Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Politiek

IOC niet onder indruk kritiek Verhaeren

Het Internationaal Olympisch Comité reageert niet op de kritiek van zwemtrainer Verhaeren dat de organisatie geen standpunt inneemt over ‘China’.

Afgaande op de reacties van de Nederlandse IOC-leden Hein Verbruggen en Els van Breda Vriesman hoeft niet te worden gerekend op een veroordeling van China voor het schenden van mensenrechten, waartoe Verhaeren het IOC met het oog op de Olympische Spelen in Peking had opgeroepen.

Verbruggen, die voorzitter is van de coördinatiecommissie en namens het IOC toezicht houdt op de organisatie van de Spelen, heeft besloten niet langer te reageren op „een typisch Nederlandse discussie”. En Van Breda Vriesman, die zeven jaar geleden deel uitmaakte van de commissie die de kandidaatsteden voor de Spelen van 2008 beoordeelde, zegt dat „het IOC niet verantwoordelijk is voor het verbeteren van de mensenrechten”.

Verhaeren, die tevens technisch directeur van de zwembond (KNZB) is, verweet het IOC afgelopen weekend in een interview met deze krant zich te distantiëren van de politieke discussie over de misstanden in China. Hij riep het IOC op zich sterker te maken voor de mensenrechten. Verhaerens hartekreet leidde tot veel reacties, vooral van de media.

Hoewel Verhaeren beseft dat andersdenkenden minder snel de telefoon grijpen, voelt hij zich gesterkt door de talrijke steunbetuigingen. Het deed hem vooral goed dat China-kenner en oud-tafeltennisster Bettine Vriesekoop zijn oproep aan het IOC telefonisch vanuit Peking steunde in de radio-uitzending van Met het Oog op Morgen. Verhaeren: „Zij vertelde dat de mensenrechtensituatie nog schrijnender is dan ik dacht.”

IOC-lid Van Breda Vriesman wil dat geloven, maar vindt dat de veranderingen in China van binnenuit gerealiseerd moeten worden. „En daar kunnen de Spelen een bijdrage aan leveren. Het heeft geen zin om het tijdens de Spelen met China over mensenrechten te hebben. Het moet benoemd worden, maar via stille diplomatie. Ik hecht er aan dat de discussie zuiver wordt gevoerd en niet in de zin dat het IOC meer aan mensenrechten moet doen, want dat is nooit beloofd. Nu wordt er te veel uit de losse pols geoordeeld.”

Van Breda Vriesman, die ook voorzitter is van de internationale hockeyfederatie (FIH), zegt dat het IOC geen afspraken met China heeft gemaakt over mensenrechten. „Wel over verbetering van het milieu, met het oog op de gezondheid van de sporters. Wij hopen dat dankzij de Spelen veranderingen in gang worden gezet. Daarom heeft het IOC de garantie afgedwongen dat de journalisten in vrijheid hun werk kunnen doen.”

Volgens Verhaeren zijn de sporters en coaches niet gebaat bij stille diplomatie. „Wij hebben steun nodig, omdat wij worden aangesproken op de situatie in China.” Een standpunt waar Verbruggen van gruwt. Hoewel hij zich voortaan van commentaar wil onthouden, sprak hij in Studio Sport, waar Verhaeren te gast was, nog wel van „het popiejopie-gedrag van zo maar een zwemtrainer”.