Zelden maakt iemand zo’ n opmerkelijk debuut als Wende Snijders drie jaar geleden. Met een groot expressief talent zong ze in het Frans een cd vol die haar prompt tot een veelgeprezen en vaak bekroond chansonnière maakte. Nu haar tweede cd is verschenen, blijkt eens te meer hoe terecht dat was. Ook op La fille noyée, genoemd naar haar Franstalige versie van Die Ballade vom ertrunkenen Mädchen, toont ze zich een zangeres die in haar met veel smaak gekozen nummers steeds een passend timbre vindt – van de liederlijkheid in De nuttelozen van de nacht via vocaal spektakel met vervaarlijk rollende r’s in Vesoultot en met haar intens verdrietige voordracht van het door Jacques Prévert en Joseph Kosma geschreven Familiale.
Van de veertien nummers zingt ze er nu negen in het Frans en vijf in het Nederlands, inclusief enig eigen werk en een sfeervol duet met Huub van der Lubbe waarvan het refreintje helaas in een cliché-zinnetje („wat de wind weet dat weet alleen de wind”) blijft steken. De spannende begeleiding komt ditmaal niet alleen van haar eigen muzikanten, maar ook van het Metropole Orkest en de City of Prague Philharmonic: veelkleurig en pregnant, maar ook volkomen dienstbaar aan het vele dat Wende Snijders hier heeft te vertellen.
Henk van Gelder
Wende Snijders: La fille noyée. Brigadoon Bis 100