Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Oorlog

Oorlog en een indringend familiegeheim

Toneel: All My Sons van Arthur Miller door De Roovers. Regie: Stef Stessel. Gezien: 27/3 Theater Frascati, Amsterdam. 3/4 Toneelschuur, Haarlem. Info.: 023-5173910 of deroovers.be.

Eerst is het oorlogstijd. Daarna is er vrede. Maar die vrede is een illusie en de oorlog woedt altijd verder: in het gezin van de Amerikaanse fabrikant Joe Keller breekt de Tweede Wereldoorlog pas los na 1945. Met het toneelstuk All My Sons (1947) klaagt Arthur Miller de oorlog aan als een immoreel en vooral geldverslindend instituut.

Zaken gaan altijd voor: dat is de leugen waarachter Keller zich opportunistisch verschuilt. Hij zegt: „Er is oorlog en vrede. Er is geld en geld.” Het Vlaamse gezelschap De Roovers noemt zich nadrukkelijk een ‘spelersgroep’ die werkt met losse regisseurs. Stef Stessel heeft niet alle tekortkomingen van All My Sons kunnen camoufleren, maar met enkele sterke acteurs een ingenieuze voorstelling gemaakt. Er zijn enkele bijrollen, zoals een Tsjechoviaanse, wereldverbeterende dokter, die er niet toe doen. Een keur aan stoelen en een glazen tuinraam waarachter langzaam een bloesemboom te voorschijn komt, overheersen het toneelbeeld. Joe Keller en zijn compaan leverden in de oorlog defecte cilinders voor jachtvliegtuigen. Meer dan twintig piloten stortten neer. Maar van schuld is geen sprake. De rechtbank heeft de machtige Joe immers vrijgesproken en al zit zijn ex-compaan in de gevangenis, deze Joe is vrij.

Maar dan: een van zijn beide zoons, Larry, is omgekomen in de oorlog. Diens geliefde bezoekt het huis om broer Chris te trouwen. Nu komen we tot de dramatische kern van dit bijna too well made play: vader, moeder, zoon en geliefde Annie van de omgekomen Larry. De ziel van de dode jaagt de moeder op. Zij denkt dat hij eens zal terugkomen. „We moeten wachten”, roept zij vastberaden. „Net zo lang tot hij terugkomt”.

Scène na scène onthullen de spelers het familiegeheim. Vader en Larry’s doodsoorzaak schuiven millimeter voor millimeter naar elkaar. De moeder probeert het gezin bijeen te houden rondom de leugen, en tracht zwijgplicht af te dwingen, maar zij staat uiteindelijk machteloos. De lieftallige Annie zoekt ook háár geluk. De zoon neemt wraak. Grote thema’s, heftige gevoelens. Het knappe is dat De Roovers met strakke hand de toeschouwer getuige maken van een klassiek tragedie, waarin vader en zoon, moeder en zoon en ouders en aanstaande schoondochter – de oervorm van het drama – beurtelings de macht grijpen. En toch ten onder gaan.

De speelstijl van De Roovers kent een mengeling die nog altijd op gelukkige wijze Vlaams is: helder, emotioneel en op de juiste momenten met de nodige lichtheid. Een zware tragedie zonder zwaarte brengen, dat is het geheim. En al die neergestorte piloten, dat waren ‘all my sons’ van Joe, de machtige industrieel.