Wind kan spullen verplaatsen. Een klein briesje kan van een stapel papieren al een bende maken en een orkaan blaast soms zelfs huizen omver. Met dit proefje ga je kijken wat er gebeurt als je over een strook krantenpapier heen blaast.
Wat heb je nodig?
Een krant en een tafel.
Wat moet je doen?
- Scheur een strook papier uit de krant van ongeveer 10 bij 30 centimeter. Dat gaat het makkelijkst als je de krantenpagina van boven naar beneden scheurt.
- Hang het papier over de rand van de tafel en blaas (horizontaal) vlak over tafel en strook. Wat gebeurt er?
Hoe kan dat? Het papier gaat omhoog, terwijl je er juist overheen blaast. Dat komt doordat het naar de bewegende lucht boven de strook toe beweegt. Die lucht is gaan bewegen doordat jij blaast. Maar wanneer luchtdeeltjes – ‘luchtmoleculen’ – bewegen, zit er meer ruimte tussen die deeltjes. Anders gezegd: in een stukje bewegende lucht zitten iets minder deeltjes dan in stilstaande lucht. Daardoor drukken er ook minder deeltjes tegen het papier. De luchtdruk is een beetje lager.
Omdat de lucht onder het papier wel een normale luchtdruk heeft, ontstaat er een luchtdrukverschil. Daardoor beweegt het papier omhoog. De lucht duwt immers harder van onderen tegen het papier dan van boven.
Met dank aan Robbert Dijkgraaf en Arno Verweij van de website www.proefjes.nl
Of kijk ook eens op:
www.nrc.nl/kleinewetenschap