Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Economie

Strategie van Ford faliekant mislukt

Jaguar en Landrover gaan waarschijnlijk over in Indiase handen. Eigenaar Ford raakt daarmee twee topmerken kwijt, maar ook twee notoire probleemgevallen.

Arbeiders verlaten de Jaguar-fabriek in het Britse Coventry, rond 1936. Foto Bloomberg Workers exit the Jaguar manufacturing facility in Coventry, England in this circa 1936 company photograph. Now that Ford Motor Co. has slashed overhead by deciding to close a Jaguar factory in England, an even more daunting task lies ahead: figuring out what future Jaguars will look like. Source: Wieck/Via Bloomberg News.
Arbeiders verlaten de Jaguar-fabriek in het Britse Coventry, rond 1936. Foto Bloomberg Workers exit the Jaguar manufacturing facility in Coventry, England in this circa 1936 company photograph. Now that Ford Motor Co. has slashed overhead by deciding to close a Jaguar factory in England, an even more daunting task lies ahead: figuring out what future Jaguars will look like. Source: Wieck/Via Bloomberg News.

Binnen een jaar dreigt het Indiase conglomeraat Tata Groot-Brittannië van een aantal industriële iconen te beroven. Werd vorig jaar al de Britse staalindustrie (Corus) overgenomen door de Indiërs, gisteren werd bekend dat Tata in „gedetailleerde en exclusieve onderhandeling” is met de Amerikaanse autofabrikant Ford over de overname van de van origine Britse merken Jaguar en Landrover.

Ford kocht Jaguar in 1989 voor 2,5 miljard dollar. De noodlijdende autofabrikant was toen in handen van de Britse regering. Landrover werd door Ford in 2000 gekocht van het Duitse BMW voor 2,7 miljard dollar. De autofabrikant uit Detroit had met Jaguar en Landrover ambitieuze plannen om het topsegment van de markt te bestormen. Ook Volvo en sportwagenfabrikant Aston Martin werden aan de premium-divisie van Ford toegevoegd,

Maar als de verkoop van Landrover en Jaguar doorgaat – en er is niemand die daar nog echt aan twijfelt – dan mag die strategie als faliekant mislukt worden beschouwd. Aston Martin werd door het noodlijdende Ford (8,5 miljard euro verlies in 2006) al eerder verkocht.

Een van de grote problemen voor Ford was dat Jaguar en Landrover in de perceptie van de consument nooit als Amerikaanse producten zijn beschouwd. Ford wilde na de koop van Jaguar de productie overhevelen naar de VS. Ford had in Detroit voldoende productiecapaciteit over en wat zou logischer zijn geweest dan de Jaguars op dezelfde productielijn te assembleren als de dure Ford Lincoln? Dit zou enorme kostenbesparingen en een aanzienlijke winstverhoging hebben opgeleverd.

Maar de Britse vakbonden steigerden. De fabrieken van Jaguar en Landrover staan in Liverpool, Coventry en Birmingham, en er werken zelfs nu nog ruim 19.000 mensen. Voormalig premier Tony Blair zwichtte voor het pleidooi van de Britse bonden die op hoge toon spraken over de „uitverkoop van het Britse industriële erfgoed” en de daarmee dreigende werkloosheid voor tienduizenden Britse werknemers. Om over de gevolgen voor de honderden toeleveringsbedrijven rond Birmingham voor de eens zo bloeiende Britse auto-industrie nog maar te zwijgen.

Premier Blair ging overstag en was alleen bereid Jaguar aan Ford te verkopen onder voorwaarde dat de productie in Engeland zou blijven. Hetzelfde gold voor Landrover. BMW stootte na een miljardenechec het Britse Rover af, maar nam de Mini, Rolls-Royce en de Landrover mee uit de failliete boedel naar Duitsland. Het waren daardoor in feite Duitse auto’s met hoogwaardige Duitse technologie, waarvan de productie uiteindelijk in Engeland bleef.

Hoe dat bij de nieuwe eigenaar Tata met Jaguar en Landrover gaat is nog onduidelijk. Maar de eerste reactie van de Britse vakbonden is dat er wel zaken valt te doen met de Indiërs, gezien het koloniale verleden en de verkoop van Corus en de Britse theeproducent Tetley, oude bekenden. Bovendien is topman Ratan Tata autoliefhebber. Hij zou persoonlijk de onderhandelingen met Ford leiden.

Tata, een familiebedrijf met controlerende belangen in een groot aantal – vaak beursgenoteerde – ondernemingen staat bekend als een uiterst sociaal bedrijf. Een bedreiging voor Jaguar en Landrover zou echter kunnen zijn dat Tata zelf grote ambities heeft in de auto-industrie.

Met Fiat is het al een alliantie aangegaan voor de ontwikkeling van een aantal kleine auto’s voor de Aziatische markt. Zelf presenteert Tata volgende week op de motorshow van Delhi een auto voor de gewone man van 2.500 dollar (1.700 euro).

Na China (waar autoproducent SAIC het Britse MG Rover heeft gekocht) is India de tweede grote Aziatische markt in opkomst. Zelfs het Duitse Audi wil er dit jaar ‘op proef’ 300 van zijn grote A6-limousines produceren. De andere 320.000 A6’en worden echter nog gewoon in Ingolstadt in Duitsland gemaakt.