Er zijn zeker rotte appels onder zijn collega’s, erkent veetransporteur Jean Janssen, en natuurlijk moeten die worden aangepakt. Janssen staat echter zelf ook in de beklaagdenbank na een incident met een van zijn veewagens in Duitsland. Maar hij rekent zichzelf absoluut niet tot de rotte appels.
Minister Gerda Verburg (Landbouw, CDA) heeft haar conclusie over de transporteurs echter al getrokken: „Het vertrouwen is weg en zal weer verdiend moeten worden”, schreef ze maandag in haar weblog. Ze heeft besloten om vanaf vandaag de controle op veetransporten te verscherpen. Zij reageert hiermee op Kamervragen en een verzoek om een spoeddebat, dat vanavond in de Tweede Kamer plaatsheeft.
Aanleiding voor het spoeddebat is een transport van Janssen, die directeur is van Janssen Veehandel in het Limburgse Koningsbosch. Twee weken geleden haalde de Duitse politie een vrachtwagen met varkens van Janssen van de weg omdat er bloed aan de zijkant van de wagen te zien was. Er hadden zeugen gevochten in de wagen. Niet omdat de wagen was overbeladen, stelt Janssen, maar omdat er ruimte was om te bewegen. Geen slagveld, maar één dier dat bloedde.
Janssen voelt zich door alle negatieve publiciteit miskend. Hij toont een van zijn moderne vrachtwagens om te laten zien dat hij wel degelijk aan het welzijn van de varkens denkt.
Het ministerie van Landbouw voerde de afgelopen jaren voor veetransport een beleid van meer eigen verantwoordelijkheid en een lagere lastendruk. Daarom werd in 2004 besloten de controle op transporten van exporteurs met een goede staat van dienst soepeler te maken.
Niet iedereen was destijds enthousiast. Dierenarts Hugo de Vries uit het Gelderse Eibergen schreef in november 2004 al aan de verantwoordelijke Voedsel en Waren Autoriteit dat de nieuwe richtlijnen „op alle mogelijke manieren afbreuk doen aan de geloofwaardigheid van de VWA”. Zijn conclusie: „Laat niemand bij de VWA het nog over dierwelzijn hebben.”
Tot die tijd was er altijd een dierenarts aanwezig als varkens op een transport werden geladen voor export. De arts controleerde de gezondheid van de dieren, de geschiktheid van de vrachtwagen en het papierwerk. Vanaf 2004 kon een exporteur – de boer zelf, een veetransporteur of een handelaar zonder eigen wagenpark – een overeenkomst sluiten met de VWA, zodat de arts niet meer bij het laden aanwezig hoefde te zijn. De arts moest nog wel naar de dieren in de stal kijken en de wagen controleren, maar vervolgens vertrok hij.
De eerste keer dat arts De Vries op die manier een controle uitvoerde, bleef hij vervolgens buiten het erf in zijn auto wachten. Nadat de varkens waren ingeladen liep hij weer naar de vrachtwagen en keek door de spijlen naar binnen. „Daar zag ik dus gelijk al een varken zonder ‘exportblik’ in het oor”, ofwel: een varken dat niet was gekeurd voor de export en niet op de wagen hoorde te zijn.
Een transport dat onlangs met dode biggen in Spanje aankwam en uitgebreid aandacht kreeg in de media, was op deze ‘lichte’ manier gecontroleerd. Minister Verburg erkent dat de papieren van het transport niet klopten: de wagen was in werkelijkheid kleiner dan in de papieren stond.
Het intrekken van de ‘lichte’ controle „gaat de sector miljoenen euro’s kosten”, zegt Piet Thijssen, voorzitter van de Nederlandse Bond van Handelaren in Vee (NBHV). De dierenarts moet weer het volledige inladen bijwonen en dus kost de controle meer tijd. Te betalen door de exporteur à 30 euro per kwartier.
De VWA zou de controle geheel in eigen hand moeten nemen en zelf moeten betalen, zegt Hans Baaij van de stichting Varkens in Nood, zodat er geen conflict meer ontstaat tussen dierenarts en exporteur, die tegelijkertijd opdrachtgever, betaler en onderwerp van een controle is. Van Jean Janssen „mag de controle van de wagens, het opladen of de opleiding van chauffeurs strikt zijn. Soms ontbreekt wel een en ander.”
Wie zijn dan toch die rotte appels? „Ik ga geen lijstje van namen geven”, zegt Janssen. „Met name overbelading is een probleem”, zegt Piet Thijssen van de NBHV. „Wij kunnen zelf voor een kwaliteitsgarantie zorgen, maar dan moet de overheid zeggen: bedrijven die daar niet doorheen komen krijgen ook geen transportvergunning meer. Die steun krijgen wij helaas niet van het ministerie.”