‘Ik heb een nieuw modern kookboek”, zei ik trots tegen vrienden die ik er iets uit te eten wilde voorzetten. Waar ’m dat moderne dan in zat, wilden ze weten. Tja. Je ziet het gewoon aan alles, maar wat is alles in dit verband? Dat er veel olie en weinig boter gebruikt wordt misschien, dat overal groene blaadjes bij horen, groene blaadjes zijn al jaren heel erg onontbeerlijk, of misschien ook dat overal in dit boek gegrilde kerstomaatjes opduiken. Sowieso wordt er nogal gegrild.
Het moderne zit hem ook in de keuze: veel groenten (met blaadjes en tomaatjes), veel bakwerk, veel zoetigheid. In de hartige dingen komt nogal eens honing voor en sinaasappelsap en een hippe specerij als steranijs. Eigenlijk maakt dit kookboek lichtelijk de indruk dat eten iets ‘gezond en fris’ is, iets waarbij je mineraalwater zou kunnen drinken, iets voor mensen die joggen en niet van vet houden en bang zijn voor rood vlees.
Allemaal dingen waar ik in het geheel niet op zit te wachten als het over eten gaat. Geef mij maar baden vol room en de geur van smeltende boter en gebraad, laat ons stoven in rode wijn en zachte smeltende dingen uit knapperige korstjes doen stromen en mmm!
Maar dat is allemaal niet gezond, dat weet ik wel. Dat is ouderwets en Frans en bevorderlijk voor slecht cholesterol en iets voor binnenzitten en donkere dagen. Het is niet Australisch en lichtgewicht en surf-achtig. Niet dat modern eten uitsluitend voor surfende Australiërs is, maar een beetje wel. Of voor mensen die surfende Australiërs zouden willen zijn.
Toch is het een fijn kookboek. Het heet Ottolenghi. Ottolenghi is iets hips in Londen waar je kunt eten en eten kunt afhalen en waar ze heel veel schalen met groenten op de toonbank hebben en bergen meringues in de etalage.
En die groenten van ze, die zijn echt verbluffend. Je wilt gewoon almaar groentenschotels maken. Als je beter kijkt, zie je trouwens ook dat ze helemaal geen mager-gelovigen zijn en dat er best room en boter mag voorkomen in hun recepten.
De venkelschotel met zoet kruimeldeeg waarin toch Parmezaanse kaas zit die ik voor mijn vrienden maakte, is echt waar in één keer een niet meer weg te denken klassieker geworden.
Maak ’m ook eens. Met een moderne kruidensalade of als begeleider van een ouderwets stukje gebraad of een visje. En drink er gewoon een glaasje rode wijn bij, dat gaat heel goed.
Venkel met tijm en kruimeldeeg (voor 6 personen)
- 1 kilo venkel
- 3 el olijfolie
- tijmblaadjes en takjes
- 2 tenen knoflook
- 2 dl. slagroom
- 3 ons kerstomaatjes aan steeltjes
- 150 gr. bloem
- 50 gr. suiker
- 100 gr. koude boter in blokjes
- 100 gr. geraspte Parmezaanse kaas
Verwarm de oven op 200 graden. Maak het kruimeldeeg door de ingrediënten snel te combineren met een deegsnijder of twee messen. Niet gaan kneden, het deeg moet vlokkerig blijven.
Snijd of schaaf de venkel in dunne plakken. Bestrijk een ovenschaal met olie, vermeng daarin de venkel met de knoflook, de tijm en peper en zout. Giet er de room overheen en strooi er het kruimeldeeg over. Bedek de schaal met aluminiumfolie en zet hem drie kwartier in de oven.
Verwijder dan het folie en leg de tomaatjes aan hun takjes op het deeg, druk ze er een beetje in. Bak nog een kwartier.
Nou? Modern en heerlijk, precies wat ik zeg.