Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Politiek

Een Rwandese Romeo en Julia

Negentig procent van de bevolking van Rwanda luistert iedere week naar de soapopera Musekeweya. Radio Benevolencija zendt de soap uit op dezelfde frequentie als de zender die in 1994 de Hutu’s ophitste om de Tutsi’s te vermoorden. Nu zaait de radio geen haat, maar verzoening. Onder de makers van de soap zijn slachtoffers en daders van de genocide.

‘Hé Josiane! Verlaat het huis, de zon is al op. Vannacht lieten we je hier slapen, maar nu moet je weggaan. Wat jij hebt gedaan overschrijdt alle grenzen!’ schreeuwt een oudere vrouw tegen een jong meisje. Haar ogen spuwen vuur. Josiane kijkt de vrouw uitdagend aan: ‘Ik ga niet weg tot Shema komt om alles te bespreken’, gilt ze. Huilend laat ze zich op de grond vallen, haar handen smekend opgestoken naar de man in het gezelschap. Het gaat er ruig aan toe in de tuin van het kantoor van Radio Benevolencija. ‘Josiane wil met Shema trouwen, maar hij is verliefd op Batamuriza, een meisje uit het rivaliserende dorp’, legt scriptschrijver André Musagara uit. ‘Shema’s moeder steunt haar zoon, maar zijn vader wil hem dwingen met Josiane te trouwen.’ Musagara wijst naar het meisje, dat zacht zit te snikken in het gras. ‘Zij gaat over lijken. Ze heeft geprobeerd haar rivale te vergiftigen.’ Wekelijks komen de acteurs van Musekeweya (Nieuwe Dageraad) in de tuin bijeen om te repeteren voor de opnames van Rwanda’s populairste radiosoap. Schuilend tegen de felle zon wachten de acteurs onder het afdak in de tuin hun beurt af. Onder de regieaanwijzingen van Musagara nemen ze nog een laatste keer hun script door. Musekeweya klinkt als een doodnormale soap, vol intriges, helden, schurken en romances. Maar er is een verschil: de soap moet de luisteraars niet alleen vermaken, maar vooral bijbrengen hoe geweld ontstaat en voorkomen kan worden. Het project is in 2003 gestart door de Nederlandse stichting La Benevolencija. Zij past in de soap de theorieën van de Amerikaanse psycholoog Ervin Staub toe over de oorsprong van geweld en genocide. De soap draait om twee dorpen die elkaar naar het leven staan. Hoewel de namen angstvallig ongenoemd blijven is het voor iedereen duidelijk: het ene dorp is Hutu, het andere Tutsi. Ruzie over land is een van de oorzaken van de oplopende spanningen die steeds weer culmineren in verwoestende aanvallen over en weer. Maar ondanks de animositeit bestaan er ook sterke vriendschapsbanden tussen de dorpen. De liefde tussen Shema en Batamuriza laat zich lezen als een Rwandese Romeo en Julia. ‘Er zitten negatieve en positieve karakters in de soap’, vertelt André Musagara. ‘Sommige mensen in het dorp verspreiden roddels en zaaien haat, terwijl anderen juist in harmonie met elkaar willen leven. Zij laten zien dat het ook anders kan.’ Dat is een belangrijke boodschap in een land dat nog altijd kampt met de gevolgen van de genocide op bijna een miljoen mensen, die in 1994 plaatsvond. De overlevenden zijn zwaar getraumatiseerd. Meer dan 800.000 mensen zijn verdacht van deelname aan de genocide. De gebeurtenis roept veel vragen op. Waarom hebben zoveel mensen zich laten meeslepen in het geweld en hebben zo weinigen ertegen geprotesteerd? En hoe kunnen mensen na de gebeurtenissen van 1994 weer met elkaar samenleven?

