Meneer, wat zoekt u? Het wordt hem tijdens zijn veldonderzoeken steeds vaker gevraagd, valt stadssocioloog Arnold Reijndorp op. Blikken vanachter het raam als hij een vinexwijk bezoekt, een politieauto die plotseling langsrijdt wanneer hij net iets te lang een schoolplein met kinderen observeert. „Ik zie mensen denken: wie is die vreemde snuiter?”
En nog iets dat Reijndorp na ruim vijftien jaar veldonderzoek opvalt: de openbare ruimte verschraalt. „Vroeger, hoor ik oudere bewoners vertellen, was er iemand die wekelijks de rozenstruiken snoeide. Nu zijn die rozen vervangen door een grasveldje, want dat kost de gemeente minder geld. De budgetten voor de openbare ruimte staan onder druk.”
Als de ontevredenheid over de openbare ruimte toeneemt, waarom zou je particulieren of ondernemers dan niet zelf verantwoordelijk maken voor het beheer? Dat wordt mogelijk, nu de Tweede Kamer vandaag naar verwachting instemt met de ‘Experimentenwet Bedrijfsgerichte Gebiedsverbetering’ of BGV-wet.
Met deze wet kunnen ondernemers van bedrijventerreinen en winkelcentra samen investeren in hun omgeving: in eigen surveillancediensten, camerabewaking, verlichting en groen. Te regelen via een door de ondernemersvereniging te innen belasting, waarvan de opbrengst naar de vereniging gaat die de taken uitvoert. Ondernemers zijn enthousiast, bleek al uit een enquête van het ministerie van Economische Zaken.
Elders blijken de vergelijkbare Business Improvement Districts al jaren een succes. Vooral in landen waar het gemeentelijk niveau voor onderhoud en veiligheid relatief laag is, is het systeem populair. Zo telt de staat New York al zeker vijftig van zulke gebieden. En ook in Groot-Brittannië en Duitsland groeit het aantal zones waarin ondernemers de openbare ruimte zelf beheren.
In Nederland kennen we een soortgelijk systeem alleen in Rotterdam en Leiden, waar sinds 2005 experimenten plaatsvinden met winkeliers die gezamenlijk in met name de veiligheid investeren. Zo’n 200 van de circa 900 bedrijven in het centrum van Rotterdam deden echter niet mee terwijl ze wel van de nieuwe investeringen profiteerden, volgens ondernemersfederatie Rotterdam City. In de nieuwe BGV-wet is geregeld dat tweederde van de stemmers zich vóór het nieuwe model moet uitspreken, waarna iedereen meebetaalt.
De introductie van de BGV-zone in Nederland past volgens criminoloog Marc Schuilenburg van de Vrije Universiteit in een bredere ontwikkeling: onze publieke ruimte privatiseert. Het is zichtbaar door uitbreidende stationsgebieden en winkelcentra, een groeiend aantal particuliere beveiligers, de opkomst van gated communities en de introductie van toegangspoortjes en pasjessystemen in scholen en bibliotheken.
Dat leidt volgens hem tot andere opvattingen over veiligheid. „Idealiter krijgt iedereen in een democratie dezelfde veiligheidsgarantie, van oudsher een taak van de politie. Maar de politie kan de huidige vraag niet aan en geeft haar core business, handhaving van de openbare orde, steeds meer uit handen.”
En daarmee is ‘veiligheid’ niet langer een publiek goed, maar komt die in handen van private partijen die worden gedreven door een andere moraliteit, meent Schuilenburg. „Ondernemerscollectieven denken niet in het algemeen belang, maar in vormen van winst en verlies en in het uitsluiten van risico’s.”
Schuilenburg verwacht daarom dat beveiligers van winkelcentra in toenemende mate op basis van eigen risicoanalyses beslissingen zullen nemen. „En daarbij is dan onduidelijk waarop zulke beslissingen zijn gebaseerd. Het kan leiden tot categorische uitsluiting van bepaalde mensen.
Dat is nu al zichtbaar met de komst van het collectief winkelverbod, een maatregel die in steeds meer winkelcentra geldt: je steelt een reep chocola bij een winkel en krijgt namens het hele winkelcentrum de eerste keer een gele kaart, de volgende keer een rode.”
Niet alleen de snoepwinkel, maar het hele winkelgebied is dan verboden terrein voor je. In Den Haag zijn sinds 2005 al 846 van zulke ontzeggingen uitgedeeld, in Rotterdam tussen oktober vorig jaar en april al 116. „Zelfs theaters, galerieën, hotels, banken, restaurants en apothekers passen de maatregel toe.”
Arnold Reijndorp onderkent het dilemma, maar verwacht niet dat de komst van BGV-zones uitsluiting zal bevorderen. „In het buitenland heeft de komst van Business Improvement Districts niet tot uitsluiting geleid. Winkeliers passen wel op: voor hen is iedereen een potentiële koper, ze willen mensen niet afschrikken.
Zo is in het winkelcentrum van Schiphol het beleid ten aanzien van zwervers heel genuanceerd. Ze hebben daar liever een ontspannen sfeer dan agressieve beveiligers.”