detail weten, zegt Ron Groenewoud: „Hij wilde honderd procent uit de cursus halen. Hij stelt hoge eisen, aan zichzelf en aan zijn omgeving.”
Van Gaal is voortdurend op zoek naar innovatieve technieken in zijn streven naar perfectionisme. Zo vullen AZ-spelers elke week op de computer een vragenlijst in over hun lichamelijke gesteldheid. Tijdens trainingen en wedstrijden dragen ze altijd een hesje dat signalen registreert, zoals hartslag en het aantal kilometers dat de speler aflegt. In het ‘AZ Advanced Football Lab’ worden de gegevens geanalyseerd en krijgen spelers naar aanleiding van de resultaten opdrachten, bijvoorbeeld om minder te lopen. „Dit jaar hebben we superveel gedaan met videobeelden, zowel van wedstrijden als van trainingen”, zegt Kees Luijckx. Wedstrijden en trainingen worden driedimensionaal opgenomen. „Bij het afspelen wordt het beeld vaak stilgezet en geeft Van Gaal de alternatieven aan. De optimale tactiek moet erin slijpen. De structuren moeten helder zijn, zodat je in elke situatie precies weet wat je moet doen. Tijdens een wedstrijd hoef je dan niet meer na te denken, maar gaat het automatisch.”
6. Kwaliteit is het uitsluiten van toeval
‘Geluk dwing je af’, is zo’n typisch cliché dat voetballers en trainers te pas en te onpas gebruiken na afloop van een wedstrijd. Maar bij Louis van Gaal betekent het iets: het geluk staat aan de kant van het team dat zich perfect heeft voorbereid. ‘Kwaliteit is het uitsluiten van toeval’, is zijn wapenspreuk. Het bordje met deze tekst was het laatste dat hij inpakte toen hij zijn kantoor in de Amsterdam Arena leeg ruimde.
Van Gaal traint zo scherp omdat hij de kleinste fouten in een wedstrijd wil voorkomen. Hij weet dat duels op topniveau in enkele momenten worden beslist. „De trainingen van Van Gaal zijn erop gericht toeval uit te sluiten”, zegt Ron Groenewoud. „Zo probeert hij als coach de wedstrijden te winnen.”
Een fout van de scheidsrechter of een blessure kunnen veel bepalen in het voetbal, zegt oud-keeper Hans van Breukelen. Maar Van Gaal is daadwerkelijk in staat succes te managen. Kennis, kunde en vaardigheden zijn daarbij niet genoeg. Instelling en karakter geven in topsport de doorslag en zijn beïnvloedbaar. Coaches als Louis van Gaal, Guus Hiddink en Rinus Michels snappen dat en bieden spelers aanknopingspunten voor verbetering. Van Breukelen: „Het verschil tussen Van Gaal en Hiddink is dat Guus vooral coacht op intuïtie, op gevoel, op hoe bepaalde persoonlijkheden in één team passen. Louis heeft een heel duidelijke aanpak die voor honderd procent is gestaafd op feiten.”
7. Kies een doel en laat niets je weerhouden
Louis van Gaal weet precies wat hij wil. Hij uit geen twijfel. Hij heeft altijd een doel: wanneer hij bij een nieuwe club begint, bij de aanvang van het seizoen, iedere week. Danny Blind: „Hij houdt van spelers die dezelfde ambitie hebben als hij: grenzen verleggen.”
Hij focust heel scherp, zegt speler Simon Poulsen, de hele week lang op de komende wedstrijd. „Voor de wedstrijdbespreking neemt hij uitgebreid de tijd. We hebben ons eigen systeem, maar hij leest de tegenstander goed. Hij weet precies in welke situaties we extra moeten opletten.” Tegen NEC stond hij tegenover aanvaller Dennis Rommedahl. „Van Gaal weet dan dat Rommedahl sneller is dan ik, dus dat ik niet bovenop hem moet gaan staan. De organisatie en de tactiek zijn altijd goed. De vervangers doen het altijd goed en niet eens altijd op hun eigen positie.”