Terwijl de acteurs buiten in de tuin de volgende scène doorspelen, wordt er in het kantoor hard gewerkt aan de volgende afleveringen. Een team van 20 tekstschrijvers, psychologen, tolken en externe experts is bij de ontwikkeling betrokken. Op flip-overs staan kernbegrippen als angst, haat, groepsdruk en verzoening. ‘Eerst maken we de algemene opzet voor het komende half jaar. Daarin worden de belangrijkste thema’s en boodschappen die we willen uitdragen vastgelegd’, vertelt Johan Deflander, hoofd van het kantoor van La Benevolencija in Kigali. ‘Vervolgens bekijken we hoe we die kunnen inpassen in de dramatische lijn van de soap. Daarna gaan onze Rwandese tekstschrijvers aan de slag om er een aansprekende serie van te maken, met bijpassend drama en humor. Zonder dat laatste luistert natuurlijk niemand.’

Musekeweya is niet het enige verzoeningsproject in Rwanda. Binnenlandse en buitenlandse ngo’s buitelen over elkaar heen in diverse pogingen de Rwandezen weer met elkaar te laten samenleven. Verzoening, veiligheid en vooruitgang zijn ook de kernwoorden van de huidige regering onder president Kagame. Die uitgangspunten staan soms in moeizame verhouding tot elkaar. Sinds 2002 is het Rwandezen weer toegestaan radio te maken. Maar nog steeds staat de pers onder strenge controle van de overheid. Oppositiepartijen worden de mond gesnoerd. Het is verboden over Hutu’s en Tutsi’s te praten. Wie dat wel doet kan bestraft worden voor het uitdragen van ‘genocide ideologie’. Veroordeelden hangt een straf van 10 tot 25 jaar boven het hoofd. De Ingando Solidarity Camps moeten Rwandezen heropvoeden. Een krampachtig en totalitair beleid, vinden critici.

‘Angst speelt hier een enorme rol’, zegt Deflander. ‘Het regeringsbeleid is grotendeels ingegeven door het trauma van de genocide. De regering is als de dood dat de geschiedenis zich zal herhalen. Daarom wordt er soms hard opgetreden.’ Elke week wordt de heropleving van ‘genocide-ideologie’ breed uitgemeten in de Rwandese kranten. Op schooltoiletten is bijvoorbeeld graffiti gevonden met: ‘de kakkerlakken moeten dood’. Kakkerlak was het meest gebruikte scheldwoord voor Tutsi’s. ‘Als persvrijheid in het geding is, staan westerse journalisten en overheden op hun achterste benen. Maar kijk ook naar de geschiedenis van dit land. Haatcampagnes in de media lagen ten grondslag aan de genocide. Het is niet zo vreemd dat de regering huiverig is de media vrij te laten.’

Sinds het begin van de soap in 2004 heeft Musekeweya Rwanda veroverd. De soap is razend populair. Volgens onderzoek luistert wekelijks 90 procent van de Rwandese bevolking. Bijna niemand heeft televisie, Rwanda is nog een echt radioland. ‘Iedereen heeft zijn favoriet’, verklaart scriptschrijver Musagara het succes. ‘Op dit moment is Soromba heel populair, een man die bekend staat om zijn vraatzucht. Hij kan alleen maar aan geitenvlees denken, luisteraars vinden hem hilarisch. En de naam van de schurk, Rutaganira, is hier spreekwoordelijk geworden.’ Trots laat Musagara de enorme stapels fanmail zien. ‘Mensen bellen en schrijven ons met suggesties voor nieuwe verhaallijnen, of om hun ongenoegen over het gedrag van een van de karakters uit te spreken.’ Hij pakt een brief uit de stapel, geschreven door een scholier uit een provinciestadje. ‘Ik ben een grote fan van Musekeweya’, vertaalt Musagara. ‘Het programma brengt rust in onze harten en helpt de relaties met onze buren te verbeteren. Verder heb ik nog een boodschap aan Rutaganira; je moet accepteren dat je bent verslagen. Niemand wil jouw slechte ideeën meer horen.’ De rol van de schurk Rutaganira is belangrijk in de soap. Hij is de door haat en angst gedreven man die anderen opstookt geweld te gebruiken. Maar ondertussen is hij ook zelf het slachtoffer van geweld geworden. Door een aanval van het andere dorp heeft hij moeten vluchten. Als hij de kans krijgt terug te keren naar zijn geboortedorp twijfelt hij: daar zal hij ook terecht moeten staan voor zijn misdaden. En wie weet willen anderen zijn misdaden wreken. Het zijn gevoelens die veel Rwandezen zullen herkennen. In de jaren na de genocide keerden miljoenen Hutu’s terug uit de vluchtelingenkampen in Congo, Tanzania en Burundi. Onder hen waren veel onschuldige mensen, maar ook daders. De nieuwe regering stond voor de enorme taak de vluchtelingen te reïntegreren en daders te berechten. In 1997 begon het Rwandatribunaal in Arusha, Tanzania, met processen tegen de hooggeplaatste daders van de genocide. Maar in Rwanda zaten in 2003 de gevangenissen nog overvol met de ‘gewone’ daders. Om het proces te versnellen werden de gacaca’s, traditionele Rwandese rechtbanken, afgestoft. De processen maken veel los. Tot op de dag van vandaag vertellen daders op de dorpspleinen van Rwanda over hun misdaden, terwijl overlevenden en omstanders van toen erbij staan.

