Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

Sport

Ergernis over een turntalent

Loes Linders moet vrezen voor deelname aan de WK.

De turnster presteerde bij de NK in Nijmegen de eerste dag slecht en de tweede dag matig.

Loes Linders is het buitenbeentje onder de Nederlandse turnsters. Ze hopte van vereniging naar vereniging, omdat ze eigenzinnig is en haar eigen koers wil bepalen. Dat roept in de turnwereld wrevel op. En leedvermaak als de resultaten tegenvallen, zoals afgelopen weekeinde bij de Nederlandse kampioenschappen in Nijmegen. Ze moet zelfs vrezen voor deelname aan de wereldkampioenschappen, begin september in Stuttgart, hoewel ze daarover zelf geen twijfel heeft. Sterker, de negentienjarige turnster kan zich een Nederlandse ploeg zonder Linders niet voorstellen. Omstredenheid is exemplarisch voor haar situatie.

Linders’ zelfbewustheid wordt niet gedeeld door Esther Heijnen, die als technisch adviseur van de turnbond (KNGU) een belangrijke stem heeft bij de teamsamenstelling voor ‘Stuttgart’, dat geldt als de enige kwalificatiegelegenheid voor de Olympische Spelen in Peking (2008). Tot het viertal dat in Nijmegen volgens haar op WK-niveau had gepresteerd, hoorde niet Linders. Heijnen was lovend over Verona van de Leur, die voor de derde keer Nederlands kampioen werd, Lichelle Wong, Berber van den Berg en vooral Tahnee Masela. Maar bij de naam Linders fronste zij de wenkbrauwen en kwalificeerde haar optreden als „een beetje tegenvallend”. Dat zegt nog niets, omdat er op 11 augustus in het Franse Vittel een derde kwalificatiewedstrijd volgt, maar de boodschap is duidelijk: Linders moet op haar tellen passen.

Op grond van de cijfers heeft Heijnen gelijk, want Linders eindigde als vijfde op grote puntenachterstand van de topvier en met een geringe voorsprong op concurrenten als Petra Witjes, Lieke Wevers, Stéphanie Tijmes, de junior Marrit Ewald en zelfs Fieke Willems, die op 24-jarige leeftijd na een afwezigheid van vier jaar een opzienbarende rentree maakte. En dan is er nog Sanne Wevers, die de NK ziek verliet, maar als een serieuze kandidaat voor de WK-ploeg geldt.

Van Linders wordt wel gezegd dat ze alleen van waarde is voor een ploeg als haar programma van hoog niveau is. Zo niet, dan kan ze beter thuisblijven, omdat ze een stoorzender zou zijn. Linders ziet dat als voor zichzelf opkomen, zoals bij de WK in Arhus waar ze tegen de afspraak in vervroegd naar huis ging. „Omdat ik dan beter kon trainen. Daar heeft de bond toch ook belang bij?” Achteraf erkende ze haar fout en bood Linders technisch directeur Henk Kort telefonisch haar excuses aan.

Maar de volgende ergernis voor de bond diende zich een half jaar later al weer aan toen Linders zich niet beschikbaar stelde voor de EK in Amsterdam, omdat het haar voorbereiding op de WK ernstig zou verstoren. Maar die vrijwillige afzegging heeft haar (nog) niet op een hoger niveau gebracht. In Nijmegen werden nieuwe elementen in oefeningen of door Linders niet goed uitgevoerd of volgens haar door de jury verkeerd beoordeeld. Het gevolg: een rampzalig slecht optreden op de zaterdag. Linders herstelde zich gisteren, mede doordat zij teruggreep op vertrouwde oefenstof. Maar voor de WK heeft ze nieuwe elementen onder de knie, beweert zowel de turnster zelf als haar trainer René Poutsma, die zegt dat „haar trainingsniveau momenteel hoger is dan haar wedstrijdniveau”.

Linders begrijpt niet goed waar dat gebrek aan krediet vandaan komt. Zij is internationaal ervaren en heeft op grote toernooien nooit gefaald. Het zou te maken kunnen hebben met haar slechte periode bij de Hazenkamp, de club van Heijnen en trainer Boris Orlov, met wie ze een slechte relatie heeft. „Ik ben daar blijven stilstaan”, zegt ze over die periode tussen 2004 en 2006.

Tot die conclusie komt ook Rietje Bijlholt, haar trainster van de periode daarvoor bij Heerenveen. Hoewel Bijlholt moet oordelen als outsider die zo nu en dan wat hoort, valt het haar op dat Linders vooral conditioneel tekortschiet. „Toen ze in 2004 bij ons wegging, zat ze op een veel hoger niveau dan nu”, constateert Bijlholt, die haar graag mag en nog steeds lovend is over haar talenten en haar drijfveren. „Er zit veel meer in dan ze momenteel laat zien.”

Meer informatie over de turnster op www.loeslinders.nl.