De kracht van Van Gaal ligt in het vermogen te kunnen focussen, vindt ook oud-coach Ton Boot. Terug naar de kern van het voetbal: team, tactiek, techniek. „Focussen is aandacht sturen, concentreren op de kerntaken.” Veel managers zouden in de huidige economische crisis baat hebben bij zo’n benadering, denkt Boot. „Ga na waar je goed in bent – geweest – en concentreer je daar op. Bij ING zie je dat bijvoorbeeld, daar wordt de kern weer opgezocht: bankieren en verzekeren.”
Een scherpe focus vergt volledige aandacht. „Van Gaal kan zich heel goed concentreren”, signaleert Pieter Winsemius. Topspelers en topcoaches kunnen een wedstrijd van negentig minuten lang de aandacht vasthouden. „Volledige concentratie is de grootste waarde van de leider. Dat kun je ook met een groep mensen hebben – opperste concentratie, op zo’n moment ontstaan de beste ideeën. Je komt in the zone, the flow.”
Van Gaal kan zo goed focussen omdat hij een rationele persoonlijkheid heeft, zegt oud-coach Peter Murphy, die gedragsvoorkeuren van spelers en staf in kaart brengt. „Hij is een toekomstkijker”, aldus Murphy. Rationalisten zijn volgens hem belangstellend en nieuwsgierig. En ze controleren zelf of wat ze doen wel resultaat oplevert.
De doelen die Van Gaal zich oplegt zijn ambitieus, maar ook realiseerbaar, vindt AZ-commissaris Gerrit Valk. En hij beschikt „over het vermogen bij tegenslag te blijven geloven in zijn eigen aanpak”. Toch moeten de ambities van een coach ook aansluiten bij de mogelijkheden – van de club. Met een conflict verliet Van Gaal twintig jaar geleden AZ omdat „de ambities van Louis groter waren dat de kwaliteiten van de spelers”, analyseert Oosterveer. „Hij heeft nog dezelfde ambitie als toen”, zegt oud-bestuurder Wijnand Vermeulen, „maar heeft nu de mogelijkheden om die ambitie te realiseren”.
Dat zouden bedrijfsleven en politiek kunnen leren van het voetballen, zegt Pieter Winsemius. „Met name de overheid kan niet focussen. Tien ballen in de lucht en geen één doelstelling wordt gehaald. Wees realistisch en streef doelstellingen na die je kunt realiseren.”
8. Gebruik de kracht van het woord
Communiceren en argumenteren zijn stokpaardjes van Van Gaal. Spelers die voor het eerst met hem te maken krijgen, hebben soms het gevoel alsof ze in een praathuis verzeild zijn geraakt. Voorbespreking, nabespreking, en tijdens de training legt Van Gaal het spel vaak stil om dingen uit te leggen.
Eigenlijk gewoon „management by speech”, relativeert Pieter Winsemius. „Toen ik minister werd kreeg ik van mijn toenmalige McKinsey collega Bob Waterman de gouden tip: zorg dat je een goed verhaal hebt en herhaal dat duizend keer – voor iedere doelgroep in andere bewoordingen. Dat heb ik gedaan, de boodschap beklijft. Zo werkt Van Gaal ook.”
Frank de Boer: „Louis praat veel. Zo blijft hij ook op de hoogte van wat er leeft onder de spelers. Wanneer je aandacht tijdens de training of wedstrijd ook maar een moment verslapt, dan weet je dat hij je daarop zal aanspreken. En als het niet verbetert, kun je langskomen op zijn kamertje voor een stevig gesprek.”
Van Gaal is direct. Oud-speler Sonny Silooy: „Van Gaal kwam bij Ajax als opvolger van Leo Beenhakker en vertelde mij na een maand dat ik niet zou spelen en kon uitkijken naar een andere club. Die duidelijkheid en eerlijkheid is prettig, ook al is het niet altijd leuk om te horen. Hij is eerlijk en direct en dan weet je ook precies waar je aan toe bent.”