Ook het team van Musekeweya kampt dagelijks met de gevolgen van de genocide. ‘Ons team bestaat uit mensen van beide groepen’, zegt Deflander. ‘Er zitten zowel daders als slachtoffers bij. We willen dat iedereen wordt vertegenwoordigd. Maar het levert soms flinke discussies en problemen op. We hebben bijvoorbeeld een twintigjarige tolk wiens hele familie vermoord is. Een van onze chauffeurs heeft tijdens de genocide vijf mensen vermoord. Die sturen we niet met elkaar op pad.’ Om te zorgen dat de boodschap van Musekeweya niet verloren gaat na de uitzending, leidt de stichting ook zogenaamde ‘agenten van verandering’ op, die door heel Rwanda proberen nieuw geweld te voorkomen.

Op een regenachtige middag in een sloppenwijk van Kigali vindt de ceremoniële uitreiking voor een nieuwe lichting ‘veranderingsagenten’ plaats, met een speciale livevoorstelling van de Musekeweyaacteurs. Op het terrein van een schoolgebouw hebben zich ruim voor aanvang al meer dan honderd mensen verzameld. En dat terwijl de voorstelling zorgvuldig geheim is gehouden. ‘Als we een voorstelling aankondigen komen er zoveel mensen op af dat we de veiligheid niet meer kunnen garanderen’, vertelt Deflander. Een keer hebben ze die fout gemaakt. Tienduizenden fans stroomden toe om hun favoriete karakters in levenden lijve te zien. De politie brak het evenement snel op. ‘Maar blijkbaar hebben de genodigden ook nu hun mond voorbijgepraat.’ Deflander wijst op de groeiende menigte. Binnen zitten de veranderingsagenten trots met het diploma op schoot als de acteurs van Musekeweya worden aangekondigd. Het publiek is doodstil. Rwanda kent geen beeldcultuur. Televisie en film zijn alleen voor een heel kleine elite toegankelijk. Hoe reageert het publiek op de acteurs die zij alleen van een hoorspel kennen? Niet, zo blijkt. Pas als de schurk Rutagenira begint te praten springt het publiek op uit de stoelen en banken, en juicht de populaire acteur toe. Ordebewaarders lopen door de zaal om mensen tot kalmte te manen. Maar de zaal vol volwassenen laat zich niet temmen.

Innocent kijkt glunderend toe. Ook hij is vandaag agent van verandering geworden. ‘Ik ben Tutsi’, vertelt hij. ‘Ik heb een gemengd huwelijk. De afgelopen jaren heeft mij dat veel ellende opgeleverd. Ik kon de familieleden van mijn vrouw niet vergeven. Maar dankzij Musekeweya heb ik mijn huwelijk weten te redden. Nu zal ik aan anderen doorgeven dat ook zij hun ideeën kunnen veranderen.’