De koppeling is stuk. “Maar het voertuig van ons heeft bij de eerste rit tien van de veertien rondjes volbracht!”. De zeventienjarige Annette Bouma belt trots op uit Nogaro in Frankrijk. Hun kar, de Leekburner van het Lindenborg Lyceum in het Groningse Leek, haalde niet de finish. Maar de euforie was groot, toen de scholieren zagen dat hun voertuig een verbruik van 1 op 45 haalde. De Leekers doen mee aan de internationale scholierenstrijd wie de zuinigste hybride auto kan maken. Doel van de race is op zo weinig mogelijk brandstof zoveel mogelijk kilometers af te leggen.
De Leekburner reed een tijdje terug voor het eerst op het Midlandcircuit in Lelystad. Het voertuig is dan nog niet veel meer dan een buizenstelsel met een benzine- en een elektromotor, een stoel, een stuur en een heel klein glazen flesje waar de brandstof in gaat. Inmiddels siert een frisgroene kap het voertuig, die de Leekburner de klassieke uitstraling van een 2CV verleent. Het ding heeft een elektromotor en een benzinemotor. De benzinemotor wekt stroom op en laadt zo een accu op. Als deze vol is, rijdt de Leekburner hierop verder. Dit bespaart benzine. Daarnaast zorgt licht materiaal, zoals aluminium, voor weinig verbruik.
En zoals het hoort bij een proefrit: er zijn problemen te over. De elektromotor werkt nog niet goed. Na vier rondjes onder luid gejuich voorbij te zijn geracet, strandt de Leekburner in een bocht. De technici van het team brengen het voertuig naar de rij witte punttenten, die aan de zijkant van het circuit staan. Daar aangekomen, buigen de jongeren zich meteen met hun begeleiders over het voertuig.
„Waar is de imbus-sleutel?”, vraagt Annette Bouma (17). Officieel de pr-vrouw van het team, maar nu klust ze vrolijk mee. „De voorremmen moeten eraf. Doet niemand dat? Want dan doe ik het wel.”
“De carburateur is lek! Hier spuit de benzine eruit”, roept Erik Spijkervet (16). “Vandaar dat we zoveel verbruiken.”
Joni Terpstra (17), hoofd techniek en chauffeur, vertelt dat ze de Leekburner al voor de bocht hoorde stotteren. De achterrem is kromgetrokken, doordat een draad erin vast kwam te zitten.
Het team bestaat uit negen leerlingen, de meesten uit havo-4 en vwo-5. Ze zijn al in mei vorig jaar begonnen met de voorbereidingen. “We moesten alles zoveel mogelijk zonder hulp van de leraren en begeleiders doen. Al googelend besloten we dat een combinatie van een elektromotor en een benzinemotor zuinig was en haalbaar. Met een speciaal gemaakte windtunnel bepaalden we dat de vorm van een druppel het meest aerodynamisch was”, vertelt Joni, de chauffeuse.
Alle betrokken leerlingen zitten op het technasium. Deze stroom voor havo en vwo geeft extra aandacht aan bèta-onderwijs met als doel jongeren enthousiaster te maken voor techniek. Centraal staat het vak ‘Onderzoek en Ontwerpen’. Bij dit vak is in Leek tijd vrijgemaakt voor het project ‘Leekburner’.
Begeleider en docent wiskunde Jean Paul van den Bos merkt glunderend op dat zijn leerlingen hebben leren omgaan met tegenslagen. “Elk onderdeel van deze auto is minstens vijf keer veranderd of vervangen. De rem bleek het grootste probleempunt. Daar was misschien wel vijftig keer wat mee aan de hand. Remkabels gingen stuk of de remschijf ging kapot. Maar ze bleven doorzetten.”
“Ik ga beter om met anderen en weet nu hoe ik een project kan organiseren. Ik verwacht op de universiteit daar veel aan te hebben”, vertelt Joni.
Flip Möllenkramer is docent Onderzoek en Ontwerp. Hij is onder de indruk van zijn leerlingen. “Ze nemen beter verantwoordelijkheden op zich, houden meer rekening met de gevoelens van anderen en zijn gegroeid in het project. Neem bijvoorbeeld Erik. In het begin zat hij stil achterin en tegenwoordig weet hij precies hoe een carburateur en een elektromotor in elkaar zitten. Hij praat mij haast bij over autotechniek.”
Het gaat over Erik Spijkervet, de technische man van de Leekburner. Zelf vertelt hij dat hij aan het begin van het jaar inderdaad weinig wist van autotechniek. Nu vertelt hij in detail hoe het kon dat in Lelystad de benzinetank lekte. “De benzineslang sloot niet goed aan. Daardoor ging het mis. Ook had de motor een te grote sproeier. Die hebben we vervangen.”
Erik en Joni wilden in eerste instantie geneeskunde gaan studeren, maar denken nu serieus na over een technische studie. “Ik ga ook open dagen van technische opleidingen bezoeken”, vertelt Erik. “Het werken aan de Leekburner is nu mijn belangrijkste hobby geworden.”
Volgens Joni maakt het project niet alleen haar lichting leerlingen enthousiast, maar ook de jongere garde. “In ons jaar waren in eerste instantie maar vier technasium-leerlingen. Komend jaar kiest ongeveer de helft van de leerlingen voor het technasium.”
Möllenkramer denkt dat de Leekburner aan deze stijging heeft bijgedragen. “ Tijdens ouderavonden zullen we de Leekburner zeker laten zien.”
De Eco-marathon bereikt zijn doel. De wedstrijd is een initiatief van Shell. Het bedrijf wil jongeren en studenten enthousiasmeren door hen auto’s te laten bouwen. “Ze zijn de technici van de toekomst. Het is voor ons belangrijk dat ze geïnteresseerd raken in techniek en soms komen uit de voertuigen zelfs innovaties voort waar Shell wat aan heeft”, vertelt Patricia van Schie, projectleider voor Shell in Nederland.
www.leekburners.eu