Er wordt heel wat met wilde dieren gesleept. Vooral de grotere en spectaculaire Afrikaanse dieren worden vaak verplaatst. Omdat ze mensen in de weg lopen, of andersom. Om ze te redden. Of omdat er te veel zijn gekomen in een gebied, terwijl er ergens anders maar zielig weinig over zijn.
Maar makkelijk is het niet. Met olifanten slepen is misschien wel het lastigst. Ze zijn niet alleen groot, maar ook gevoelig. Voor stress. Voor gevangen genomen worden. Voor gescheiden worden van vrienden en bekenden. Voor een nieuwe omgeving waar ze de weg niet kennen en niet weten waar eten en drinken te vinden zijn. Voor niet weten wie hun vrienden zijn, of vijanden... Alsof je naar een nieuwe school moet, in een andere stad, en tegelijk je ouders en familie verliest. Nee, ook als jet beste wilt voor dieren, doe je ze vaak geen lol.
Onderzoekers van dierengedrag aan een Amerikaanse universiteit hebben nu gekeken of dat anders kan. Ze vergeleken allerlei manieren van verhuizen in het Afrikaanse Kenia.
En wat blijkt? Het kan vrij makkelijk al veel beter. Verhuisde eenlingen blijven vaak wat ongelukkig aan de zijlijn staan. Of doen juist overdreven hun best om aansluiting te vinden bij een groep, wat ook weer niet werkt. Maar als je een groepje tegelijk verhuist, gaat het stukken beter. De dieren hoeven niet eens familie van elkaar te zijn. Als het kameraden en goede bekenden van elkaar zijn, scheelt het al een stuk. Dan kunnen ze in hun nieuwe gebied samen optrekken.
Eerst klitten die familieleden of bekenden erg aan elkaar. Samen gaan ze er dapper op uit. Zo leren ze hun nieuwe thuis beter en sneller kennen. Daarna is het dan makkelijker om er ook met de andere, vreemde olifanten op uit te gaan. Zo’n sociaal verhuisde olifant loopt daardoor veel eerder rond alsof hij of zij al jaren in het nieuwe gebied woont.