Aan zijn spelers kan Van Gaal precies overbrengen wat hij wil, zegt Silooy. „Hij legt het uit, maar daarvoor heeft hij wel spelers nodig die het snappen. Daar kiest Van Gaal zijn spelers ook op uit. In de winterstop zocht AZ een linksbenige verdediger, het werd Ragnar Klavan van Heracles Almelo. Hij paste zich meteen prima aan bij AZ, maar wie had er daarvoor nu van hem gehoord? Ook op de reservebank heeft Van Gaal goede spelers. De bank is bepalend voor het succes, dat was bij Ajax ook zo.”
9. Privé en werk zijn niet te scheiden
Een voetballer kan alleen optimaal functioneren als hij „een stabiel thuisfront” heeft, vindt Van Gaal. In zijn eerste seizoen bij AZ was de vader van speler Tarik Sektioui ernstig ziek. Die jongen mocht zo lang als hij wilde naar zijn vader in Marokko toe. Dan is voetbal van ondergeschikt belang, vindt Van Gaal.
Als een spelersvrouw zwanger is, verzuimt Van Gaal niet om regelmatig naar haar gezondheid te informeren. „Hij kent alle namen van de spelersvrouwen en vaak ook de kinderen”, zegt Frank de Boer. „Hij is oprecht geïnteresseerd in je privéleven. Ook vanuit de achtergrond dat je alleen maar optimaal kunt trainen en spelen als het privé goed zit.”
Nooit vergeet hij een verjaardag van een speler. Verjaardagen worden nauwkeurig bijgehouden en tijdens de wekelijkse stafbijeenkomst besproken.
10. Sluit een contract met de maatschappij
Een profvoetballer heeft een voorbeeldfunctie, vindt Van Gaal. Hij moet ziekenhuisbezoek afleggen, de schoolkrant te woord staan en voetbalclinics geven. Wanneer spelers na afloop van een training het veld aflopen en er zijn fans die een handtekening willen, dan moeten die worden ‘bediend’. Het negeren van de fans past niet in de benadering van Van Gaal. Fans zijn de basis van een club.
En CDA-aanhanger Van Gaal probeert zijn spelers ook maatschappelijk engagement bij te brengen. Van Breukelen: „Hij is heel betrokken bij de maatschappij, als ambassadeur van fondsenwerver Spieren voor Spieren. Als voetballer deed hij al veel voor de spelersvakbond, later als trainer ook voor de trainersvakbond. Ook voor lokale voetbalclubs en kleine organisaties doet hij van alles. Hij loopt er alleen niet mee te koop.”
Het zou wenselijk zijn als ook bedrijven een contract sluiten met de maatschappij, zegt Pieter Winsemius. „Emancipatie van vrouwen, migranten. Het is te gênant voor woorden hoe weinig bedrijven daaraan doen. Sloten ze daarover maar contracten.”
11. De mens staat centraal
Om zijn doelstellingen te realiseren, stelt coach Louis van Gaal de mens centraal. Iedere speler vraagt om een unieke behandeling omdat geen mens gelijk is. Van Gaal accepteert de positieve en negatieve eigenschappen van zijn spelers. Hij concentreert zich met name op de positieve eigenschappen en probeert zo weinig mogelijk aandacht te besteden aan de negatieve.
Het moeilijkste onderdeel van leiderschap vindt Van Gaal de keuze voor de selectie, want dat is ook de beslissing welke spelers op de reservebank komen te zitten. Iedere prof wil voetballen, het liefst negentig minuten. De ‘opstelling’ van de reservebank is een worsteling voor Van Gaal omdat hij de mens centraal stelt. De mens voetballer wil ... voetballen.
Hans van Breukelen: „Bij Ajax, Barcelona en het Nederlands elftal dacht ik nog dat er iets als een ‘methode Van Gaal’ bestond.” Die zou dan gebaseerd zijn op waarden als duidelijkheid, discipline en taakuitvoering. „Toen ik hem beter leerde kennen, merkte ik dat hij inderdaad een duidelijke visie heeft over mooi en aanvallend voetbal. Maar het viel mij op dat hij in zijn benadering vooral kijkt naar de voetballer als mens. Dat heeft mij persoonlijk verrast, omdat hij van de buitenkant nors kan overkomen.”